Part of Smart Yellow Suite

WGK010544
Wijziging van het Besluit stimulering duurzame energieproductie ivm stimulering aanvullende maatregelen ter vermindering broeikasgas

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Economische Zaken en Klimaat
Datum uitgave 3 maart 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Documenten

stb-2020-340 (PDF)

Besluit van 31 augustus 2020 tot wijziging van het Besluit stimulering duurzame energieproductie in verband met de stimulering van aanvullende maatregelen ter vermindering van broeikasgas

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 februari 2020, nr. WJZ / 20028115;

Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 april 2020, nr. W18.20.0032/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 augustus 2020, nr. WJZ/20164067;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit stimulering duurzame energieproductie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

B

In de titel van paragraaf 2 wordt «en hernieuwbare warmte» vervangen door «, hernieuwbare warmte en vermindering van broeikasgas» .

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. de vermindering van broeikasgas aan een producent die een productie-installatie voor de vermindering van broeikasgas in stand houdt, om gedurende een bepaalde periode het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van deze vermindering van broeikasgas en de gemiddelde kostprijs van uitstoot van broeikasgas geheel of gedeeltelijk te compenseren.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen onder meer voor de wijze van rangschikking van aanvragen, de wijze van vergelijking van verschillende productie-installaties ten behoeve van de rangschikking of de berekening van de subsidiabele productie omrekenfactoren worden vastgesteld:
  1. voor andere broeikasgassen dan koolstofdioxide naar koolstofdioxide-equivalenten;
  2. van kWh naar kg broeikasgas;
  3. naar de productie van duurzame energie of vermindering van broeikasgas in Nederland;
  4. voor andere eenheden die van invloed zijn op de berekening van de vermindering van broeikasgas.
8.
De vaststelling van de omrekenfactoren, bedoeld in het zevende lid, kan verschillen per categorie productie-installaties.
D

In artikel 3, derde lid, onderdeel a, wordt na «hernieuwbare energiebronnen» ingevoegd «of die voor het eerst dient ter vermindering van broeikasgas».

E

In de aanhef van artikel 4, tweede lid, wordt na «250 MW» ingevoegd «, dan wel voor een productie-installatie voor de vermindering van broeikasgas».

F

In artikel 5 wordt na «en hernieuwbare warmte» ingevoegd «, dan wel de vermindering van broeikasgas» en na «extra is geproduceerd» ingevoegd «respectievelijk is gerealiseerd».

G

Artikel 5a komt te luiden:

Artikel 5a
Indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en er daardoor voor dezelfde periode, of gedeeltelijk voor dezelfde periode, twee of meer beschikkingen zijn afgegeven voor dezelfde productie-installatie en dezelfde soort hernieuwbare energie of dezelfde vorm van vermindering van broeikasgas, wordt in een kalenderjaar de hernieuwbare elektriciteit, het hernieuwbare gas of de hernieuwbare warmte dan wel de vermindering van broeikasgas die onder een later afgegeven beschikking extra wordt geproduceerd respectievelijk is verminderd, subsidiabel indien de subsidiabele productie van de eerder afgegeven beschikking of beschikkingen volledig is benut.
H

In artikel 6, eerste lid, wordt na «de productie-installatie» ingevoegd «, in voorkomend geval na uitbreiding of renovatie,».

I

Artikel 7 wordt als gewijzigd:

2.
Indien een categorie productie-installaties bij ministeriële regeling is aangewezen als een categorie productie-installaties als bedoeld in de artikelen 15, derde lid, 23, derde lid, 32, derde lid, 40, derde lid, 48, derde lid, 55, derde lid, 55j, derde lid, of 55q, derde lid, kan Onze Minister op verzoek van de subsidie-ontvanger de periode waarover subsidie wordt verstrekt met ten hoogste een jaar verlengen om het ongebruikte aantal kWh of kg broeikasgas dat voor subsidie in aanmerking komt, te produceren onderscheidenlijk te verminderen.
J

Na artikel 55b wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

K

In artikel 56, vierde lid, onderdeel e, wordt na «in te voeden kWh» ingevoegd «, dan wel in Nederland te verminderen kg broeikasgas,».

L

In artikel 57, eerste lid, onderdelen a en b wordt na «of hernieuwbare warmte» ingevoegd «dan wel de vermindering van broeikasgas».

M

Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond, of de maximale productie in kWh, of de maximale vermindering van broeikasgas in kg zou worden overschreden, worden steeds de aanvragen om subsidie met het laagste rangschikkingsbedrag, uitgedrukt in euro per 1000 kg vermindering van broeikasgas geacht eerder te zijn ontvangen. Indien honorering van alle aanvragen om subsidie met het laagste rangschikkingsbedrag, uitgedrukt in euro per 1000 kg vermindering van broeikasgas die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond, of de maximale productie in kWh of de maximale vermindering van broeikasgas in kg zou worden overschreden, stelt Onze Minister de volgorde van ontvangst van deze aanvragen vast door middel van loting.
4.
Bij de toepassing van het tweede lid:
  1. wordt een gebundelde aanvraag behandeld als één aanvraag, waarbij als rangschikkingsbedrag geldt het rangschikkingsbedrag van de aanvraag met het hoogste rangschikkingsbedrag van de bundel;
  2. worden bij de loting alle op de desbetreffende dag ontvangen aanvragen met hetzelfde rangschikkingsbedrag betrokken.
N

Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Onze Minister rangschikt de aanvragen waarop niet met toepassing van artikel 59 afwijzend wordt beslist zodanig dat een aanvraag hoger wordt gerangschikt indien:
  1. voor hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas of hernieuwbare warmte het tenderbedrag per kWh lager is;
  2. voor hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas, hernieuwbare warmte of vermindering van broeikasgas het tenderbedrag per kg vermindering broeikasgas lager is;
  3. voor hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas, hernieuwbare warmte of vermindering van broeikasgas het verschil tussen tenderbedrag en langetermijnenergieprijs of langetermijnbroeikasgasbedrag lager is.
  1. de uitwerking van de criteria, bedoeld in het eerste lid;.
O

In artikel 63a, eerste lid, wordt «en de volledigheid van de krachtens artikel 11a.2 van de Wet milieubeheer benodigde conformiteitsbeoordelingsverklaringen» vervangen door «en de volledigheid van de vereiste, krachtens artikel 11a.2 van de Wet milieubeheer afgegeven conformiteitsbeoordelingsverklaringen».

P

Na artikel 63a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 63b
1.
In de beschikking tot subsidieverlening kan aan de subsidieontvanger de verplichting worden opgelegd een verklaring te overleggen over de opbrengsten en vermeden kosten die voor de subsidie-ontvanger voortvloeien uit het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten, bedoeld in titel 16.2 van de Wet milieubeheer.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de verklaring, bedoeld in het eerste lid.
Q

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Een voorschot aan een subsidie-ontvanger die broeikasgas vermindert bedraagt het product van:
  1. het in de beschikking tot subsidieverlening per kalenderjaar vastgestelde maximum aantal kg broeikasgas, waar op verzoek van de producent het aantal kg broeikasgas, bedoeld in artikel 55j, derde of vierde lid, of 55q, derde of vierde lid, bij opgeteld kan worden; en
  2. het fasebedrag of basisbedrag dan wel het tenderbedrag verminderd met de op grond van artikel 55i, vierde lid, dan wel artikel 55p, vierde lid, vastgestelde correcties,
met dien verstande dat in het daaropvolgende kalenderjaar de hoogte van het voorschot wordt vastgesteld op basis van het in het voorgaande kalenderjaar feitelijk geproduceerde en voor subsidie in aanmerking komend aantal kg broeikasgas en het gecorrigeerde bedrag, bedoeld in artikel 55i, derde lid, dan wel artikel 55p, derde lid.
5
Onze Minister verstrekt per jaar slechts een voorschot tot ten hoogste in de beschikking tot subsidieverlening per kalenderjaar vastgestelde maximum aantal kWh dan wel kg broeikasgas waar op verzoek van de producent, het aantal kWh, bedoeld in artikel 15, derde of vierde lid, 23, derde of vierde lid, 32, derde of vierde lid, 40, derde of vierde lid, 48, derde of vierde lid, of 55, derde of vierde lid, dan wel kg broeikasgas als bedoeld in artikel 55j, derde of vierde lid of artikel 55q, derde of vierde lid, bij opgeteld kan worden.
R

Artikel 68, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1.
Onze Minister verstrekt de in artikel 67, eerste, tweede, derde en vierde lid, bedoelde voorschotten in maandelijkse bedragen, tenzij bij ministeriële regeling is bepaald dat voor een bepaalde categorie productie-installaties het voorschot in een jaarlijks bedrag wordt verstrekt. De som van de maandelijkse bedragen of van het jaarlijkse bedrag bedraagt niet meer dan 80% van het product van:
  1. het in de beschikking tot subsidieverlening per kalenderjaar vastgestelde maximum aantal kWh dan wel maximum aantal kg broeikasgas, waar op verzoek van de producent, het aantal kWh, bedoeld in artikel 15, derde of vierde lid, 23, derde of vierde lid, 32, derde of vierde lid, 40, derde of vierde lid, 48, derde of vierde lid, of 55, derde of vierde lid, respectievelijk het aantal kg broeikasgas, bedoeld in artikel 55j, derde of vierde lid, of 55q, derde of vierde lid, bij opgeteld kan worden; en
  2. het basisbedrag dan wel het tenderbedrag verminderd met de op grond van de artikelen 14, vijfde lid, 31, vijfde lid, of 47, vijfde lid, of artikel 55i, vierde lid, dan wel de artikelen 22, vijfde lid, 39, vijfde lid, of 54, vijfde lid, of 55p, vierde lid, vastgestelde correcties.
S

In artikel 71, tweede lid, wordt «of artikel 54, vierde lid» vervangen door «artikel 54, vierde lid, artikel 55i, derde lid, of artikel 55p, derde lid».

T

Aan artikel 74 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Op aanvragen om subsidie die in de periode tussen 1 januari 2015 en 1 november 2020 zijn ingediend, op subsidies die in de periode tussen 1 januari 2015 en 1 juli 2020 zijn verleend en op subsidies die in de periode tussen 1 januari 2015 en 1 november 2020 zijn vastgesteld blijft het recht van toepassing zoals dat luidde onmiddellijk vóór 1 november 2020.
U

In artikel 76 wordt «Besluit stimulering duurzame energie» vervangen door «Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie».

Artikel 5a

Indien sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel a, en er daardoor voor dezelfde periode, of gedeeltelijk voor dezelfde periode, twee of meer beschikkingen zijn afgegeven voor dezelfde productie-installatie en dezelfde soort hernieuwbare energie of dezelfde vorm van vermindering van broeikasgas, wordt in een kalenderjaar de hernieuwbare elektriciteit, het hernieuwbare gas of de hernieuwbare warmte dan wel de vermindering van broeikasgas die onder een later afgegeven beschikking extra wordt geproduceerd respectievelijk is verminderd, subsidiabel indien de subsidiabele productie van de eerder afgegeven beschikking of beschikkingen volledig is benut.

Artikel 55c

Aan de producent die broeikasgas vermindert door een bij regeling van Onze Minister aan te wijzen categorie productie-installaties, kan subsidie worden verleend.

Artikel 55d

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 2, derde lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van binnenkomst.

Artikel 55e

Artikel 55f

Artikel 55g

Artikel 55h

Het fasebedrag, bedoeld in artikel 55e, of het basisbedrag, bedoeld in artikel 55f, en het basisbroeikasgasbedrag, bedoeld in artikel 55g, die gelden op het moment van aanvraag van de subsidie, gelden gedurende de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt.

Artikel 55i

Artikel 55j

Artikel 55k

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het fasebedrag, bedoeld in artikel 55e, of het basisbedrag, bedoeld in artikel 55f, en het basisbroeikasgasbedrag, bedoeld in artikel 55g, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal kg verminderde broeikasgas.

Artikel 55l

De bepalingen in deze paragraaf gelden indien ingevolge artikel 2, derde lid, wordt gekozen voor verdeling op volgorde van rangschikking.

Artikel 55m

Artikel 55n

Artikel 55o

Artikel 55p

Artikel 55q

Artikel 55r

De subsidie bedraagt ten hoogste het verschil tussen het tenderbedrag, bedoeld in artikel 55m, en het basisbroeikasgasbedrag, bedoeld in artikel 55n, vermenigvuldigd met het in de beschikking tot subsidieverlening voor de gehele periode waarover subsidie wordt verstrekt bepaald maximum aantal kg verminderde broeikasgas.

Artikel 63b

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2020.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.