Besluit van 31 oktober 2019 tot wijziging van de bedragen van de categorieën, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 3 oktober 2019, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2716167;
Gelet op artikel 23, negende lid, van het Wetboek van Strafrecht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 oktober 2019, No.W16.19.0307/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 29 oktober 2019, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2729715;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht worden de bedragen van € 415, € 4.150, € 8.300, € 20.750, € 83.000 en € 830.000 achtereenvolgens vervangen door € 435, € 4.350, € 8.700, € 21.750, € 87.000 en € 870.000.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.