Part of Smart Yellow Suite

WGK010786
Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 24 november 2021
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord )

Samenvatting

Vanwege de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland terug te dringen is het wenselijk in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen.

Documenten

stb-2019-511 (PDF)

Wet van 18 december 2019 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het om de uitstoot van broeikasgassen in Nederland terug te dringen wenselijk is in een aantal belastingwetten en enige andere wetten wijzigingen aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 3.20, tweede lid, wordt «18%» vervangen door «14%». Voorts wordt «€ 9000» vervangen door «€ 6300».

B

Artikel 10b.1 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Artikel 3.20, tweede lid, vervalt met ingang van 1 januari 2026.

ARTIKEL II

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2021 in artikel 3.20, tweede lid, «14%» vervangen door «10%». Voorts wordt «€ 6.300» vervangen door «€ 4.000».

ARTIKEL III

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2022 in artikel 3.20, tweede lid, «10%» vervangen door «6%». Voorts wordt «€ 4.000» vervangen door «€ 2.400».

ARTIKEL IV

In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 3.20, tweede lid, «6%» vervangen door «5%». Voorts wordt «€ 2.400» vervangen door «€ 2.000».

ARTIKEL V

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13bis, tweede lid, wordt «18%» vervangen door «14%». Voorts wordt «€ 9.000» vervangen door «€ 6.300».

B

Artikel 35o wordt als volgt gewijzigd:

2.
Artikel 13bis, tweede lid, vervalt met ingang van 1 januari 2026.

ARTIKEL VI

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2021 in artikel 13bis, tweede lid, «14%» vervangen door «10%». Voorts wordt «€ 6.300» vervangen door «€ 4.000».

ARTIKEL VII

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2022 in artikel 13bis, tweede lid, «10%» vervangen door «6%». Voorts wordt «€ 4.000» vervangen door «€ 2.400».

ARTIKEL VIII

In de Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 13bis, tweede lid, «6%» vervangen door «5%». Voorts wordt «€ 2.400» vervangen door «€ 2.000».

ARTIKEL IX

In de Wet op belastingen van rechtsverkeer komt artikel 14, eerste lid, te luiden:

1.
De belasting bedraagt 7 percent.

ARTIKEL X

In de Wet op de accijns wordt met ingang van 1 januari 2021 in artikel 27 het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, verhoogd met € 10,00.

ARTIKEL XI

In de Wet op de accijns wordt met ingang van 1 januari 2023 in artikel 27 het bedrag, genoemd in het eerste lid, onderdeel b, verhoogd met € 10,00.

ARTIKEL XII

De Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de in artikel 9, eerste en tweede lid, opgenomen tabellen wordt «Bij een CO2-uitstoot van meer dan» vervangen door «Bij een CO2-uitstoot vanaf». Voorts wordt «maar niet meer dan» vervangen door «tot».

B

In artikel 9c wordt «tot 1 januari 2021» vervangen door «tot 1 januari 2025».

ARTIKEL XIII

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 worden met ingang van 1 januari 2021 in artikel 24b, eerste lid, de bedragen, genoemd in de tweede en derde kolom van de tabel, verhoogd met 5,25%.

ARTIKEL XIV

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 worden met ingang van 1 januari 2022 in artikel 24b, eerste lid, de bedragen, genoemd in de tweede en derde kolom van de tabel, verhoogd met 4,99%.

ARTIKEL XV

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 worden met ingang van 1 januari 2023 in artikel 24b, eerste lid, de bedragen, genoemd in de tweede en derde kolom van de tabel, verhoogd met 4,75%.

ARTIKEL XVI

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 worden met ingang van 1 januari 2024 in artikel 24b, eerste lid, de bedragen, genoemd in de tweede en derde kolom van de tabel, verhoogd met 4,54%.

ARTIKEL XVII

De Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 23b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 24b, eerste lid, worden de bedragen, genoemd in de tweede en derde kolom van de tabel, verlaagd met 4,34%.

C

In artikel 31 wordt «nihil» vervangen door «een kwart van de ingevolge die afdelingen verschuldigde belasting».

ARTIKEL XVIII

De Wet uitwerking Autobrief II wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel XXVIII komt te luiden:

B

Na artikel XXVIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

C

Voor artikel XXX wordt een artikel ingevoegd, luidende:

D

In artikel XXX wordt «1 januari 2021» vervangen door «1 januari 2026».

ARTIKEL XXVIII

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt met ingang van 1 januari 2025 in artikel 23, tweede lid, aanhef, «benzine» vervangen door «benzine, elektriciteit, waterstof».

ARTIKEL XXVIIIA

In de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 vervallen met ingang van 1 januari 2026 de artikelen 23b, 24aa en 31.

ARTIKEL XXVIIIB

In de Provinciewet wordt met ingang van 1 januari 2025 artikel 222, derde lid, als volgt gewijzigd:

ARTIKEL XIX

In Overige fiscale maatregelen 2018 wordt in het in artikel XXVI, onderdeel B, opgenomen artikel XXX «1 januari 2021» vervangen door «1 januari 2026».

ARTIKEL XX

Indien artikel XIX van Overige fiscale maatregelen 2018 eerder in werking treedt dan 1 januari 2025 wordt artikel XVIII van deze wet als volgt gewijzigd:

ARTIKEL XXI

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

C

In artikel 60, eerste lid, wordt het tarief, genoemd bij het eerste aandachtsstreepje, verhoogd met € 0,00642.

D

In artikel 63, eerste lid, wordt het bedrag verhoogd met € 178,14.

ARTIKEL XXII

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2021 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 60, eerste lid, wordt het tarief, genoemd bij het eerste aandachtsstreepje, verhoogd met € 0,00161.

C

In artikel 63, eerste lid, wordt het bedrag verhoogd met € 20,54.

ARTIKEL XXIII

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2022 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 60, eerste lid, wordt het tarief, genoemd bij het eerste aandachtsstreepje, verhoogd met € 0,00161.

ARTIKEL XXIV

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2023 als volgt gewijzigd:

A

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 60, eerste lid, wordt het tarief, genoemd bij het eerste aandachtsstreepje, verhoogd met € 0,00161.

ARTIKEL XXV

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2024 als volgt gewijzigd:

ARTIKEL XXVI

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2025 als volgt gewijzigd:

ARTIKEL XXVII

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2026 als volgt gewijzigd:

ARTIKEL XXVIII

De Wet belastingen op milieugrondslag wordt met ingang van 1 januari 2028 als volgt gewijzigd:

A

In artikel 59 wordt het tarief, genoemd in het eerste lid, onderdeel c, eerste aandachtsstreepje, verhoogd met € 0,001.

ARTIKEL XXIX

De Wet opslag duurzame energie wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, tweede lid, derde lid, aanhef, en vierde lid, wordt «opslag duurzame energie» vervangen door «opslag duurzame energie- en klimaattransitie».

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

D

In artikel 4 wordt «Wet opslag duurzame energie» vervangen door «Wet opslag duurzame energie- en klimaattransitie».

ARTIKEL XXX

ARTIKEL XXXI

Deze wet wordt aangehaald als: Wet fiscale maatregelen Klimaatakkoord.

stb-2020-511 (PDF)

Besluit van 1 december 2020 tot wijziging van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas (uitvalsituaties hoogspanningsnet)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 juni 2020, nr. WJZ / 20172119;

Gelet op artikel 16, vierde lid, onderdeel a, en vijfde lid, van de Elektriciteitswet 1998;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 september 2020, nr. W18.20.0214/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 november 2020, nr. WJZ / 20288989;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 4.2 van het Besluit investeringsplan en kwaliteit elektriciteit en gas worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:

Artikel 4a.1

Een uitvalsituatie in een net met een spanningsniveau van 220 kV of hoger in normaal bedrijf, is vrijgesteld van de norm in de aanhef van artikel 16, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, indien:

Artikel 4a.2

Een uitvalsituatie in een net met een spanningsniveau van 220 kV of hoger tijdens onderhoud, is vrijgesteld van de norm in de aanhef van artikel 16, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, indien:

Artikel 4a.3

Een uitvalsituatie in een net met een spanningsniveau van 110 tot 220 kV in normaal bedrijf, is vrijgesteld van de norm in de aanhef van artikel 16, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, indien:

Artikel 4a.4

Artikel 4a.5

Een uitvalsituatie in een net met een spanningsniveau van 110 kV of hoger is vrijgesteld van de norm in de aanhef van artikel 16, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998 indien die betrekking heeft op:

Artikel 4a.6

Een uitvalsituatie in een net met een spanningsniveau van 110 kV of hoger, is vrijgesteld van de norm in de aanhef van artikel 16, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998, indien de uitvalsituatie betrekking heeft op een netonderdeel waarvoor een ontheffing is aangevraagd als bedoeld in artikel 16, vierde lid, onderdeel b, van de wet, tot de dag na die waarop de beslissing op de aanvraag onherroepelijk is geworden.

Artikel 4b.1

Artikel 4b.2

Autoriteit Consument en Markt neemt het besluit op de aanvraag tot een ontheffing zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zes maanden na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes maanden worden verlengd.

Artikel 4b.3

Aan de ontheffing wordt de voorwaarde verbonden dat wanneer het netonderdeel waarvoor ontheffing wordt verleend ingrijpend wordt gerenoveerd of gemodificeerd, het desbetreffende netonderdeel wordt aangepast overeenkomstig de norm in artikel 16, vierde lid, aanhef, van de Elektriciteitswet 1998 of, indien van toepassing, een vrijstelling in paragraaf 4a van dit besluit.

Artikel 4b.4

Artikel 4b.5

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2021.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.