Besluit van 20 december 2021, houdende wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met enkele technische wijzigingen en klein beleid
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 november 2021, nr. 2021-0000173190;
Gelet op de artikelen 16, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel a, en derde en zevende lid, 20, eerste lid, en 33, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 december 2021, No.W12.21.0338/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2021, nr. 2021-0000207043,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.5l, derde lid, komt te luiden:
3.
Een verzoek tot registratie of herregistratie wordt niet in behandeling genomen indien sprake is van een verwijdering van de registratie dan wel herregistratie op grond van artikel 1.5p, derde lid, onder e, f of g, tot twaalf maanden na de datum van verwijdering.B
In artikel 1.5n, derde lid, wordt «artikel 1.5p, tweede lid of derde lid, onder b, c, d of e,» vervangen door «artikel 1.5p, tweede lid of derde lid, onder b, c, d, e, f of g,».
C
Artikel 1.5p, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
- indien Onze Minister heeft vastgesteld dat de geregistreerde dan wel geherregistreerde zijn werkzaamheden, voor zover die door de registratie dan wel herregistratie worden gereguleerd, heeft voortgezet gedurende de periode dat de registratie dan wel herregistratie met toepassing van het tweede lid tijdelijk uit het betreffende register is verwijderd; of
- indien Onze Minister heeft vastgesteld dat de geregistreerde dan wel geherregistreerde, met toepassing van het tweede lid, binnen een tijdspanne van vijf jaar ten minste driemaal onherroepelijk is verwijderd uit het betreffende register voor in totaal meer dan twaalf maanden.
D
Na artikel 1.5p worden een afdeling en een artikel ingevoegd, luidende:
E
Artikel 2.2, onderdeel e, komt te luiden:
- ontplofbare stof: ontplofbare stoffen van de subklasse 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 of zelf ontledende stoffen en mengsels type A of B als bedoeld in de Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU 2008, L 353);.
F
In artikel 3.16, derde lid, wordt «Bouwbesluit 2012» vervangen door «Besluit bouwwerken leefomgeving».
G
In artikel 4.8, derde lid, wordt «het eerste lid» vervangen door «het tweede lid».
H
Onder vernummering van het eerste en tweede subonderdeel van artikel 4.11, onderdeel c, tot tweede en derde subonderdeel wordt een nieuw subonderdeel ingevoegd, luidende:
- een proces dat voldoet aan de criteria om als kankerverwekkend te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B als bedoeld in bijlage I bij de EG-verordening indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels;.
I
Artikel 6.16, negende lid, vervalt.
J
Artikel 7.23d wordt als volgt gewijzigd:
3.
Het is verboden aan te vangen met de werkzaamheden, bedoeld in het tweede lid, voordat:- door de werkgever een schriftelijk werkplan is opgesteld, waarin ten minste is aangegeven:
- de onderbouwing waarom voor de moeilijk bereikbare plaatsen geen voor het vervoer van personen ontworpen geëigende arbeidsmiddelen beschikbaar zijn, dan wel dat de inzet daarvan gelet op de aanwezige omgevingsfactoren tot een onveilige situatie zal gaan leiden;
- de onderbouwing waarom er evenmin andere werkmethoden zijn waarmee die plaatsen veilig bereikt kunnen worden bij de aanwezige omgevingsfactoren; en
- tevens in het werkplan is geoordeeld, uitgewerkt en vastgelegd hoe, op de locatie waar de werkzaamheden zullen plaatsvinden, die werkzaamheden veilig worden verricht.
- de windsnelheid, gemeten aan het hoogste punt van het hijswerktuig, niet meer bedraagt dan 13,8 m/s en evenmin hoger is dan de windsnelheden die voor het hijswerktuig in normaalbedrijf toelaatbaar zijn.
K
Artikel 7.32, tweede lid, vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.
L
Artikel 8.1, eerste lid, komt te luiden:
1.
Een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld persoonlijk beschermingsmiddel is in overeenstemming met de betreffende bepalingen inzake ontwerp, constructie en gebruik op het gebied van veiligheid en gezondheid, bedoeld in de Verordening (EU) 2016/425 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende persoonlijke beschermingsmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 89/686/EEG van de Raad (PbEU 2016, L 81) en bedoeld in de Richtlijn (EU) 89/656 van de Raad van 30 november 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor het gebruik op het werk van persoonlijke beschermingsmiddelen door de werknemers (PbEU 1989, L 393).M
In artikel 9.3, tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 1.5ha» vervangen door «de artikelen 1.5ha en 1.5q, onderdeel a».
N
In artikel 9.5, eerste lid, onderdeel a, wordt na «1.5ha» ingevoegd «, 1.5q».
O
In artikel 9.5a, eerste lid, onderdeel a, vervalt «en 18, voor zover het betreft arbeid met gevaarlijke stoffen en biologische agentia waarop hoofdstuk 4 van het besluit van toepassing is».
P
Artikel 9.9b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
Q
Artikel 9.37d komt te luiden:
Artikel 9.37d. Overgangsbepaling aanwijzing certificerende instellingen
De certificerende instelling die voor 1 januari 2018 beschikt over een aanwijzing en die op 31 december 2021 nog niet beschikt over een accreditatie op basis van artikel 1.5d, tweede lid, behoudt haar aanwijzing uiterlijk tot en met 1 juli 2023, tenzij deze aanwijzing op grond van artikel 1.5e, tweede lid, wordt ingetrokken.Artikel 1.5q. Uitgezonderde werkzaamheden
Geen certificaat als bedoeld in afdeling 1A, of registratie als bedoeld in afdeling 1B, is vereist voor:
Artikel 9.37d. Overgangsbepaling aanwijzing certificerende instellingen
De certificerende instelling die voor 1 januari 2018 beschikt over een aanwijzing en die op 31 december 2021 nog niet beschikt over een accreditatie op basis van artikel 1.5d, tweede lid, behoudt haar aanwijzing uiterlijk tot en met 1 juli 2023, tenzij deze aanwijzing op grond van artikel 1.5e, tweede lid, wordt ingetrokken.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel F, in werking met ingang van 1 januari 2022. Artikel I, onderdeel F, treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit bouwwerken leefomgeving in werking treedt.