Part of Smart Yellow Suite

WGK010638
Implementatie Rl bestrijding fraude en vervalsing niet-contante betaalmiddelen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 17 januari 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ

Samenvatting

Implementatie van richtlijn fraude non cash payments. Deze richtlijn beoogt een helder en techniekneutraal wettelijk kader te bieden. Niet-fysieke betaalinstrumenten (pincodes, wachtwoorden, gebruikersnamen) worden onder het bereik van de strafbaarstellingen van de richtlijn gebracht. Daardoor vallen ook gedragingen als "carding", "phishing" en "pharming" onder de voorgestelde strafbaarstellingen.

Documenten

stb-2021-203 (PDF)

Wet van 25 februari 2021, houdende implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering te wijzigen ter implementatie van de richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 80sexies wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 80septies
1.
Onder niet-contant betaalinstrument wordt verstaan:
  1. een beveiligd voorwerp, niet zijnde muntspeciën of munt- of bankbiljetten;
  2. een beveiligde registratie of afgeschermde gegevens,
geschikt voor het initiëren van een betaalopdracht.
2.
Onder niet-contant betaalinstrument wordt mede verstaan een beveiligd voorwerp, een beveiligde registratie of afgeschermde gegevens, geschikt voor het initiëren van een betaalopdracht door middel van virtuele valuta als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme.
B

Artikel 138b, tweede lid, komt te luiden:

2.
Indien het feit wordt gepleegd:
  1. met behulp van een aanzienlijk aantal geautomatiseerde werken die getroffen zijn door het gebruik van een middel als bedoeld in artikel 139d, tweede lid, dat hoofdzakelijk daarvoor geschikt is gemaakt of ontworpen; of
  2. met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen,
wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
C

Artikel 138c wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien de gegevens een niet-contant betaalinstrument betreffen, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
3.
Indien het feit wordt gepleegd met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
D

In de artikelen 139d, tweede lid, onderdeel a, en 350d, onderdeel a, wordt «vervaardigt, verkoopt, verwerft, invoert,» vervangen door: vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, overdraagt, verkoopt, verwerft, vervoert, invoert, uitvoert,.

E

Artikel 232 komt te luiden:

Artikel 232
1.
Hij die opzettelijk een niet-contant betaalinstrument dan wel een voor het publiek beschikbare kaart of een voor het publiek beschikbare drager van identificerende persoonsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van andere prestaties dan betalingen langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk zich of een ander te bevoordelen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruikmaakt van een door misdrijf verkregen, vals of vervalst niet-contant betaalinstrument of van een door misdrijf verkregen, valse of vervalste kaart als waren deze echt of onvervalst dan wel opzettelijk een zodanig betaalinstrument of zodanige kaart aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft, vervoert, invoert, uitvoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het niet-contante betaalinstrument of de kaart bestemd is voor zodanig gebruik.
F

In artikel 234, eerste lid, wordt na «overdraagt» ingevoegd: «, verwerft, vervoert, invoert, uitvoert, verspreidt, anderszins ter beschikking stelt» en wordt «omschreven misdrijven,» vervangen door: omschreven misdrijven dan wel een der misdrijven omschreven in de artikelen 310, 311, 312, 317, 321 en 326, voor zover deze feiten betrekking hebben op de verkrijging van een niet-contant betaalinstrument,.

G

In artikel 248, derde lid, wordt na «245,» ingevoegd: 247, voor zover het betreft met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanige handelingen buiten echt met een derde verleiden.

Artikel 80septies

Artikel 232

ARTIKEL II

In artikel 67, eerste lid, onder b, van het Wetboek van Strafvordering wordt na «138b,» ingevoegd: 138c,.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk te bepalen tijdstip.

stb-2021-204 (PDF)

Besluit van 1 april 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18) (Stb. 2021, 203)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Minister van Justitie en Veiligheid van 30 maart 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3256028;

Gelet op artikel III van de wet van 25 februari 2021 tot implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18) (Stb. 2021, 203);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 25 februari 2021 tot implementatie van Richtlijn 2019/713/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PbEU L 123/18) (Stb. 2021, 203) treedt in werking met ingang van 1 mei 2021.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.