Wet van 5 februari 2020 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Verzamelwet VWS 2020)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wijzigingen, bijstellingen en technische verbeteringen aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 43, derde lid, komt te luiden:
3.
In aanvulling op het in het tweede lid bepaalde wordt bij een aanvraag voor een nieuwe indicatie voor een bekende stof, aan de aanvrager gegevensexclusiviteit toegekend voor een niet-cumulatieve periode van een jaar, mits de relevante preklinische of klinische studies met betrekking tot de nieuwe indicatie zijn uitgevoerd.B
Aan artikel 49 wordt een lid toegevoegd, luidende:
10.
De houder van de handelsvergunning van een geneesmiddel waarop veiligheidskenmerken zijn aangebracht draagt zorg voor de opzet en het beheer van en de toegang tot het systeem van gegevensbanken dat informatie over de veiligheidskenmerken bevat, bedoeld in artikel 54 bis, tweede lid, onder e, van richtlijn 2001/83, waaronder het vermelden, bijhouden en verwijderen van gegevens in dat systeem, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.C
Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:
5.
De fabrikant van een geneesmiddel waarop veiligheidskenmerken zijn aangebracht draagt zorg voor de opzet en het beheer van en de toegang tot het systeem van gegevensbanken dat informatie over de veiligheidskenmerken bevat, bedoeld in artikel 54 bis, tweede lid, onder e, van die richtlijn, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.D
Na artikel 71 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 72
De apotheker, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder a, en de huisarts, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder b, controleren de veiligheidskenmerken bedoeld in artikel 69, eerste lid, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.E
Artikel 82, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
F
In artikel 101 wordt «69, eerste tot en met derde lid,» vervangen door «69, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 72,».
Artikel 72
De apotheker, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder a, en de huisarts, bedoeld in artikel 61, eerste lid, onder b, controleren de veiligheidskenmerken bedoeld in artikel 69, eerste lid, overeenkomstig bij ministeriële regeling te stellen regels.
ARTIKEL II
Artikel 2.5.5 van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet vervalt.
ARTIKEL III
De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 1a.2 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Een rechtspersoon laat een vertrouwenspersoon slechts voor hem werken nadat deze hem een verklaring omtrent het gedrag heeft overgelegd die niet ouder is dan drie maanden.2.
Een vertrouwenspersoon die niet voor een rechtspersoon werkzaam is, is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie jaar.3.
Indien een ingevolge artikel 9.2 met het toezicht belaste ambtenaar redelijkerwijs mag vermoeden dat een vertrouwenspersoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag of een rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid dit ten aanzien van een voor hem werkzame vertrouwenspersoon redelijkerwijs mag vermoeden, verlangt deze ambtenaar of rechtspersoon dat de vertrouwenspersoon zo spoedig mogelijk opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt, die niet ouder is dan drie maanden.C
In de artikelen 2.2, tweede lid, onderdeel b, 3.1, eerste lid, 7.4.1, tweede lid, 9.1, eerste lid, onderdeel d, en 12.3, zesde lid, wordt «het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» telkens vervangen door «Veilig Thuis».
D
In artikel 2.6, tweede lid, wordt «artikel 4.1.6, eerste, tweede, derde en vijfde lid» vervangen door «artikel 4.1.6, eerste, tweede, vierde en vijfde lid».
E
Artikel 4.1.6 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Indien een ingevolge artikel 9.2 met het toezicht belaste ambtenaar redelijkerwijs mag vermoeden dat een vertrouwenspersoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag of een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling dit ten aanzien van een voor hem werkzame vertrouwenspersoon redelijkerwijs mag vermoeden, verlangt deze ambtenaar of rechtspersoon dat de vertrouwenspersoon zo spoedig mogelijk opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt, die niet ouder is dan drie maanden.Ea
Artikel 4.3.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Eb
In artikel 4.3.2, eerste lid, onderdeel d, wordt «en van andere voor jeugdigen en ouders geldende regelingen, alsmede een regeling als bedoeld in artikel 4.2.5, tweede lid» vervangen door «en andere voor jeugdigen en ouders geldende regelingen».
F
In artikel 7.4.1, eerste lid, wordt «de jeugdhulp, preventie, jeugdhulp, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «jeugdhulp, preventie, Veilig Thuis».
G
In artikel 9.2, zesde lid, wordt «de advies- en meldpunten huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «Veilig Thuis».
H
In artikel 12.4, eerste lid, onderdeel d, wordt «advies- en meldpunten voor huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «Veilig Thuis».
ARTIKEL IV
De Wet afbreking zwangerschap wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van de onderdelen a tot en met f tot a tot en met e.
B
Artikel 7, tweede volzin, komt te luiden: «De voorschriften mogen slechts betrekking hebben op de tariefstelling en de onderwerpen waaromtrent en voor zover daarover bij of krachtens de artikelen 5 en 6 eisen zijn gesteld.»
C
In artikel 20a, vervalt het tweede lid, onder vernummering van de leden één tot en met vier tot één tot en met drie.
ARTIKEL V
In artikel 42d, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».
ARTIKEL VI
In artikel 49c, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».
ARTIKEL VII
In artikel 35i, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende pensioengrondslag of de vast te stellen garantietoeslag ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende minimum-pensioengrondslag op maandbasis» vervangen door «of de vast te stellen garantietoeslag op de datum van deze aanvraag».
ARTIKEL VIII
In artikel 10a, tweede lid, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting wordt «10, derde lid» vervangen door «10, tweede lid».
ARTIKEL VIIIa
De Wet experiment gesloten coffeeshopketen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, tweede lid, wordt «aan een aangewezen gemeente» vervangen door «in een aangewezen gemeente».
B
In artikel 10 wordt «aan een coffeeshop» vervangen door «ten aanzien van een coffeeshop».
ARTIKEL IX
De Wet foetaal weefsel wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7a wordt «artikel 21, vierde lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens» vervangen door «artikel 28 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming».
B
In artikel 13, tweede lid, wordt «de artikelen 5, 6 en 11» vervangen door «de artikelen 5, 7 en 11».
ARTIKEL X
In artikel 2, derde lid, van de Wet geneesmiddelenprijzen wordt «Europese Bank» vervangen door «Europese Centrale Bank».
ARTIKEL XI
De Wet inzake bloedvoorziening wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Deze wet is niet van toepassing op producten welke zijn afgenomen ten behoeve van het stellen van een diagnose bij de degene van wie het product is afgenomen.B
Aan artikel 16, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
Aan artikel 17, vierde lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
Artikel 25 vervalt.
ARTIKEL XII
De Wet langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:
aA
Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4.2.1, eerste lid, onderdeel c, door een komma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
A
Artikel 5.2.1 vervalt.
B
In artikel 5.2.2, tweede lid, vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
C
Artikel 5.2.3 komt te luiden:
Artikel 5.2.3
1.
De jaarrekening, bedoeld in artikel 5.2.2 behoeft de goedkeuring van Onze Minister.2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de inhoud en inrichting van:- de jaarrekening, bedoeld in artikel 5.2.2;
- de accountantscontrole van de jaarrekening, bedoeld in artikel 5.2.2;
- het bij de jaarrekening, bedoeld in artikel 5.2.2, behorende verslag van bevindingen.
3.
Na de goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, stelt het Zorginstituut de jaarrekening van het Fonds langdurige zorg algemeen verkrijgbaar.D
In artikel 11.2.8, eerste lid, aanhef wordt «uiterlijk zes jaar na de intrekking van die wet» vervangen door «voor 1 juli 2021».
Da
In artikel 11.2.12 wordt «van ’s Rijks schatkist» vervangen door «van het Fonds langdurige zorg».
E
In hoofdstuk 11 na artikel 11.5.1 wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
Artikel 5.2.3
Artikel 11.6.1
ARTIKEL XIII
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
In artikel 1.2.2, derde lid, vervallen de zinsnede «niet rechtmatig» en de laatste zin van dat lid.
C
In de artikelen 2.1.4, derde lid en vierde lid, onderdeel b, en 2.1.4a, vierde lid en vijfde lid, onderdeel b, wordt telkens «de gehuwde cliënten» vervangen door «de gehuwde cliënt en diens echtgenoot».
D
Het opschrift van hoofdstuk 3a, § 1, komt te luiden:
E
Aan artikel 2.5.4, derde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende «In artikel 5.1.3, derde lid (nieuw), vervalt op dat tijdstip eveneens de zinsnede «en derde».»
F
In artikel 3a.1.1, vijfde lid, onderdeel 3°, wordt «de cliënt» vervangen door «de persoon».
G
Artikel 3a.1.2 komt als volgt te luiden:
Artikel 3a.1.2
Onze Minister draagt er zorg voor dat:- personen op ieder moment van de dag kosteloos en anoniem een telefonisch of elektronisch gesprek kunnen voeren over hun persoonlijke situatie en daarover advies kunnen krijgen, en
- personen die bij een melding aan een Veilig Thuis-organisatie zijn betrokken een beroep kunnen doen op een vertrouwenspersoon.
H
Het opschrift van hoofdstuk 4 komt te luiden:
I
Het opschrift van hoofdstuk 4, § 1, komt te luiden:
J
In artikel 4.1.1, eerste lid, wordt «de organisatie van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «de inrichting van een Veilig Thuis-organisatie».
K
In de artikelen 4.1.1, tweede lid, aanhef en onderdeel f, en derde tot en met vijfde lid, 4.2.1, eerste tot en met derde lid, 4.2.2, tweede lid, aanhef, 4.2.4, eerste tot en met derde lid, 4.2.5, eerste lid, aanhef, en tweede lid, 4.2.6, eerste en tweede lid, 4.2.7, eerste lid, tweede lid, onderdelen a, c en d, derde en vijfde lid, 4.2.8, 4.2.10, eerste lid en tweede lid, aanhef en onderdeel b, 4.2.11, tweede tot en met vierde lid, 4.2.12, eerste en vierde lid, 4.2.13, 4.2.14, 4.3.1, eerste lid, 4.3.2, vijfde lid, 5.1.6, eerste en tweede lid, 5.2.9, eerste lid, 5.3.1, eerste en tweede lid, 5.3.2, eerste lid, 5.3.3, eerste en derde lid, en 5.3.5, eerste lid, worden «Het AMHK» en «het AMHK» telkens vervangen door «Veilig Thuis».
Ka
In artikel 4.1.1, vijfde lid, wordt «een AMHK» vervangen door «een Veilig Thuis-organisatie».
L
In artikel 4.2.4, vierde lid, aanhef, wordt «het AMHK» vervangen door «Veilig Thuis» en wordt «AMHK’s» vervangen door «Veilig Thuis-organisaties».
M
Artikel 4.2.6, wordt als volgt gewijzigd:
4.
Een rechtspersoon laat een vertrouwenspersoon slechts voor hem werken nadat deze hem een verklaring omtrent het gedrag heeft overgelegd die niet ouder is dan drie maanden.5.
Een vertrouwenspersoon die niet voor een rechtspersoon werkzaam is, is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie jaar.6.
Indien een ingevolge artikel 9.2 met het toezicht belaste ambtenaar redelijkerwijs mag vermoeden dat een vertrouwenspersoon niet langer voldoet aan de eisen voor het afgeven van een verklaring omtrent het gedrag of een rechtspersoon als bedoeld in het eerste lid dit ten aanzien van een voor hem werkzame vertrouwenspersoon redelijkerwijs mag vermoeden, verlangt deze ambtenaar of rechtspersoon dat de vertrouwenspersoon zo spoedig mogelijk opnieuw een verklaring omtrent het gedrag overlegt, die niet ouder is dan drie maanden.N
Artikel 4.2.7, vierde lid, aanhef, komt te luiden:
Bij de klachtencommissie, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan een klacht tegen een Veilig Thuis-organisatie worden ingediend over een gedraging van die Veilig Thuis-organisatie of van voor haar werkzame personen jegens een andere persoon bij de uitvoering van de taken van Veilig Thuis».O
Artikel 4.2.11 wordt als volgt gewijzigd:
P
Artikel 4.3.2 wordt als volgt gewijzigd:
Q
In artikel 4.3.3, derde lid, wordt «artikel 9.2, derde lid, van de Jeugdwet» vervangen door «artikel 4.3.1, tweede lid».
R
In artikel 4.3.4, eerste en tweede lid, wordt «een AMHK» vervangen door «een Veilig Thuis-organisatie».
S
In artikel 5.2.3 wordt voor «2.1.4b, tweede lid» ingevoegd «artikel» en wordt «de de» vervangen door «de».
T
Artikel 5.2.4 wordt als volgt gewijzigd:
U
In de artikelen 5.2.6 en 5.3.1, derde lid, wordt «een AMHK» vervangen door «Veilig Thuis».
V
In artikel 5.3.3, vierde lid, wordt «omtrent de wijze waarop een AMHK gegevens verwerkt en over de uitwisseling van gegevens tussen een AMHK en andere AMHK’s» vervangen door «over de wijze waarop een Veilig Thuis-organisatie gegevens verwerkt en over de uitwisseling van gegevens tussen een Veilig Thuis-organisatie en andere Veilig Thuis-organisaties».
W
Artikel 5.3.4 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3a.1.2
Onze Minister draagt er zorg voor dat:
ARTIKEL XIV
De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, wordt «handelingen op individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg» vervangen door «individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidzorg».
B
Artikel 56a wordt als volgt gewijzigd:
8.
Bij de krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan voor een daarbij aangewezen vorm van zorg worden bepaald dat de zorgautoriteit geen beschikbaarheidbijdrage verstrekt dan nadat Onze Minister daarvoor een verklaring van geen bezwaar heeft verleend.9.
Onze Minister kan een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in het achtste lid slechts onthouden vanwege strijd met het recht of het algemeen belang.C
In de artikelen 83, eerste lid, en 88, eerste lid, vervalt «35, tweede lid, ».
ARTIKEL XIVa
In de artikelen 20, onderdeel A, en 21, onderdeel A, van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 wordt het cijfer 2 voor de zinsnede «Voordat de zorgaanbieder het beleidsplan vaststelt» telkens vervangen door het cijfer 3.
ARTIKEL XV
Artikel 14 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XVa
De Wet medische hulpmiddelen wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 5a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5b Beschikbaar houden van documenten
1.
De fabrikant, dan wel zijn gemachtigde, draagt er zorg voor dat de documentatie, bedoeld in bijlage IX, hoofdstuk III, punt 7, van Verordening (EU) 2017/745 en bijlage IX, hoofdstuk III, punt 6, van Verordening (EU) 2017/746 gedurende in die bijlagen genoemde termijn ter beschikking blijft van Onze Minister, ook indien hij voor het verstrijken van die termijn failliet wordt verklaard of zijn bedrijfsactiviteiten staakt.2.
De opdrachtgever, dan wel zijn contactpersoon, dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger, draagt er zorg voor dat de documentatie, bedoeld in bijlage XV van Verordening (EU) 2017/745 en bijlage XIV bij Verordening (EU) 2017/746 gedurende in die bijlagen genoemde termijn ter beschikking blijft van Onze Minister, ook indien hij voor het verstrijken van die termijn failliet wordt verklaard of zijn bedrijfsactiviteiten staakt.B
In artikel 12, onderdeel b, wordt de zinsnede «10, tweede, derde en zesde tot en met twaalfde» vervangen door «10, tweede tot en met twaalfde».
C
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
D
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
- de validering van aanvraagdossiers, bedoeld in de artikelen 70, eerste lid, derde volzin, van Verordening (EU) 2017/745, en 66, eerste lid, derde volzin, van Verordening (EU) 2017/746;
Artikel 5b Beschikbaar houden van documenten
ARTIKEL XVI
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel «geneeskunst», onder b, wordt aan het begin van de zin ingevoegd «ertoe strekken».
B
In artikel 7, onderdeel e, wordt «zulks voortvloeit uit» vervangen door «ten aanzien van de ingeschrevene» en wordt na «bestuursrechtelijke beslissing» ingevoegd «van kracht is,».
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 48a wordt in het tweede lid, «strekkende tot» vervangen door «over» en in het derde lid «niet ontvankelijk» door «niet-ontvankelijk».
E
Artikel 49 wordt vervangen door:
Artikel 49
1.
Degene aan wie een boete als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder c, is opgelegd, wordt door Onze Minister bij gedagtekende brief uitgenodigd de verschuldigde geldboete binnen de gestelde termijn dan wel met inachtneming van de gestelde termijnen te betalen.2.
Indien de schuldenaar niet binnen de gestelde termijn betaalt, maant Onze Minister hem schriftelijk aan om alsnog binnen tien dagen na dagtekening van de aanmaning te betalen.Artikel 49a
1.
De beslissing tot het opleggen van een geldboete levert een executoriale titel op, die met toepassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten uitvoer kan worden gelegd. De secretaris van het tuchtcollege verstrekt een afschrift van de beslissing aan de partij die tot de tenuitvoerlegging van de beslissing kan overgaan, opgemaakt in executoriale vorm.2.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de tenuitvoerlegging van een beslissing als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder c.Artikel 49b
Op een veroordeling in de kosten bedoeld in artikel 69, vijfde lid, is artikel 49a van overeenkomstige toepassing.F
In artikel 65d, derde lid, wordt «als klager wordt aangemerkt» vervangen door «als klager aangemerkt».
G
Na artikel 65e wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 65f
Onze Minister kan ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd aanwijzen aan wie dezelfde bevoegdheden toekomen als waarover de inspecteur, bedoeld in artikel 65, eerste lid, onderdeel d, beschikt voor het voeren van een procedure bij een tuchtcollege in eerste aanleg als bedoeld in deze paragraaf of in beroep als bedoeld in paragraaf 5 van dit hoofdstuk.H
In artikel 67a wordt in het eerste lid «regionaal» vervangen door «regionale».
I
In artikel 67b, tweede lid, wordt «voorkomen» vervangen door «voorkomt».
Ia
In artikel 69, vierde lid, wordt «hebben plaatsgevonden» vervangen door «heeft plaatsgevonden».
J
In artikel 73, vijfde lid, wordt «derde lid» telkens vervangen door «vierde lid».
K
Aan artikel 79 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5.
Onze Minister kan ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd aanwijzen aan wie dezelfde bevoegdheden toekomen als waarover de inspecteur, bedoeld in het eerste lid, beschikt voor het voeren van een procedure als bedoeld in dit hoofdstuk.L
In artikel 98a wordt «uit oefenen» vervangen door «uit te oefenen».
Artikel 49
Artikel 49a
Artikel 49b
Op een veroordeling in de kosten bedoeld in artikel 69, vijfde lid, is artikel 49a van overeenkomstige toepassing.
Artikel 65f
Onze Minister kan ambtenaren van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd aanwijzen aan wie dezelfde bevoegdheden toekomen als waarover de inspecteur, bedoeld in artikel 65, eerste lid, onderdeel d, beschikt voor het voeren van een procedure bij een tuchtcollege in eerste aanleg als bedoeld in deze paragraaf of in beroep als bedoeld in paragraaf 5 van dit hoofdstuk.
ARTIKEL XVII
In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal «7, eerste, tweede en vierde lid» vervangen door «7, eerste of derde lid».
ARTIKEL XVIII
In artikel 5, derde lid, van de Wet op de zorgtoeslag wordt «verzekeringplicht» vervangen door «verzekeringsplicht».
ARTIKEL XIX
De Wet op het RIVM wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
- monitoring, surveillance en onderzoek te verrichten dat is gericht op ondersteuning van de beleidsontwikkeling, de beleidsuitvoering, de bewaking van de veiligheid en de uitoefening van toezicht op het gebied van de volksgezondheid en het milieu;
- de landelijke aansturing en begeleiding uit te voeren van preventieprogramma’s die bij besluit van Onze Minister zijn vastgesteld;
- deel te nemen aan internationale samenwerkingsverbanden en onderzoek en daarbij inhoudelijk coördinerend op te treden wanneer dit voor de uitvoering van de taken, bedoeld in de onderdelen a tot en met c, wenselijk is;
D
Artikel 4 komt te luiden:
Artikel 4
De directeur-generaal stelt periodiek een meerjarenprogramma voor onderzoek, innovatie en expertiseontwikkeling op dat hij noodzakelijk acht voor het verwerven van inzichten en de ontwikkeling van methoden om de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, adequaat te kunnen uitvoeren.E
In artikel 5 wordt de zinsnede «de in de meerjaren-activiteitenprogramma’s opgenomen onderzoeken» vervangen door «de onderzoeken, bedoeld in artikel 3,».
F
De artikelen 6, 9 en 10 vervallen onder vernummering van de artikelen 7, 8, 11 en 12 tot 6 tot en met 9.
G
Artikel 6 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 6
Onze Minister zendt rapporten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, en meerjarenbeleidsplannen aan de Staten-Generaal.H
De aanduiding van hoofdstuk 3 wordt opgenomen na artikel 6 (nieuw).
I
Artikel 7 (nieuw) komt te luiden:
Artikel 7
1.
Er is een commissie van toezicht die tot taak heeft het wetenschappelijk niveau van het RIVM en de onafhankelijkheid van het onderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, te bewaken. De commissie rapporteert hierover jaarlijks aan Onze Minister.2.
Onverminderd het vierde lid bestaat de commissie van toezicht uit ten hoogste zeven leden, waaronder de voorzitter.3.
De leden worden door Onze Minister in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Economische Zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat benoemd voor een periode van vier jaar. De leden kunnen worden herbenoemd voor eenzelfde periode. De voorzitter en één ander lid worden benoemd op de voordracht van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.4.
Indien dat voor een specifieke onderzoeksopdracht wenselijk is, kan Onze Minister na overleg met Onze Ministers die het mede aangaat, op verzoek van de voorzitter voor de duur van het onderzoek één of meer leden aan de commissie toevoegen met deskundigheid op een specifiek terrein van wetenschappelijk onderzoek.J
De aanduiding van hoofdstuk 4 wordt opgenomen na artikel 7 (nieuw) en het opschrift komt te luiden: HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN
Artikel 4
De directeur-generaal stelt periodiek een meerjarenprogramma voor onderzoek, innovatie en expertiseontwikkeling op dat hij noodzakelijk acht voor het verwerven van inzichten en de ontwikkeling van methoden om de taken, bedoeld in artikel 3, eerste lid, adequaat te kunnen uitvoeren.
Artikel 6
Onze Minister zendt rapporten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, en meerjarenbeleidsplannen aan de Staten-Generaal.
Artikel 7
ARTIKEL XX
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 64 wordt «de ambtenaren van de inspectie» vervangen door «de ambtenaren van de inspectie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit».
B
In de artikel 65, tweede lid, wordt «daartoe aangewezen ambtenaren van de inspectie» vervangen door «daartoe aangewezen ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit».
ARTIKEL XXI
In artikel 60, eerste lid, onderdeel a, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende grondslag of de vast te stellen garantie-uitkering ten minste 1% van op de datum van deze aanvraag geldende minimum-grondslag, bedoeld in artikel 10, achtste lid, onder a,» vervangen door «of de garantie-uitkering op de datum van deze aanvraag».
ARTIKEL XXII
In artikel 59a, eerste lid, onderdeel a, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt «ten minste 1% van de op de datum van deze aanvraag geldende grondslag» vervangen door «op de datum van deze aanvraag».
ARTIKEL XXIII
In artikel 12, derde lid, van de Wet uitvoering antidopingbeleid wordt «Het Staatstoezicht op de volksgezondheid verstrekt» vervangen door «De Inspectie gezondheidszorg en jeugd en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verstrekken».
ARTIKEL XXIV
In artikel 20a van de Wet veiligheid en kwaliteit lichaamsmateriaal wordt «7, eerste, tweede of vierde lid» vervangen door «7, eerste of derde lid».
ARTIKEL XXV
De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, eerste lid, wordt telkens «zes jaar» vervangen door «vier jaar».
B
Artikel 7 komt te luiden:
Artikel 7
1.
Onverminderd de artikelen 4 tot en met 6 worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de rechtspositie van de voorzitters, waaronder in ieder geval regels over de vergoeding.2.
De regels, bedoeld in het eerste lid, kunnen voor de onderscheiden voorzitters verschillend worden vastgesteld naar gelang de aard en omvang van de door hen te verrichten werkzaamheden.C
Artikel 12, tweede lid, komt te luiden:
2.
Een oordeel wordt vastgesteld door drie leden van de commissie die elk een van de in artikel 3, tweede lid, eerste zin, genoemde categorieën van deskundigheid vertegenwoordigen.D
In artikel 13 komt de tweede zin te luiden: Bij het overleg worden uitgenodigd een arts en een deskundige inzake ethische of zingevingsvraagstukken die ieder de andere leden van de betreffende categorie van deskundigheid vertegenwoordigen.
E
In artikel 19, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
F
In artikel 19d vervalt de tweede zin.
Artikel 7
ARTIKEL XXVI
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 35 vervalt.
B
Artikel 43, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
C
In artikel 68, eerste lid, wordt «verzekeringplicht» vervangen door «verzekeringsplicht».
D
Artikel 73a wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het Zorginstituut zendt jaarlijks voor 15 april aan Onze Minister een verantwoording over de vaststelling van de bijdragen, bedoeld in artikel 34, verstrekt ten behoeve van het vierde kalenderjaar, voorafgaande aan het jaar waarin verantwoording wordt afgelegd, alsmede een assurance report.E
In artikel 74, tweede lid, vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c en d tot b en c.
F
Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:
- de inhoud en inrichting van de verantwoording, bedoeld in artikel 73a, eerste lid, en van het in dat lid bedoelde assurance report;.
- de accountantscontrole van de jaarrekeningen, bedoeld in artikel 74 en artikel 34 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;
- de bij de jaarrekeningen, bedoeld in artikel 74 en artikel 34 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen behorende verslagen van bevindingen alsmede het assurance report, bedoeld in artikel 73a, eerste lid;.
G
In artikel 76 wordt «de in artikel 75, derde lid, onder a, b, c, e en h, genoemde stukken» vervangen door «de in artikel 75, derde lid, onderdelen a, b, d en g, genoemde stukken».
H
Artikel 122a, derde lid, onderdeel c, komt te luiden:
ARTIKEL XXVII
Aan artikel 8:22, eerste lid, van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg wordt een volzin toegevoegd, luidende:
De geneesheer-directeur, de zorgverantwoordelijke, de burgemeester, de politie, de officier van justitie en inspectie vermelden bij het verstrekken van persoonsgegevens aan elkaar tevens het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, van betrokkene.ARTIKEL XXVIII
Aan artikel 18c, tweede lid, van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten wordt een volzin toegevoegd, luidende:
De Wzd-functionaris, de zorgverantwoordelijke, de burgemeester, het CIZ, de officier van justitie en inspectie vermelden bij het verstrekken van persoonsgegevens aan elkaar tevens het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, van de cliënt.ARTIKEL XXIX
In de artikelen 20, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet, 57, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet, 39, tweede lid, van de Werkloosheidswet, 57, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 2:55, tweede lid, en 3:47, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 30, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 54, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 71, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 40, tweede lid, van de Ziektewet wordt «vertrekt» telkens vervangen door «verstrekt».
ARTIKEL XXX
In artikel 4, onderdeel b, van de Kaderwet VWS-subsidies wordt «strekking» vervangen door «verstrekking».
ARTIKEL XXXI
In artikel 9 van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de zinsnede met betrekking tot de Wet langdurige zorg als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XXXII
In de artikelen 2, derde en achtste lid, en 8, eerste lid, onderdeel c, van de Wet tijdelijk huisverbod wordt «het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling» vervangen door «de Veilig Thuis-organisatie».
ARTIKEL XXXIII
In Bijlage 1 bij artikel 1.3, eerste lid, onderdeel d, onder het opschrift Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, onderdeel 14, van de Wet normering topinkomens, wordt «Het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK)» vervangen door «Veilig Thuis-organisaties».
ARTIKEL XXXIIIa
Aan de Wet van 10 juli 2019, houdende wijziging van de Wet langdurige zorg om toegang tot deze wet te bieden aan mensen die vanwege een psychische stoornis blijvend behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg nabij (Stb. 2019, 428) wordt na artikel IVb een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVc
Tot bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip hebben verzekerden die niet verblijf alsmede behandeling als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, van de Wet langdurige zorg van eenzelfde instelling ontvangen, in afwijking van artikel I, onderdeel A, geen recht op zorg als bedoeld artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wet langdurige zorg.
ARTIKEL XXXIV
Artikelen II, onderdelen A en B, IV, XIV, tweede lid, XXIV en XXVII, eerste lid, van de Wet van 23 januari 2019 tot wijziging van diverse wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met de versterking van het handhavingsinstrumentarium van de Inspectie gezondheidszorg en jeugd en enkele andere wijzigingen (Stb. 2019, 52) vervallen.
ARTIKEL XXXV
Na de inwerkingtreding van deze wet berust het Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 december 2012, kenmerk PG/JFB-3147964, ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het RIVM (Stcrt. 2013, 227) op artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op het RIVM.
ARTIKEL XXXVI
Na de inwerkingtreding van deze wet is artikel 7 van de Wet op het RIVM niet van toepassing op het lid of de leden van de commissie van toezicht, waaronder de voorzitter, die op het moment van inwerkingtreding van deze wet reeds was of waren benoemd.
ARTIKEL XXXVII
ARTIKEL XXXVIII
Indien artikel III van de Wet van 5 juni 2019 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Jeugdwet en enkele andere wetten ter verbetering van patiëntgerichte zorg en het opnemen van een wettelijke regeling voor het inzagerecht in het medisch dossier van een overleden patiënt (Stb. 2019, 224):
ARTIKEL XXXVIIIa
Indien artikel 15e, van artikel II, onderdeel B van de wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens) (Stb. 2016, 373), in werking treedt, wordt in dat artikel de zinsnede «Onverminderd het bepaalde in artikel 35, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens» vervangen door «Onverminderd het bepaalde in artikel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming».
ARTIKEL XXXVIIIb
ARTIKEL XXXIX
ARTIKEL XL
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet VWS 2020.