Part of Smart Yellow Suite

WGK011408
Implementatiebesluit kapitaalvereisten 2020 Richtlijn (EU) 2019/878 CRD-V

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 22 juni 2021
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Dit besluit implementeert de hefboomratiobuffer uit de wijzigingsrichtlijn kapitaalvereisten en enkele andere bepalingen die afhankelijk zijn van delegatiegrondslagen in de implementatiewet kapitaalvereisten 2020.

Documenten

stb-2021-47 (PDF)

Besluit van 27 januari 2021 tot wijziging van het Besluit prudentiële regels Wft, het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150) (Implementatiebesluit kapitaalvereisten 2020)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 4 december 2020, 2020-0000233831, directie Financiële Markten;

Gelet op Richtlijn (EU) 2019/878 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150) en de artikelen 1:81, eerste lid, 3:62ba, tweede en zesde lid, 3:280b, derde lid en 3:280c, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 januari 2021, nr. W06.20.0451/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 13 januari 2021, 2021-0000002901, directie Financiële Markten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

B

Het opschrift van hoofdstuk 10a komt te luiden:

C

Aan het opschrift van paragraaf 10a.2 wordt de zinsnede «en hefboomratiobuffer» toegevoegd.

D

Artikel 105g komt te luiden:

Artikel 105g
1.
Onverminderd artikel 77 van de verordening kapitaalvereisten kan een bank of beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 3:62b, tweede lid, of artikel 3:62ba, tweede lid, van de wet, in afwijking van die artikelen de bedoelde uitkeringen, toekenningen of betalingen doen, ter grootte van ten hoogste het maximaal uitkeerbare bedrag, berekend overeenkomstig artikel 141, vierde lid, respectievelijk artikel 141 ter, vierde lid, van de richtlijn kapitaalvereisten. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.
2.
Van het voornemen tot het doen van een uitkering, toekenning of betaling als bedoeld in het eerste lid geeft de bank of beleggingsonderneming kennis aan de Nederlandsche Bank, onder overlegging van de gegevens, bedoeld in artikel 141, achtste lid, respectievelijk artikel 141 ter, achtste lid, van de richtlijn kapitaalvereisten.
E

Artikel 105h komt te luiden:

Artikel 105h
De kennisgeving, bedoeld in artikel 3:62a, derde lid, of artikel 3:62ba, vierde lid, van de wet, vermeldt tevens het maximaal uitkeerbare bedrag, bedoeld in artikel 105g, eerste lid, zoals berekend door de bank of beleggingsonderneming.
F

Artikel 105i, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. een plan en tijdpad om het toetsingsvermogen te vergroten opdat de onderneming voldoet aan de ingevolge artikel 3:62a, eerste lid, van de wet op de onderneming toepasselijke kapitaalbuffer en indien van toepassing, de op de onderneming toepasselijke hefboomratiobuffer, als bedoeld in artikel 3:62ba, eerste lid, van de wet.

Artikel 105g

Artikel 105h

De kennisgeving, bedoeld in artikel 3:62a, derde lid, of artikel 3:62ba, vierde lid, van de wet, vermeldt tevens het maximaal uitkeerbare bedrag, bedoeld in artikel 105g, eerste lid, zoals berekend door de bank of beleggingsonderneming.

ARTIKEL II

Het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van hoofdstuk 2 komt te luiden:

B

Artikel 3 vervalt.

C

Na artikel 4 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 4.01
1.
De gegevens, bedoeld in artikel 3:280b, derde lid, van de wet zijn:
  1. een opgave van de naam, het adres, het emailadres en het telefoonnummer van de holding;
  2. een opgave van de rechtsvorm, de statutaire zetel en statutaire naam van de holding en een gewaarmerkt afschrift van de statuten van de holding;
  3. indien de holding is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
  4. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:273a, eerste lid, onderdeel a, van de wet is bepaald met betrekking tot de interne regelingen en een verdeling van de taken binnen de groep;
  5. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:273a, eerste lid, onderdeel b, van de wet is bepaald met betrekking tot de organisatiestructuur van de groep;
  6. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 3:273a, tweede lid, van de wet is bepaald met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid van de holding bepaalt;
  7. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of wordt voldaan aan artikel 3:100, eerste lid, aanhef en onderdeel a tot en met f, van de wet indien de aanvraag een holding betreft die een gekwalificeerde deelneming in een bank houdt of voornemens is te houden; en
  8. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of voldaan wordt aan hetgeen ingevolge artikelen 3:271 en 3:272 van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid en betrouwbaarheid van de personen die het dagelijks beleid van de holding bepalen.
2.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, zijn:
  1. een beschrijving van de organisatiestructuur en de verdeling van taken binnen de groep waarvan de holding deel uitmaakt waarmee de naleving van de prudentiële vereisten op geconsolideerde of gesubconsolideerde basis wordt geborgd, waaronder begrepen de verdeling van taken tussen de dochterinstellingen; en
  2. een beschrijving van het beleid waarmee de naleving van de prudentiële vereisten op geconsolideerde of gesubconsolideerde basis binnen de groep wordt geborgd en gehandhaafd en waarmee conflicten binnen de groep worden voorkomen of beheerst.
3.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, zijn:
  1. een beschrijving van de organisatiestructuur van de groep waarvan de holding deel uitmaakt, waaruit de locatie en het type activiteiten van alle entiteiten in de groep en de positie en de rol van de holding naar voren komt; en
  2. een beschrijving van de zeggenschapsstructuur binnen de groep.
4.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, zijn:
  1. een opgave van de omvang van de gekwalificeerde deelneming;
  2. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan beoordelen of de betrouwbaarheid van de aanvrager of de houder van een verklaring van geen bezwaar die op grond van zijn gekwalificeerde deelneming het beleid van de bank zou kunnen bepalen of mede bepalen of zou bepalen of medebepalen; en
  3. bescheiden waaruit de financiële positie van de aanvrager of houder van de verklaring van geen bezwaar blijken.
5.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, zijn:
  1. een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, nationaliteit, het privé-adres, het telefoonnummer en de functie;
  2. een curriculum vitae;
  3. een kopie van een geldig identiteitsbewijs;
  4. een opgave van referenten;
  5. voor de beoordeling van de geschiktheid van de personen die het dagelijks beleid van de holding bepalen, een opgave van de relevante diploma’s; en
  6. voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van de personen die het dagelijks beleid van de holding bepalen, gegevens met betrekking tot antecedenten, bedoeld in bijlage A, behorend bij artikel 6 van het Besluit prudentiële regels Wft.
6.
Het eerste lid, onderdeel g, is niet van toepassing indien de holding reeds beschikt over een of meerdere verklaringen van geen bezwaar voor de gekwalificeerde deelneming in de bank tenzij de Nederlandsche Bank besluit dat een redelijke aanleiding bestaat tot een nieuwe beoordeling van de gegevens als bedoeld in dat onderdeel.
7.
Het eerste lid, onderdeel h, met betrekking tot artikel 3:271 van de wet is niet van toepassing indien de beoordeling een persoon betreft wiens geschiktheid als persoon die het dagelijks beleid van die holding bepaald voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld, tenzij de Nederlandsche Bank besluit dat een redelijke aanleiding bestaat tot een nieuwe beoordeling van de gegevens als bedoeld in dat onderdeel.
8.
Het eerste lid, onderdeel h, met betrekking tot artikel 3:272 van de wet is niet van toepassing indien de beoordeling een persoon betreft wiens betrouwbaarheid voor de toepassing van de wet door een toezichthouder reeds is vastgesteld, tenzij de Nederlandsche Bank besluit dat een redelijke aanleiding bestaat tot een nieuwe beoordeling als bedoeld in artikel 3:9, tweede lid van de wet.
9.
De Nederlandsche Bank kan in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, andere gegevens van de holding, bedoeld in artikel 3:280a van de wet, verlangen indien die gegevens nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag om goedkeuring, bedoeld in artikel 3:280b van de wet.
Artikel 4.02
1.
De gegevens, bedoeld in artikel 3:280c, tweede lid, van de wet zijn:
  1. een opgave van de naam, het adres, het emailadres en het telefoonnummer van de holding;
  2. een opgave van de rechtsvorm, de statutaire zetel en statutaire naam van de holding en een gewaarmerkt afschrift van de statuten van de holding;
  3. indien de holding is ingeschreven in het handelsregister, een opgave van het nummer van inschrijving;
  4. een beschrijving van de activiteiten van de holding;
  5. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan vaststellen dat de holding niet is aangewezen als een af te wikkelen entiteit in een van de af te wikkelen groepen van de groep waarvan de holding deel uitmaakt als bedoeld in artikel 3:280c, eerste lid, onderdeel b, van de wet;
  6. gegevens op basis waarvan de Nederlandsche Bank kan vaststellen dat de holding geen bestuurs-, operationele of financiële beslissingen neemt die invloed hebben op de groep of op de dochterondernemingen van de groep indien dat banken, beleggingsondernemingen in de zin van de verordening kapitaalvereisten of financiële instellingen zijn; en
  7. een opgave van de naam, het adres, het emailadres en het telefoonnummer van de bank, als bedoeld in artikel 3:280c, eerste lid, van de wet die deel uitmaakt van dezelfde groep als de holding die verantwoordelijk is voor de naleving van de vereisten die gelden op geconsolideerde basis binnen de groep.
2.
De Nederlandsche Bank kan in aanvulling op de gegevens, bedoeld in het eerste lid, andere gegevens van de holding bedoeld in artikel 3:280c van de wet verlangen indien die gegevens nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag om ontheffing van goedkeuring bedoeld in dat artikel.

Artikel 4.01

Artikel 4.02

ARTIKEL III

Artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt als volgt gewijzigd:

A

De opsomming van artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

3:57, eerste, tweede, vierde en zesde lid3:57, vijfde lid3:62a, derde lid3:62a, vierde lid
B

De opsomming van artikelen uit het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd:

101105g, eerste en derde lid113, tweede lid

ARTIKEL IV

ARTIKEL V

Dit besluit wordt aangehaald als: Implementatiebesluit kapitaalvereisten 2020.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.