Besluit van 22 december 2021 tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit bouwwerken leefomgeving in verband met hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 augustus 2021, nr. 2021-0000339705;
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, en 120, eerste lid, van de Woningwet, artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Omgevingswet en artikel 15, vierde lid, van de Richtlijn 2018/2001/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (herschikking) (PbEU 2018, L 328);
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 november 2021, no. W04.21.0232/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 december 2021, nr. 2021-0000652459, CZW;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.94 wordt als volgt gewijzigd:
1.
De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag van een subbrandcompartiment naar een beschermd subbrandcompartiment, gelegen in een ander subbrandcompartiment, is ten minste 20 minuten, waarbij voor de bepaling van de brandwerendheid van de scheidende functie van een scheidingsconstructie alleen rekening wordt gehouden met het beoordelingscriterium vlamdichtheid van de afdichting.B
Tabel 2.91 komt te luiden:
C
Tabel 2.101 komt te luiden:
D
Artikel 2.107 wordt als volgt gewijzigd:
E
Tabel 5.1B komt te luiden:
F
Artikel 5.6 wordt als volgt gewijzigd:
5.
In aanvulling op het vierde lid voldoet bij een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen waarbij een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling of een combinatie daarvan wordt geplaatst, gedeeltelijk vernieuwd, veranderd of vergroot, een gebruiksfunctie aan een minimumwaarde hernieuwbare energie van 30 x (Aroof / Ag;tot) kWh/m2.jr, bepaald volgens NTA 8800, waarbij Aroof / Ag;tot ten hoogste 1,0 is.6.
Het vijfde lid is niet van toepassing op een bouwwerk:- voor zover artikel 5.5 van toepassing is;
- dat is aangesloten of aantoonbaar binnen drie jaar na de renovatie wordt aangesloten op een warmtenet als bedoeld in artikel 1 van de Warmtewet;
- voor zover het als gevolg van locatiegebonden omstandigheden of bouwtechnische belemmeringen niet mogelijk is aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen; of
- waarbij de maatregelen die nodig zijn om aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar, mits de maximale hoeveelheid hernieuwbare energie wordt gerealiseerd die mogelijk is met maatregelen die een terugverdientijd hebben van ten hoogste 10 jaar.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het in dit artikel bepaalde.G
In artikel 9.2, negende lid, wordt «woongebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid,» vervangen door «gebouw zonder een toegankelijkheidssector als bedoeld in artikel 4.27, zesde lid,» en wordt «verleend» vervangen door «aangevraagd».
ARTIKEL II
Het Besluit bouwwerken leefomgeving wordt als volgt gewijzigd:
A
Tabel 5.8 komt te luiden:
B
Aan artikel 5.20 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6.
Bij een ingrijpende renovatie als bedoeld in artikel 2 van de richtlijn energieprestatie gebouwen waarbij een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming of ruimtekoeling wordt geplaatst, gedeeltelijk vernieuwd, veranderd of vergroot, voldoet een gebruiksfunctie aan een minimumwaarde voor hernieuwbare energie van 30 x (Aroof / Ag;tot) kWh/m2.jr, bepaald volgens NTA 8800, waarbij Aroof / Ag;tot ten hoogste 1,0 is.7.
Het zesde lid is niet van toepassing op een bouwwerk:- voor zover artikel 4.155 van toepassing is;
- dat is aangesloten of aantoonbaar binnen drie jaar na de renovatie wordt aangesloten op een warmtenet als bedoeld in artikel 1 van de Warmtewet;
- voor zover het als gevolg van locatiegebonden omstandigheden of bouwtechnische belemmeringen niet mogelijk is aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen; of
- waarbij de maatregelen die nodig zijn om aan de minimumwaarde voor hernieuwbare energie te voldoen een terugverdientijd hebben van meer dan 10 jaar, mits de maximale hoeveelheid hernieuwbare energie wordt gerealiseerd die mogelijk is met maatregelen die een terugverdientijd hebben van ten hoogste 10 jaar.