Part of Smart Yellow Suite

WGK010548
Wijziging van enkele besluiten in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 11 september 2019
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Dit besluit strekt tot implementatie van richtlijn 2018/2002/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 houdende wijziging van Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie. De richtlijn gaat over op afstand uitleesbare warmte en koude meters en warmtekostenverdelers. Dit besluit omvat regels over de wijze waarop wordt bepaald of de installatie van deze meetinrichtingen technisch haalbaar en kostenefficiënt is. Daarnaast worden nieuwe informatie eisen geïmplementeerd.

Documenten

stb-2020-367 (PDF)

Besluit van 15 september 2020, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 juni 2020, nr. WJZ / 20170676;

Gelet op de artikel 1, onderdelen 6, 8 en 10 van Richtlijn (EU) 2018/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 houdende wijziging van Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PbEU 2018, L 328), de artikelen 2, negende lid, 4, 5 en 6a, tiende lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en artikelen 8, veertiende lid, en 8b van de Warmtewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 juli 2020 nr. W18.20.0215/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 11 september 2020, nr. WJZ / 20212477;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een doorleverancier verstrekt ten minste eenmaal per jaar een factuur aan een eindgebruiker voor de afgenomen warmte of koude.
C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Op verzoek van een eindgebruiker verstrekt een doorleverancier nadere uitleg over de totstandkoming van de factuur.
D

In artikel 4, eerste lid, aanhef, wordt na «een energieleverancier» ingevoegd «of een doorleverancier».

E

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een doorleverancier die een factuur baseert op meetgegevens die door een eindgebruiker worden uitgelezen, baseert een factuur alleen op het geschatte verbruik als een eindgebruiker niet tijdig de meetgegevens mededeelt.
F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een doorleverancier verstrekt ten minste een keer per jaar een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht aan een eindgebruiker.
G

Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Een doorleverancier verstrekt ten minste iedere maand een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht aan een eindgebruiker die beschikt over een op afstand uitleesbare warmte- of koudemeter die op afstand wordt uitgelezen door middel van een signaal dat verder draagt dan 250 meter. Op verzoek van een eindgebruiker kan de frequentie worden verlaagd.
H

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a
1.
In afwijking van artikel 7, eerste lid, verstrekt een leverancier van warmte of van koude ten minste ieder kwartaal een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht aan een eindafnemer van warmte of van koude die beschikt over een op afstand uitleesbare warmte- of koudemeter die door een leverancier van warmte of van koude nog niet op afstand kan worden uitgelezen. Op verzoek van een eindafnemer kan de frequentie worden verlaagd.
2.
In afwijking van artikel 7, tweede lid, verstrekt een doorleverancier ten minste ieder kwartaal een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht aan eindgebruiker die beschikt over een op afstand uitleesbare warmte- of koudemeter die door een energieleverancier nog niet op afstand kan worden uitgelezen. Op verzoek van een eindgebruiker kan de frequentie worden verlaagd.
I

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Op verzoek van een eindgebruiker verstrekt een doorleverancier nadere uitleg over de totstandkoming van een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht.
J

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

5.
In aanvulling op het eerste en het tweede lid bevat het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht van een eindafnemer van warmte of koude, een doorleverancier of een eindgebruiker:
  1. informatie over de gebruikte brandstofmix en de bijbehorende jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen en een beschrijving van de verschillende belastingen, heffingen en tarieven indien sprake is van warmte uit stadsverwarmingsystemen die geleverd wordt door vergunninghouders;
  2. informatie over relevante klachtenprocedures, ombudsmandiensten of alternatieve geschillenbeslechtingsmechanismen;
  3. in alle gevallen de gegevens bedoeld in het eerste lid, onderdelen d en e;
  4. een klimaatcorrectie voor verwarming en koeling voor de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.
6.
In afwijking van het eerste en tweede lid bevat een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht van een eindafnemer, een doorleverancier of een eindgebruiker waarvan de factuur niet gebaseerd is op het werkelijke verbruik een duidelijke en begrijpelijke uitleg over de wijze waarop het in de factuur genoemde bedrag is berekend en de informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, en in het vijfde lid, onderdeel b.
K

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een doorleverancier verzendt een factuur en een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht naar de desbetreffende eindgebruiker langs elektronische weg, tenzij de eindgebruiker verzoekt om verzending van een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht per post of verzending langs elektronische weg niet mogelijk is.
3.
In aanvulling van het eerste en tweede lid kan ingeval van elektronische facturering een energieleverancier of een doorleverancier ervoor kiezen de vergelijkingen bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, online beschikbaar te stellen en daar in de factuur naar de verwijzen.
L

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Op verzoek van de eindgebruiker verstrekt een doorleverancier de beschikbare factureren en de verbruiks- en indicatieve kostenoverzichten aan een door een eindgebruiker aangewezen aanbieder van energiediensten.
M

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Een doorleverancier verstrekt een factuur of een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht kosteloos aan een eindgebruiker.
3.
Een doorleverancier verstrekt een factuur of een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht kosteloos aan een eindgebruiker. Aan eindgebruikers kunnen redelijke kosten voor de uitvoering van kostenverdeelsystematiek, als bedoeld in artikelen 2, tiende lid, en 6a, elfde lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie, zelf worden toegerekend indien dit door een ander dan de leverancier geschiedt.

Artikel 7a

ARTIKEL II

Na artikel 8 van het Besluit op afstand uitleesbare meetinrichtingen wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8a
In aanvulling op artikel 2, negende lid, en artikel 6a, tiende lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en artikel 8, veertiende lid, van de Warmtewet bepaalt de netbeheerder voor koude of de leverancier van warmte, rekening houdend met de functie en specifieke kenmerken van het gebouw, of de installatie van een individuele meter om het energieverbruik te meten technisch haalbaar of kostenefficiënt is, onderscheidenlijk installatie van individuele kostenverdelers kostenefficiënt is, aan de hand van:
  1. de complexiteit van het leidingstelsel;
  2. in hoeverre de meting een goede weergave geeft van het eigen verbruik;
  3. in hoeverre de eindgebruiker invloed kan uitoefenen op het warmte- koudegebruik;
  4. in hoeverre de besparing opweegt tegen de kosten van de meting aan de hand van de volgende formule: 0,15 * E * P > K + M
waarbij:E = het gemiddelde energieverbruik van de laatste drie jaren naar rato verdeeld over het aantal eindgebruikers gecorrigeerd voor de graaddagen;P = maximumprijs warmtelevering;K = de gemiddelde jaarlijkse kapitaalkosten berekend op basis van een afschrijvingstermijn van 10 jaar en de discontorente;M = jaarlijkse kosten van het uitlezen van de meetinrichtingen.

Artikel 8a

In aanvulling op artikel 2, negende lid, en artikel 6a, tiende lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en artikel 8, veertiende lid, van de Warmtewet bepaalt de netbeheerder voor koude of de leverancier van warmte, rekening houdend met de functie en specifieke kenmerken van het gebouw, of de installatie van een individuele meter om het energieverbruik te meten technisch haalbaar of kostenefficiënt is, onderscheidenlijk installatie van individuele kostenverdelers kostenefficiënt is, aan de hand van:

waarbij:

E = het gemiddelde energieverbruik van de laatste drie jaren naar rato verdeeld over het aantal eindgebruikers gecorrigeerd voor de graaddagen;

P = maximumprijs warmtelevering;

K = de gemiddelde jaarlijkse kapitaalkosten berekend op basis van een afschrijvingstermijn van 10 jaar en de discontorente;

M = jaarlijkse kosten van het uitlezen van de meetinrichtingen.

ARTIKEL III

Artikel 5, eerste lid, van het Warmtebesluit wordt als volgt gewijzigd:

  1. maximaal 100 kilowatt;
  2. meer dan 100 kilowatt tot en met 1.250 kilowatt;.
  1. maximaal 100 kilowatt;
  2. meer dan 100 kilowatt tot en met 1.250 kilowatt;.

ARTIKEL IV

Artikel 7a van het Besluit factuur, verbruiks- en indicatief kostenoverzicht energie, zoals dat komt te luiden na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, vervalt op 1 januari 2022.

ARTIKEL V

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

stb-2020-393 (PDF)

Besluit van 15 oktober 2020 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie en het Besluit tot wijziging van enkele besluiten in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 13 oktober 2020, nr. WJZ / 20250609;

Gelet op artikel IV van de Wet tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie en artikel V van het Besluit tot wijziging van enkele besluiten in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet tot wijziging van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie en de Warmtewet in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie (Stb. 2020, 222) en het Besluit tot wijziging van enkele besluiten in verband met de implementatie van richtlijn 2018/2002/EU betreffende energie-efficiëntie (Stb. 2020, 367) treden in werking op 25 oktober 2020.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.