Besluit van 16 juli 2020 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoeging van rechtspositionele bepalingen omtrent politievrijwilligers en de intrekking van het Besluit rechtspositie vrijwillige ambtenaren van politie alsmede in verband met de regeling van een financiële vergoeding voor het niet-genoten, wettelijk verloftegoed bij ontslag
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 1 mei 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2892738;
Gelet op de artikelen 21, 22, 47, eerste lid, 48, 50, 59, vijfde lid en 81, vierde en vijfde lid, van de Politiewet 2012;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 juni, nr. W16.20.0129/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 14 juli 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2968740;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 2c, eerste en tweede lid, wordt na «politietaak» telkens toegevoegd «en aanstelling als vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak».
C
Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3bis
1.
De vrijwilliger-aspirant wordt tijdelijk aangesteld voor een periode overeenkomend met de duur van een krachtens artikel 2c, eerste lid, aangewezen politieopleiding.2.
Na het voltooien van deze politieopleiding wordt de vrijwillige ambtenaar van politie zo mogelijk in vaste dienst aangesteld als vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.D
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
Na het voltooien van deze politieopleiding wordt de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, tijdelijk aangesteld voor een proeftijd van één jaar als ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak respectievelijk vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak.E
Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
- Een aanstelling van een ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie en een vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, kan in tijdelijke dienst plaatsvinden:.
- ter vervanging van een wegens ziekte of uit anderen hoofde afwezige ambtenaar, met dien verstande dat de vrijwillige ambtenaar slechts een andere vrijwillige ambtenaar kan vervangen;
F
Artikel 4a, eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Een aanstelling van een ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, kan in tijdelijke dienst plaatsvinden:.G
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
H
In artikel 8, eerste lid, aanhef, wordt na «ten dienste van de politie» ingevoegd «en vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie».
I
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
J
Artikel 10, eerste lid, onderdeel c, wordt als volgt gewijzigd:
- vrijwilliger-aspirant;
- vrijwillige ambtenaar in opleiding;
- vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;
- vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie;
K
Na artikel 13a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13b
De korpschef kan voor de vrijwillige ambtenaar minimale en maximale inzeturen vaststellen. Hij kan daarbij voor verschillende groepen vrijwillige ambtenaren verschillende minimale en maximale uren vaststellen.L
Artikel 17 komt te luiden:
Artikel 17
De ambtenaar heeft aanspraak op 172,8 uren vakantie met behoud van bezoldiging per kalenderjaar, waarvan 144 uren wettelijke uren zijn.M
Artikel 26 komt te luiden:
Artikel 26
1.
Indien de ambtenaar op de datum van zijn ontslag nog aanspraak heeft op vakantie, wordt hem voor ieder uur van de in artikel 17 bedoelde wettelijke uren, dat hij niet heeft opgenomen, een vergoeding toegekend ten bedrage van het gebruikelijk loon per uur dat de ambtenaar direct voorafgaand aan zijn ontslag genoot. Voor de overige uren wordt hem een vergoeding toegekend ten bedrage van het salaris per uur dat de ambtenaar direct voorafgaande aan zijn ontslag genoot.2.
Indien op de dag van zijn ontslag blijkt dat de ambtenaar teveel vakantie heeft genoten, is hij voor ieder teveel genoten uur van de in artikel 17 bedoelde wettelijke een bedrag verschuldigd ten bedrage van het gebruikelijk loon per uur dat de ambtenaar direct voorafgaand aan zijn ontslag genoot en van de overige uren ten bedrage van het salaris per uur dat de ambtenaar direct voorafgaande aan zijn ontslag genoot.3.
Onder gebruikelijk loon worden verstaan alle aan de functie of de ambtenaar verbonden inkomensbestanddelen met een bestendig karakter, waaronder in ieder geval het aan de ambtenaar toegekende salaris, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel m, van het Besluit bezoldiging politie, de opgebouwde vakantie- en eindejaarsuitkering, de aan hem toegekende vaste uitkeringen, toelagen en vergoedingen en de aan hem toegekende variabele toelagen met een bestendig karakter.4.
Het deel van het gebruikelijk loon dat de variabele toelagen met een bestendig karakter beslaat is het bedrag dat resulteert na toepassing van artikel 29a van het Besluit bezoldiging politie, met dien verstande dat in plaats van het voorafgaande kalenderjaar het jaar voorafgaand aan de datum van ontslag in ogenschouw wordt genomen.N
Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Indien de ambtenaar buiten dienst wordt gesteld, wordt hij aangemerkt als ambtenaar die wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid. In dat geval is hoofdstuk 10 van het Besluit bezoldiging politie van toepassing.O
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
P
In artikel 58, eerste lid, wordt «de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie» vervangen door «de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie».
Q
Artikel 59 komt te luiden:
Artikel 59
De aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, die opsporingsbevoegdheid bezit, de vrijwilliger-aspirant, de vrijwillige ambtenaar in opleiding, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche, die opsporingsbevoegdheid bezit kunnen zich niet beroepen op de omstandigheid niet in dienst te zijn, in die gevallen, waarin hun optreden redelijkerwijze is vereist.R
In artikel 59a, eerste lid, wordt «De ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding heeft voltooid» vervangen door «De ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding heeft voltooid, en de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die enkel een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding heeft voltooid».
S
Na artikel 65 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 65a
1.
Aan de vrijwillige ambtenaar kan, anders dan in gevallen van reorganisatie, een andere functie worden opgedragen, al dan niet op een andere dan de hem aangewezen plaats van tewerkstelling of binnen een ander dan het hem aangewezen werkgebied. Aan hem kan tevens worden opgedragen zijn functie op een andere dan de hem aangewezen plaats van tewerkstelling of binnen een ander dan het hem aangewezen werkgebied uit te oefenen.2.
De verplaatsing bedoeld in het eerste lid geschiedt:- op verzoek van de vrijwillige ambtenaar;
- op verzoek van het bevoegd gezag, indien er sprake is van een niet werkbare situatie, gelegen in de aard van de persoon of de opgedragen werkzaamheden; of
- bij gebleken en aanhoudende afwijking van het landelijke vrijwilligersbeleid in het organisatieonderdeel waar de vrijwillige ambtenaar is aangesteld.
T
In artikel 68, eerste lid, wordt na «aspirant» ingevoegd «of een vrijwilliger-aspirant».
U
Artikel 74 wordt als volgt gewijzigd:
4.
De beloningen voor de vrijwillige ambtenaar zijn:- tevredenheidsbetuiging; of
- gratificatie van ten hoogste € 226,89.
V
Na artikel 75 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 75bis
Aan de vrijwillige ambtenaar kan een vergoeding worden verstrekt overeenkomstig door Onze Minister vast te stellen regels. Deze vergoeding kan voor de verschillende categorieën vrijwillige ambtenaren verschillend worden vastgesteld.W
Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:
Aan de ambtenaar, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar, kunnen de volgende straffen worden opgelegd:.2.
De straffen die aan een vrijwillige ambtenaar kunnen worden opgelegd, zijn:- schriftelijke berisping;
- geldboete van ten hoogste € 22;
- schorsing voor een bepaalde tijd; of
- ontslag.
3.
Aan aspiranten, ambtenaren in opleiding, vrijwilliger-aspiranten en vrijwillige ambtenaren in opleiding kan tevens worden opgelegd de straf van verwijdering voor ten hoogste veertien dagen van de instelling waar de betrokkene zijn opleiding geniet, met dien verstande dat deze straf niet wordt opgelegd op de dagen waarop de opleidingsresultaten van de betrokkenen volgens de ter zake vastgestelde regels worden getoetst of beoordeeld.X
In artikel 78, tweede lid, wordt «de straf van ontslag» vervangen door «de straf van ontslag aan een ambtenaar, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar,».
Y
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
- de vrijwilliger-aspirant, gedurende een krachtens artikel 2c, eerste lid, aangewezen politieopleiding;
- de vrijwillige ambtenaar in opleiding, gedurende een krachtens artikel 2c, tweede lid, aangewezen politieopleiding;
- de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, gedurende de proeftijd, bedoeld in artikel 3a, tweede lid;
- de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de technische, administratieve of andere taken ten dienste van de politie, gedurende de proeftijd, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a.
7.
Indien het in het zesde lid bedoelde ontslag niet op aanvraag van de ambtenaar geschiedt, wordt hem over de tijd die aan de opzeggingstermijn ontbreekt, een bedrag uitbetaald gelijk aan de laatstgenoten bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering, berekend op de voet van hoofdstuk 6 van het Besluit bezoldiging politie.Z
Artikel 90 wordt als volgt gewijzigd:
AA
Aan artikel 99 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Een vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die op grond van afdeling 1, hoofdstuk 2, artikel 1, van de Invoeringswet Politiewet 1993 naar een politieregio dan wel het Korps landelijke politiediensten is overgegaan en die op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van de Politiewet 1993 aanspraken had op grond van de Rechtstoestandsregeling reservepolitie, behoudt deze aanspraken.BB
Na artikel 99m wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 99n
Aanspraken die een vrijwillige ambtenaar had op grond van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie worden geacht te zijn gegrond op het Besluit rechtspositie vrijwillige politie zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoeging van rechtspositionele bepalingen omtrent politievrijwilligers en de intrekking van het Besluit rechtspositie vrijwillige ambtenaren van politie.CC
Artikel 100 wordt als volgt gewijzigd:
5.
De artikelen 2a, 2b, 10, eerste lid, onderdelen h, i, en k, hoofdstukken III, met uitzondering van artikel 13b, IV, IV.a, met uitzondering van artikel 28e, V, Va, VI, artikelen 49c, 50, derde lid, 54a, derde lid, 54b, 55, hoofdstuk VII.b, artikelen 61 tot en met 65, 66, 70, derde lid, 75, 85, 88a, 88d, 89, eerste en zevende lid, 90, zevende en negende lid, 91, 92, derde lid, 94, eerste lid, onderdeel h en derde tot en met vijftiende lid, 95, tweede en derde lid, 97, 98 en 99a tot en met 99m zijn niet van toepassing op de vrijwillige ambtenaar.Artikel 3bis
Artikel 13b
De korpschef kan voor de vrijwillige ambtenaar minimale en maximale inzeturen vaststellen. Hij kan daarbij voor verschillende groepen vrijwillige ambtenaren verschillende minimale en maximale uren vaststellen.
Artikel 17
De ambtenaar heeft aanspraak op 172,8 uren vakantie met behoud van bezoldiging per kalenderjaar, waarvan 144 uren wettelijke uren zijn.
Artikel 26
Artikel 59
De aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, die opsporingsbevoegdheid bezit, de vrijwilliger-aspirant, de vrijwillige ambtenaar in opleiding, de vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche, die opsporingsbevoegdheid bezit kunnen zich niet beroepen op de omstandigheid niet in dienst te zijn, in die gevallen, waarin hun optreden redelijkerwijze is vereist.
Artikel 65a
Artikel 75bis
Aan de vrijwillige ambtenaar kan een vergoeding worden verstrekt overeenkomstig door Onze Minister vast te stellen regels. Deze vergoeding kan voor de verschillende categorieën vrijwillige ambtenaren verschillend worden vastgesteld.
Artikel 99n
Aanspraken die een vrijwillige ambtenaar had op grond van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie worden geacht te zijn gegrond op het Besluit rechtspositie vrijwillige politie zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van het Besluit tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoeging van rechtspositionele bepalingen omtrent politievrijwilligers en de intrekking van het Besluit rechtspositie vrijwillige ambtenaren van politie.
ARTIKEL II
Het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel a, wordt na «Besluit algemene rechtspositie politie» ingevoegd: «met uitzondering van de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ww, van dat besluit».
B
Onder vernummering van artikel 38a tot artikel 38b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 38a
Hoofdstuk IV is niet van toepassing op de vrijwillige ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ss, van het Besluit algemene rechtspositie politie.Artikel 38a
Hoofdstuk IV is niet van toepassing op de vrijwillige ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ss, van het Besluit algemene rechtspositie politie.
ARTIKEL III
Het Besluit bewapening en uitrusting politie wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 6, tweede en derde lid, wordt «de ambtenaar van politie, bedoeld in het eerste lid» telkens vervangen door «de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid».
E
Artikel 7 vervalt.
F
In artikel 8 wordt «de ambtenaar, met inbegrip van de surveillant van politie, die dienst doet» vervangen door «de ambtenaar en de surveillant van politie, die dienst doen».
G
In artikel 20a wordt na «een ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak» ingevoegd «of een vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak» en na «een ambtenaar in opleiding» «of een vrijwillige ambtenaar in opleiding».
H
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, beschikt over de hond uitsluitend na toestemming van de korpschef.I
In artikel 25, eerste lid, vervalt: «en van de vrijwillige ambtenaar van politie, bedoeld in artikel 15 van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie».
ARTIKEL IV
Het Besluit rangen politie wordt als volgt gewijzigd:
A
In de aanhef van artikel 1, eerste lid, wordt «de ambtenaren, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, en b, indien zij zijn belast met de opsporing van alle strafbare feiten, en onderdeel d, van de Politiewet 2012» vervangen door «de ambtenaren, bedoeld in artikel 2 van de Politiewet 2012, die zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of zijn belast met de opsporing van alle strafbare feiten».
B
Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
- aspirant voor degene die op grond van de artikelen 3, eerste, tweede of derde lid, 3bis, eerste lid, of 3a van het Besluit algemene rechtspositie politie is aangesteld als aspirant, vrijwilliger-aspirant, ambtenaar in opleiding onderscheidenlijk vrijwillige ambtenaar in opleiding;.
C
Artikel 2a vervalt.
ARTIKEL V
Artikel 37, onderdeel b, van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie komt te luiden:
- de ambtenaar die in werkelijke dienst is als vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel vv, van het Besluit algemene rechtspositie politie;.
ARTIKEL VI
In artikel 7 van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie wordt «als vrijwillige ambtenaar van politie bij de politie» vervangen door «bij de politie als vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak».
ARTIKEL VII
In artikel 9 van het Besluit vaststelling algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 24 wet gemeentelijke herindeling Noordwest-Overijssel wordt «als vrijwillige ambtenaar bij de politie» vervangen door «bij de politie als vrijwillige ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak».
ARTIKEL VIII
In artikel 42, tweede lid, van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt «De ambtenaar die in werkelijke dienst is als een vrijwillige ambtenaar van politie, als bedoeld in het Besluit rechtspositie vrijwillige politie» vervangen door «De ambtenaar die bij de politie in werkelijke dienst is als vrijwillige ambtenaar, als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van de Politiewet 2012».
ARTIKEL IX
In artikel 1, onderdeel b, van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie wordt «ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit algemene rechtspositie politie» vervangen door «ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit algemene rechtspositie politie, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar».
ARTIKEL X
Het Besluit van 25 november 1996, houdende bekrachtiging van ten aanzien van politieambtenaren en de toenmalige reservepolitie toegepaste financiële maatregelen over de periode vanaf 1 april 1993 tot en met 31 maart 1994, wordt ingetrokken.
ARTIKEL XI
In artikel 4:3, eerste lid, onder f, van het Besluit politiegegevens, vervallen de zinsneden «en het bevoegde gezag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie», en «en artikel 4a, eerste lid, en artikel 4b, eerste lid, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie».
ARTIKEL XII
In artikel 42, eerste lid, onderdeel b, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken wordt «artikel 1, onder d, van het Besluit rechtspositie vrijwillige politie» vervangen door «artikel 1, onderdeel ss, van het Besluit algemene rechtspositie politie».
ARTIKEL XIII
Het Besluit rechtspositie vrijwillige politie wordt ingetrokken.
ARTIKEL XIV
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2020, met dien verstande dat artikel II, onderdeel A, in werking treedt met ingang van 1 januari 2021.