Wet van 29 september 2021 tot wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de uitvoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten op punten te vereenvoudigingen en enkele technische onvolkomenheden en omissies te herstellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 1:7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 2:1, derde lid, wordt «de proportionaliteit en subsidiariteit, waaronder begrepen de verplichte zorg in ambulante omstandigheden, alsmede de doelmatigheid» vervangen door «, waaronder begrepen de verplichte zorg in ambulante omstandigheden, de proportionaliteit, subsidiariteit, effectiviteit».
D
In artikel 2:2 wordt het tweede tweede lid vernummerd tot derde lid.
E
In artikel 2:4, eerste lid, wordt «a tot en met h» vervangen door «a tot en met i».
F
In artikel 3:3, aanhef, wordt «een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap» vervangen door «een psychogeriatrische aandoening, verstandelijke handicap, of een op grond van artikel 1, vierde lid, of onder toepassing van artikel 24, vierde lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten daarmee gelijkgestelde ziekte of aandoening».
G
In artikel 4:1 vervalt het vierde lid, onder vernummering van het vijfde, zesde en zevende lid tot vierde, vijfde en zesde lid.
H
In artikel 5:4, tweede lid, wordt «hij» telkens vervangen door «de geneesheer-directeur».
I
In hoofdstuk 6 vervalt de aanduiding «§ 1. Afgifte zorgmachtiging».
J
Artikel 6:2 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Indien de rechter toepassing geeft aan het bepaalde in artikel 6:1, vijfde lid, kan de termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c of e, met drie weken worden verlengd.K
In artikel 6:4, tweede lid, wordt «in afwijking van het zorgplan» vervangen door «, in afwijking van het verzoekschrift, bedoeld in artikel 5:17, eerste lid, of de bijlagen, bedoeld in artikel 5:17, derde tot en met vijfde lid,».
L
Artikel 6:6 wordt als volgt gewijzigd:
- de geldigheidsduur is verstreken;
2.
Indien de officier van justitie voordat de geldigheidsduur, bedoeld in artikel 6:5, onderdeel a, is verstreken, dan wel uiterlijk vier weken voordat de geldigheidsduur, bedoeld in artikel 6:5, onderdelen b en c, is verstreken, een nieuw verzoek voor een zorgmachtiging heeft ingediend, vervalt de eerdere zorgmachtiging in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, als de rechter op het verzoekschrift heeft beslist of door het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 6:2, eerste lid, onderdeel e. onderscheidenlijk, zodra de rechter onder toepassing van artikel 6:2, vierde lid, op het verzoekschrift heeft beslist.M
Artikel 7:1 wordt als volgt gewijzigd:
N
Artikel 7:2, zesde lid, komt te luiden:
6.
De burgemeester draagt ervoor zorg dat de zorgverantwoordelijke ten behoeve van de verplichting, bedoeld in artikel 8:4, eerste lid, een afschrift van de afgegeven medische verklaring, bedoeld in artikel 7:1, derde lid, onderdeel a, ontvangt.O
In artikel 7:3, vierde lid, onderdeel b, wordt «die zorg verlenen op basis van vrijwilligheid» geschrapt.
P
In artikel 7:6, zesde lid, wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door «bedoeld in het vierde lid».
Q
Aan het slot van artikel 7:10, onderdeel a, wordt toegevoegd: «, onderscheidenlijk, zodra de rechter onder toepassing van artikel 6:2, vierde lid, op het verzoekschrift heeft beslist».
R
In artikel 7:11, vijfde lid, wordt «zorgverantwoordelijke, alsmede in voorkomend geval aan de aanvrager, bedoeld in het tweede lid» vervangen door «geneesheer-directeur».
S
Artikel 8:1 wordt als volgt gewijzigd:
T
Artikel 8:4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- de behandeling op grond van artikel 9:6, het toepassen van middelen of maatregelen als bedoeld in artikel 9:8, eerste lid, of het opleggen van beperkingen als bedoeld in artikel 9:9.
U
Artikel 8:7, tweede lid, komt te luiden:
2.
De zorgaanbieder verleent, naast de tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan de crisismaatregel, bedoeld in artikel 7:3, uitsluitend de vormen van verplichte zorg die zijn opgenomen in de zorgmachtiging, de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, of een beslissing op grond van de artikelen 8:11 tot en met 8:14.V
Aan artikel 8:12, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
«Indien de termijn, bedoeld in de eerste volzin, eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag als bedoeld in de Algemene termijnenwet, wordt deze verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.»W
In artikel 8:14, eerste lid, wordt «een aanzienlijk risico op ernstige schade» vervangen door «ernstig nadeel».
X
Artikel 8:16 wordt als volgt gewijzigd:
- advocaat,
Y
Artikel 8:17 wordt als volgt gewijzigd:
Z
Artikel 8:18 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Voor zover aan betrokkene verplichte zorg wordt verleend, houdende opname in een accommodatie, en betrokkene blijkens de eerder afgegeven medische verklaring ernstig nadeel voor een ander heeft veroorzaakt, neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging dan nadat hij overleg heeft gevoerd met de burgemeester die de crisismaatregel heeft afgegeven, in geval van beëindiging van de crisismaatregel, of met de officier van justitie en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar betrokkene ingezetene is dan wel naar verwachting zal verblijven, in geval van beëindiging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging. Voorts neemt de geneesheer-directeur niet eerder een beslissing over beëindiging van de verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging dan nadat hij zich door middel van een medische verklaring van een psychiater, indien van toepassing volgens het vastgestelde model, bedoeld in het veertiende lid, op de hoogte heeft gesteld van het oordeel van de psychiater over zijn voornemen om de verplichte zorg te beëindigen en over de actuele gezondheidstoestand van betrokkene.AA
Aan het slot van artikel 8:22, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Het Zorginstituut, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, is belast met het beheer van de standaarden die worden gebruikt in het elektronisch gegevensverkeer op grond van deze wet.BB
Artikel 8:24, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- de naam van betrokkene, diens burgerservicenummer, de naam van de zorgverantwoordelijke en de naam van de geneesheer-directeur.
- de behandeling op grond van artikel 9:6, het toepassen van middelen of maatregelen als bedoeld in artikel 9:8, eerste lid, of het opleggen van beperkingen als bedoeld in artikel 9:9;
CC
In artikel 8:32, derde lid, wordt «, beslissingen en zelfbindingsverklaringen, bedoeld in artikel 8:23, onderdelen h tot en met l,» vervangen door «en beslissingen, bedoeld in artikel 8:23, onderdelen h tot en met k,» en wordt aan het slot toegevoegd: «Het openbaar ministerie bewaart zelfbindingsverklaringen, bedoeld in artikel 8:23, onderdeel l, gedurende één jaar, te rekenen vanaf het einde van de geldigheidsduur van de zelfbindingsverklaring.»
DD
In artikel 9:4, tweede lid, wordt na «5:14, eerste lid,» ingevoegd «onderdelen a tot en met d en f tot en met j,».
EE
In artikel 9:8, eerste lid, onderdeel a, wordt «een aanzienlijk risico op ernstig nadeel» vervangen door «ernstig nadeel».
FF
In artikel 9:10 wordt na «8:27,» ingevoegd «8:27a,».
GG
Artikel 9:11 wordt als volgt gewijzigd:
HH
Artikel 10:3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien uitvoering wordt gegeven aan artikel 6:4, vierde en vijfde lid, of sprake is van de situatie zoals omschreven in artikel 8:12, achtste lid, kan betrokkene, de vertegenwoordiger of een nabestaande van betrokkene een schriftelijke en gemotiveerde klacht indienen bij de klachtencommissie over een beslissing op grond van artikel 3.4, eerste of tweede lid, van de Wet forensische zorg, artikelen 42, vijfde lid, 44, of hoofdstukken V, VI of VII van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.II
Artikel 13:3 wordt als volgt gewijzigd:
JJ
Artikel 13:3a wordt als volgt gewijzigd:
7.
Bij dringende noodzaak kan het bevel of de machtiging van de rechter-commissaris, bedoeld in het eerste lid, mondeling worden gegeven. In dat geval stelt de officier van justitie het bevel, of de rechter-commissaris de machtiging, binnen drie dagen op schrift.KK
Artikel 13:4 wordt als volgt gewijzigd:
- 5:13, eerste tot en met vierde, zesde en zevende lid;
- 1:2, eerste en derde lid;
- 5:13, eerste tot en met vierde lid, zesde en zevende lid;
- 8:4;
- 8:15, eerste, tweede en vijfde lid;
- 11:2;
- 11:3;
- 12:1, eerste lid, eerste volzin;
- 12:2;
- 12:3;
4.
In het geval van een overtreding door een zorgverantwoordelijke of geneesheer-directeur wordt de bestuurlijke boete, bedoeld in het eerste lid, of de last onder dwangsom, bedoeld in het tweede lid, opgelegd aan de zorgaanbieder namens wie hij zijn taken uitvoert. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, wordt die overtreding aan het openbaar ministerie voorgelegd.LL
In artikel 13:5, eerste lid, wordt na «iemand van zijn vrijheid berooft» ingevoegd «of doet beroven», en wordt na «tegen zijn wil op te nemen» ingevoegd «of te laten opnemen».
ARTIKEL II
De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
7.
Een op grond van deze wet voor een cliënt afgegeven machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie schorst een eerdere voor die cliënt afgegeven rechterlijke machtiging op grond van hoofdstuk 6 van de Jeugdwet zodra de cliënt is opgenomen in een accommodatie. De schorsing eindigt op het moment dat de machtiging tot opname en verblijf vervalt. Bij toepassing van deze bepaling is artikel 6.1.12, derde lid, van de Jeugdwet niet van toepassing.B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
5.
Degene die door een cliënt schriftelijk wordt gemachtigd om als zijn vertegenwoordiger op te treden, is meerderjarig en handelingsbekwaam en verklaart schriftelijk bereid te zijn om als vertegenwoordiger op te treden.C
In artikel 3a, vierde lid, wordt «de leeftijd van twaalf maar nog niet van zestien jaar heeft bereikt en die in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake,» vervangen door «de leeftijd van twaalf maar nog niet van zestien jaar heeft bereikt,».
D
In artikel 5, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
De zorgverantwoordelijke draagt tevens zorg voor de naleving van nadere regels over het opstellen, vaststellen, uitvoeren, evalueren en aanpassen van zorgplannen die bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden gesteld.E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
G
In artikel 9, zevende lid, wordt «Het zorgplan wordt aangepast» vervangen door «De zorgverantwoordelijke past het zorgplan aan» en wordt «wordt nader overleg gevoerd» vervangen door «voert de zorgverantwoordelijke nader overleg».
H
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
- op welk moment en bij welke vormen van onvrijwillige zorg de zorgverantwoordelijke moet instemmen met het verlenen van de onvrijwillige zorg;
- op welk moment en bij welke vormen van onvrijwillige zorg de zorgverantwoordelijke de vertegenwoordiger of de cliënt informeert over het verlenen van die onvrijwillige zorg.
- op welk moment en bij welke vormen van onvrijwillige zorg de zorgverantwoordelijke moet instemmen met het verlenen van onvrijwillige zorg, zoals vastgesteld op grond van het vierde lid, onderdeel g;
- op welk moment en bij welke vormen van onvrijwillige zorg de zorgverantwoordelijke de vertegenwoordiger of de cliënt informeert over het verlenen van die onvrijwillige zorg, zoals vastgesteld op grond van het vierde lid, onder h;
I
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
Ia
In artikel 11a wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3.
Indien de Wzd-functionaris de zorgverantwoordelijke verzoekt om geïnformeerd te worden over de verlening van onvrijwillige zorg aan een cliënt, neemt de zorgverantwoordelijke dat op aanwijzen van de Wzd-functionaris in het zorgplan op.Ib
Artikel 13 komt te luiden:
Artikel 13
De zorgverlener geeft slechts uitvoering aan in het zorgplan opgenomen onvrijwillige zorg indien de zorgverlener heeft vastgesteld dat:- het in het zorgplan beschreven ernstig nadeel zich daadwerkelijk voordoet, en
- er in de gegeven omstandigheden geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
Ic
In artikel 14 wordt «neemt de verantwoordelijk arts van de zorgaanbieder waar de geneeskundige behandeling wordt uitgevoerd in plaats van de zorgverantwoordelijke de beslissing over het uitvoeren van de in het zorgplan opgenomen zorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, tweede en derde lid» vervangen door «geeft de verantwoordelijk arts van de zorgaanbieder waar de geneeskundige behandeling wordt uitgevoerd in plaats van de zorgverantwoordelijke de instemming voor het uitvoeren van de in het zorgplan opgenomen onvrijwillige zorg, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10, achtste lid, onderdeel 7°».
J
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De zorgverantwoordelijke legt de beslissing, bedoeld in het eerste lid, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 48 uur, schriftelijk vast. In de schriftelijke beslissing vermeldt de zorgverantwoordelijke voor welke termijn de beslissing geldt. De termijn is niet langer dan strikt noodzakelijk, en in ieder geval niet langer dan twee weken.K
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
- aantekening van de instemming door de zorgverantwoordelijke, bedoeld in artikel 10, achtste lid, onderdeel 7°;
L
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
- de naam van de cliënt, diens burgerservicenummer, de naam van de zorgverantwoordelijke en de naam van de Wzd-functionaris;
M
In artikel 18, eerste lid, wordt «verplichte onvrijwillige zorg» vervangen door «onvrijwillige zorg».
N
In artikel 18a, tweede lid, wordt «artikel 26, vijfde lid, onderdeel d» vervangen door «artikel 26, zesde lid, onderdeel d».
O
In artikel 18ba, eerste lid, wordt «artikel 18a, tweede lid, onderdeel c» vervangen door «artikel 18b, tweede lid, onderdeel c».
P
Aan het slot van artikel 18c, zesde lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Het Zorginstituut, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, is belast met het beheer van de standaarden die worden gebruikt in het elektronisch gegevensverkeer op grond van deze wet.Q
Aan artikel 19 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Voordat een zorgaanbieder het beleidsplan vaststelt, vraagt de zorgaanbieder hierover advies aan de cliëntenraad, bedoeld in artikel 3 van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018. De artikelen 6, eerste lid, eerste volzin, en 7, vijfde en zesde lid, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 zijn van toepassing.R
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De verplichtingen, bedoeld in het eerste lid, gelden niet ten aanzien van een zorgaanbieder die uitsluitend onvrijwillige zorg verleent ter uitvoering van een onder verantwoordelijkheid van een andere zorgaanbieder opgesteld zorgplan.S
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
8.
Bij de behandeling van een aanvraag kan het CIZ gebruikmaken van de informatie die aan het CIZ is verstrekt voor de vaststelling van het recht op zorg, bedoeld in de artikelen 3.2.3 en 3.2.4 van de Wet langdurige zorg. Deze informatie kan bestaan uit bijzondere persoonsgegevens.Sa
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Onverminderd artikel 1, vierde lid, kan de rechter op verzoek van het CIZ een machtiging als bedoeld in het eerste lid verlenen ten aanzien van een persoon met een psychische stoornis en de stoornis van die persoon gelijkstellen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, indien de rechter op basis van de verklaring van een ter zake kundige arts oordeelt dat sprake is van een psychische stoornis:- die dezelfde gedragsproblemen of regieverlies als een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap kan veroorzaken;
- waarbij de benodigde zorg in verband met deze gedragsproblemen of regieverlies vergelijkbaar is met de zorg die nodig is bij een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap; en
- waarbij deze gedragsproblemen kunnen of dit regieverlies kan leiden tot ernstig nadeel.
5.
Ingeval van een aanvraag om een machtiging als bedoeld in het vierde lid, is het derde lid van overeenkomstige toepassing.T
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
U
In de artikelen 25, derde lid, 26, eerste lid, 38, eerste lid, en 39, eerste lid, wordt «een machtiging tot verlenging van de inbewaringstelling» vervangen door «een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling».
V
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Bij de behandeling van een aanvraag kan het CIZ gebruikmaken van de informatie die aan het CIZ is verstrekt voor de vaststelling van het recht op zorg, bedoeld in de artikelen 3.2.3 en 3.2.4 van de Wet langdurige zorg. Deze informatie kan bestaan uit bijzondere persoonsgegevens.W
Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:
X
Artikel 28aa wordt als volgt gewijzigd:
4.
Artikel 26, eerste, tweede, vierde, zesde en achtste lid, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat uit de verklaring, bedoeld in artikel 26, zesde lid, onderdeel d, blijkt dat wordt voldaan aan de gronden, bedoeld in het tweede lid van dit artikel.Y
In artikel 28ab, vierde lid, wordt «artikel 26, vijfde lid, onderdeel d,» vervangen door «artikel 26, zesde lid, onderdeel d,».
Ya
In artikel 28ac, eerste lid, wordt «externe deskundige» vervangen door «onafhankelijke deskundige».
Yb
In artikel 28ad, tweede lid, wordt «externe deskundige» vervangen door «onafhankelijke deskundige».
Z
In artikel 28a, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 26, vijfde lid, onderdeel d,» vervangen door «artikel 26, zesde lid, onderdeel d,» en wordt «de artikelen 26, zevende lid en 27» vervangen door «artikel 27».
AA
Artikel 28c, derde lid, komt te luiden:
3.
Indien de zorgaanbieder of aanbieder, bedoeld in het tweede lid, de betrokkene niet binnen een week na ontvangst van de beschikking heeft opgenomen, meldt de Wlz-uitvoerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de cliënt ingezetene is of de zorgverzekeraar dit direct aan de inspectie.BB
In artikel 29, achtste lid, wordt «Onze Minister van Binnenlandse Zaken» vervangen door «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties».
CC
In de artikelen 29, negende lid, en 40 wordt «artikel 261 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «artikel 265b van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek».
DD
Artikel 33 komt te luiden:
Artikel 33
1.
De burgemeester gaat binnen 24 uur na afgifte van de beschikking, bedoeld in artikel 29, over tot tenuitvoerlegging van de beschikking.2.
Zo nodig kan de burgemeester bij de tenuitvoerlegging de hulp inroepen van zorgverleners met kennis van en ervaring met het verlenen van zorg voor mensen met een psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap.3.
Zo nodig kan de burgemeester bij de tenuitvoerlegging de hulp inroepen van ambtenaren van politie.4.
De personen, bedoeld in het tweede en derde lid, kunnen, uitsluitend voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de tenuitvoerlegging:- elke plaats betreden waar de betrokkene zich bevindt;
- de betrokkene voorwerpen ontnemen die een gevaar voor de veiligheid van de betrokkene of van anderen kunnen opleveren en hem daartoe aan de kleding of aan het lichaam onderzoeken.
5.
De ambtenaren van politie, bedoeld in het derde lid, kunnen uitsluitend voor zover dat redelijkerwijs nodig is voor de tenuitvoerlegging, de woning van betrokkene zonder zijn toestemming binnentreden.6.
Zo mogelijk worden de overeenkomstig het vierde lid ontnomen voorwerpen met de betrokkene overgebracht naar de accommodatie waarin hij wordt opgenomen. In de accommodatie wordt aan betrokkene of zijn vertegenwoordiger een bewijs van ontvangst afgegeven waarin die voorwerpen zijn omschreven. De voorwerpen worden voor betrokkene bewaard, voor zover dit niet in strijd is met enig wettelijk voorschrift.EE
Aan artikel 35 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
De burgemeester zorgt ervoor dat de zorgaanbieder die de zorg levert in de accommodatie waar de betrokkene wordt opgenomen een afschrift van de beschikking ontvangt alsmede van de medische verklaring, bedoeld in artikel 30, eerste lid, ten behoeve van de verplichting, bedoeld in artikel 16, eerste en tweede lid.FF
In artikel 37, vierde lid, wordt «26, tweede tot en met vijfde lid» vervangen door «26, tweede tot en met zesde lid».
GG
In artikel 38, vierde lid, onderdeel e, wordt «artikel 26, vijfde lid, onderdeel d,» vervangen door «artikel 26, zesde lid, onderdeel d,».
HH
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
II
In artikel 43 wordt «artikel 26, vijfde lid, onderdeel d,» vervangen door «artikel 26, zesde lid, onderdeel d,».
JJ
In artikel 47, zesde lid, wordt «de advocaat» vervangen door «de advocaat van de cliënt of de vertegenwoordiger».
KK
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
LL
In artikel 50 wordt «artikel 49, eerste lid,» vervangen door «artikel 49,».
MM
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
NN
Artikel 55, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- het in het zorgplan opnemen van onvrijwillige zorg, alsmede de instemming met en het informeren over de verlening van onvrijwillige zorg door de zorgverantwoordelijke, bedoeld in de artikelen 10 en 11;
OO
In artikel 56b, zesde lid, wordt «de advocaat» vervangen door «de advocaat van de indiener van de klacht».
OOa
In artikel 57, eerste lid, wordt voor «draagt ervoor zorg dat» ingevoegd «informeert iedere cliënt of diens vertegenwoordiger over de cliëntvertrouwenspersoon en».
PP
Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:
- 2a, eerste tot en met derde lid;
- 2b;
- 8, eerste lid;
- 9, derde en vijfde tot en met zevende lid;
- 10, derde en zesde tot en met tiende lid;
- 11, eerste, derde en vierde lid;
- 18a, eerste, vierde en vijfde lid, wat betreft de zorgaanbieder;
- 28ac, eerste en vierde lid;
- 34, wat betreft de zorgaanbieder;
- 46, eerste lid;
- 48, eerste tot en met elfde lid en veertiende en vijftiende lid, wat betreft de zorgaanbieder en de Wzd-functionaris;
- 50, wat betreft de zorgaanbieder;
- 2a, eerste lid;
- 2b, eerste en tweede lid;
- 5;
- 6;
- 7;
- 8, eerste lid;
- 9, derde en vijfde tot en met zevende lid;
- 10, derde en zesde tot en met tiende lid;
- 11, eerste, derde en vierde lid;
- 11a;
- 16;
- 34, wat betreft de zorgaanbieder;
- 45, eerste en tweede lid;
- 53;
- 58.
3.
In het geval van een overtreding door een zorgverantwoordelijke, een zorgverlener of Wzd-functionaris wordt de bestuurlijke boete, bedoeld in het eerste lid, of de last onder dwangsom, bedoeld in het tweede lid, opgelegd aan de zorgaanbieder namens wie hij zijn taken uitvoert. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, wordt die overtreding aan het openbaar ministerie voorgelegd.In artikel 63, eerste lid, onderdeel c, wordt «13, eerste lid,» vervangen door «13,».
Artikel 13
De zorgverlener geeft slechts uitvoering aan in het zorgplan opgenomen onvrijwillige zorg indien de zorgverlener heeft vastgesteld dat:
Artikel 33
ARTIKEL III
In artikel 13, derde lid, van de Participatiewet vervalt «voor zover het het recht op bijzondere bijstand betreft,», wordt «de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten» vervangen door «de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten», wordt voor «na ontslag van alle rechtsvervolging» ingevoegd «voor zover het het recht op bijzondere bijstand betreft,», en wordt «en op de persoon» vervangen door «of op de persoon».
ARTIKEL IV
In artikel 6.1.2, tiende lid, van de Jeugdwet wordt «een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg» vervangen door «een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg dan wel een machtiging tot opname en verblijf op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten» en wordt «die zorgmachtiging» vervangen door «die zorgmachtiging respectievelijk machtiging tot opname en verblijf».
ARTIKEL V
Indien artikel 4.110 van de Wet van 3 maart 2021 tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatie (Stb. 2021, 135) eerder in werking is getreden of treedt dan artikel I, onderdeel KK van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel KK, subonderdeel 3, «Het vierde lid» vervangen door «Het derde lid».
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.