Besluit van 26 maart 2021, houdende wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen in verband met de definiëring van de inkomstenverhouding voor de gegevensset van de polisadministratie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2020, nr. 2020-0000154820;
Gelet op artikel 33, elfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de artikelen 15, tweede lid, van de Ziektewet, 1b, zesde lid, van de Werkloosheidswet, 13, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de artikelen 3:13, vierde lid, en 4:2b, vijfde lid, van de Wet arbeid en zorg en artikel 14, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 januari 2021, no. W12.20.0425/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 maart 2021, nr. 2021-0000048277,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 5.1 van het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:
2.
Onder de inkomstenverhouding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, wordt verstaan:de rechtsbetrekking van de werknemer en van de uitkeringsgerechtigde of degene met een uitkering als bedoeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b, van de Wet arbeid en zorg met de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 of de werkgever in de zin van de Wfsv op grond van welke rechtsbetrekking recht bestaat op loon, gage, uitkeringen of verstrekkingen die behoren tot het belastbaar loon op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 of tot de maatstaf voor premieheffing werknemersverzekeringen en volksverzekeringen op grond van de Wfsv of tot het loon, waarover de inhoudingsplichtige of een verzekeringsplichtige een inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de ZVW is verschuldigd.3.
De gegevens over de inkomstenverhouding en de daarmee verband houdende loongerelateerde gegevens worden op grond van artikel 33, vijfde lid, van de Wet SUWI verwerkt in de polisadministratie en worden verkregen via de aangifte door de inhoudingsplichtige dan wel de werkgever op grond van artikel 28, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964.4.
Een inkomstenverhouding begint bij de aanvang van de rechtsbetrekking uit hoofde waarvan recht op loon of gage ontstaat, dan wel bij de aanvang van de rechtsbetrekking ter zake waarvan een uitkeringsgerechtigde een socialezekerheidsuitkering ontvangt, waarover de inhoudingsplichtige of werkgever loonbelasting of premie volksverzekeringen inhoudt dan wel betaalt, premie werknemersverzekeringen betaalt of inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de ZVW betaalt dan wel inhoudt, en eindigt bij het einde van die rechtsbetrekking.5.
In afwijking van het vierde lid eindigt de bestaande inkomstenverhouding en begint een nieuwe inkomstenverhouding indien en op het moment dat:- de verschuldigdheid van de inkomensafhankelijke bijdrage of de inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de ZVW wijzigt;
- een rechtsbetrekking wordt voortgezet als gevolg van een overgang van onderneming:
- in de zin van artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
- in de zin van artikel 38, vijfde lid, van de Wfsv, met uitzondering van een in dat artikellid bedoeld geval van een dergelijke overgang bij faillissement;
- ten aanzien van de inhouding van loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen op het loon of de gage, bedoeld in het tweede lid, de op grond van artikel 25 van de Wet op de loonbelasting 1964 toepasselijke tabel wijzigt; of
- het volgnummer van het loonheffingennummer, op welk volgnummer de rechtsbetrekking in de loonaangifte wordt aangegeven, wijzigt.
6.
In afwijking van het tweede lid worden als een inkomstenverhouding aangemerkt tegelijkertijd bestaande uitkeringen van een inhoudingsplichtige en dezelfde uitkeringsgerechtigde, voor zover de uitkeringen vallen binnen hetzelfde onderdeel:- ouderdomspensioen dat via de werkgever is opgebouwd of ouderdomspensioen dat is opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling of bedrijfstakpensioenregeling;
- nabestaandenpensioen dat via de werkgever is opgebouwd of nabestaandenpensioen dat is opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling of bedrijfstakpensioenregeling;
- arbeidsongeschiktheidspensioen dat via de werkgever is opgebouwd of arbeidsongeschiktheidspensioen dat is opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling of bedrijfstakpensioenregeling;
- lijfrenten die zijn afgesloten in het kader van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst; of
- lijfrenten die niet zijn afgesloten in het kader van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst.
7.
Ter zake van uitkeringsverhoudingen tussen de SVB en dezelfde uitkeringsgerechtigde geldt dat- in afwijking van het tweede lid de rechtsbetrekkingen ter zake van twee of meer uitkeringsverhoudingen als een inkomstenverhouding worden aangemerkt, en
- in afwijking van het vierde lid en het vijfde lid, onderdeel a, de bestaande inkomstenverhouding niet eindigt en geen nieuwe inkomstenverhouding begint indien en op het moment dat de verschuldigdheid van de inkomensafhankelijke bijdrage of de inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de ZVW wijzigt.
8.
In afwijking van het vierde lid begint de inkomstenverhouding ter zake van de in het zesde en zevende lid, bedoelde rechtsbetrekkingen op het moment dat de eerste rechtsbetrekking aanvangt en eindigt als de laatste rechtsbetrekking eindigt.9.
Indien een werknemer met een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 690, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met een schriftelijk beding als bedoeld in artikel 691, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, bij het voortduren van de arbeidsovereenkomst, na de laatst gewerkte dag in een aangiftetijdvak in de twee daarop volgende aangiftetijdvakken geen arbeid op grond van deze arbeidsovereenkomst heeft verricht, wordt de inkomstenverhouding, in afwijking van het vierde lid, beëindigd op de zondag van de laatste week waarin de werknemer arbeid heeft verricht.10.
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen nadere regels worden gesteld voor de uitvoering van dit artikel.ARTIKEL II
Het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Voor de toepassing van dit besluit is het bepaalde in artikel 5.1, vierde tot en met tiende lid, van het Besluit SUWI inzake het begin en einde van de inkomstenverhouding van overeenkomstige toepassing op het begin en einde van de dienstbetrekking.B
In artikel 2, vijfde lid, wordt «een uitkering op grond van artikel 18 van de WW» vervangen door «een calamiteitenuitkering».
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
2.
In afwijking van het eerste lid wordt bij een calamiteitenuitkering onder loon verstaan het in het eerste lid bedoelde loon dat is genoten in de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden.D
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 12c wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien de werknemer in de referteperiode bij één werkgever als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek meerdere dienstbetrekkingen als bedoeld in artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek heeft gehad ten aanzien waarvan een beding als bedoeld in het tweede lid van laatstgenoemd artikel is opgenomen, en de werkgever van het loon uit deze dienstbetrekkingen onder hetzelfde loonheffingennummer opgave heeft gedaan in de loonaangifte, wordt in dit hoofdstuk onder loon tevens verstaan de som van:- het loon uit die meerdere dienstbetrekkingen;
- het ziekengeld, de uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo, en de calamiteitenuitkering uit hoofde van deze dienstbetrekkingen.
3.
Indien vanaf de datum met ingang waarvan een in het tweede lid bedoelde dienstbetrekking is geëindigd, een periode van ten minste twee maanden is verstreken, is het tweede lid niet van toepassing op het loon en de uitkeringen uit hoofde van die eerdere dienstbetrekking of dienstbetrekkingen.4.
De uitkering, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt gesteld op de som van de uitkomst van de volgende berekening per aangiftetijdvak:(100 x G) / Hwaarbij:G staat voor de uitkering; enH staat voor:- 70; of
- indien het uitkeringspercentage hoger is dan 70%, het uitkeringspercentage waarnaar de uitkering is berekend.
G
In artikel 12d, tweede lid, wordt «, en uit de daaraan voorafgaande dienstbetrekkingen, bedoeld in artikel 12c, tweede, derde en vierde lid,» vervangen door «en uit de meerdere dienstbetrekkingen, bedoeld in artikel 12c, tweede lid».
H
Artikel 12e wordt als volgt gewijzigd:
5.
Indien artikel 12c, tweede lid, van toepassing is, staat A tevens voor het ziekengeld, de uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo, en de calamiteitenuitkering, genoten tussen en uit hoofde van de dienstbetrekkingen, bedoeld in dat tweede lid, en staat D voor alle dagloondagen waarop de dienstbetrekkingen, bedoeld in dat tweede lid, hebben bestaan of waarop een hiervoor genoemde uitkering is genoten uit die dienstbetrekkingen, alsmede alle dagloondagen tussen deze dienstbetrekkingen en alle dagloondagen gelegen in het aangiftetijdvak waarin één van de genoemde uitkeringen is genoten. Indien er een of meer aangiftetijdvakken zijn tussen deze dienstbetrekkingen waarin geen loon of geen ziekengeld, uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo, of calamiteitenuitkering uit die dienstbetrekkingen is genoten, staat D, in afwijking van de eerste zin, voor het aantal dagloondagen van de aangiftetijdvakken waarin loon en een hiervoor genoemde uitkering uit die dienstbetrekkingen is genoten.I
Artikel 12f wordt als volgt gewijzigd:
4.
Dit artikel blijft buiten toepassing indien de toepassing van dit artikel leidt tot een lager dagloon.J
In artikel 16, derde lid, wordt «een uitkering» vervangen door «een uitkering die rechtstreeks is betaald aan de werknemer voor zover het recht op de uitkering niet bestaat tijdens en uit hoofde van een dienstbetrekking».
K
Artikel 17, vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:
- gedurende het aangiftetijdvak, bedoeld in het eerste lid, het te vervangen loon mede bestaat uit een uitkering die rechtstreeks is betaald aan de werknemer voor zover het recht op de uitkering niet bestaat tijdens en uit hoofde van een dienstbetrekking.
L
Na artikel 27e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 27f. Overgangsrecht invoering inkomstenverhouding
1.
De artikelen 1, 2, 3, 5, 6, 12c, 12d, 12e, 12f, 16 en 17, zoals deze luiden op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 26 maart 2021 tot wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen in verband met de definiëring van de inkomstenverhouding voor de gegevensset van de polisadministratie (Stb. 2021, 198), blijven van toepassing op uitkeringen waarvan de eerste rechtdag is gelegen voor die datum van inwerkingtreding.2.
Onder de eerste rechtdag, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de WW de eerste dag van werkloosheid verstaan, voor de Wet WIA en WAO de dag dat recht op uitkering is ontstaan en voor de ZW de eerste dag waarover het ziekengeld wordt uitgekeerd.Artikel 27f. Overgangsrecht invoering inkomstenverhouding
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.