Besluit van 24 oktober 2019 tot wijziging van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft, het Besluit toezicht accountantsorganisaties, alsmede enige andere besluiten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingsbesluit financiële markten 2019)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 12 juli 2019, 2019-0000112241, directie Financiële Markten;
Gelet op verordening (EU) nr. 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot vaststelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2017, L 347), de artikelen 1:25, derde lid, 1:81, eerste en tweede lid, 2:3.0d, derde lid, 2:3.0i, derde lid, 2:3.0m, derde lid, 2:3b, zesde lid, 2:3c, eerste lid, 2:3i, tweede lid, 2:5, tweede lid, 2:7, tweede lid, 2:12, vierde lid, 2:17, tweede lid, 2:21, tweede lid, 2:26b, derde lid, 2:26e, tweede lid, 2:26f, tweede lid, 2:31, derde lid, 2:37, tweede lid, 2:41, tweede lid, 2:45, tweede lid, 2:49, tweede lid, 2:51, tweede lid, 2:54b, derde lid, 2:54e, tweede lid, 2:54h, derde lid, 2:54j, tweede lid, 2:54m, tweede lid, 2:54p, tweede lid, 2:58, tweede lid, 2:63, tweede lid, 2:69d, vierde lid, 2:78, tweede lid, 2:83, tweede lid, 2:89, tweede lid, 2:94, tweede lid, 2:97, negende lid, 2:99, derde lid, 2:115, tweede lid, 2:120, tweede lid, 2:121, tweede lid, 3:5, vierde lid, 3:9, derde lid, 3:99, derde lid, 3:288b, derde lid, 4:9, vierde lid, 4:10, derde lid, 4:15, tweede lid, aanhef en onderdeel b, onder 2°, en vierde lid, 4:17, derde lid, 4:22, eerste lid, 4:61, eerste lid, 4:74, tweede lid, 4:87, tweede lid, 4:90, tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht, artikel 106, negende lid, van de Pensioenwet, artikel 18, derde lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, artikel 10, vijfde lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018 en artikel 110c, negende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 augustus 2019, nr. W06.19.0226/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 17 oktober 2019, 2019-0000165368, directie Financiële Markten;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit Markttoegang financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 3.0c, eerste lid, onderdeel f, 3.0d, onderdeel a, onder 1°, 3a, eerste lid, onderdeel l, 4, eerste lid, onderdeel g, 5 onderdeel a, onder 1°, 6, eerste lid, onderdeel h, 8, eerste lid, onderdeel g, 10, eerste lid, onderdeel h, en 11a, eerste lid, onderdeel g, wordt «deskundigheid» telkens vervangen door «geschiktheid», en in artikel 3b, onderdeel c, wordt «deskundig» vervangen door «geschikt».
B
Artikel 11b komt te luiden:
Artikel 11b
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 11a, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat het volgende:- een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken of van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten;
- de aard van de herverzekeringsregelingen die de herverzekeraar voornemens is met de cederende verzekeraars te treffen;
- een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere verzekeraar overdraagt;
- de kernvermogensbestanddelen die de absolute ondergrens vormen van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:53, eerste en vierde lid, van de wet voor de betrokken activiteit of activiteiten geldt;
- een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel f bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de in onderdeel f bedoelde te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de andere dan de in onderdeel e bedoelde inrichtingskosten, in het bijzonder van de algemene kosten en de provisies; en
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de premies en de schaden.
C
In artikel 11c, eerste lid, onderdeel h, wordt «deskundigheid» vervangen door «geschiktheid».
D
Artikel 11d, eerste lid, komt te luiden:
1.
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 11c, eerste lid, onderdeel g, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat voor het bijkantoor het volgende:- een opgave van de aard van de risico’s die de herverzekeraar voornemens is te dekken of van de aard van de overeenkomsten die de herverzekeraar voornemens is te sluiten;
- een uiteenzetting omtrent de leidende beginselen op het gebied van het sluiten van overeenkomsten waarbij de herverzekeraar een gedeelte van het door hem herverzekerde risico, tegen betaling van premie, op zijn beurt aan een andere verzekeraar overdraagt;
- een raming van het toekomstige solvabiliteitskapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;
- een raming van het toekomstige minimumkapitaalvereiste, op basis van de te verwachten balanspositie, evenals de voor deze ramingen gehanteerde berekeningsmethode;
- bewijsstukken waaruit blijkt dat het bijkantoor voldoet aan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:55a, eerste lid, in samenhang met artikel 3:53, eerste en vierde lid, van de wet voor de betrokken activiteit of activiteiten geldt, dan wel aan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat ingevolge artikel 3:62, eerste lid, in samenhang met artikel 3:57, eerste tot en met derde lid, van de wet van toepassing is indien dit solvabiliteitskapitaalvereiste hoger is dan de absolute ondergrens van het minimumkapitaalvereiste;
- een raming van de kosten voor de inrichting van de administratie en van het productienet en bewijsstukken waaruit blijkt dat de herverzekeraar beschikt over de financiële middelen tot dekking daarvan;
- een uiteenzetting over de structuur van het governancesysteem;
- een raming voor de eerste drie boekjaren van de andere dan de in onderdeel b bedoelde kosten van beheer, in het bijzonder van de algemene kosten en provisies;
- een raming voor de eerste drie boekjaren van de premies en van de schaden;
- een raming voor de eerste drie boekjaren van de liquiditeitspositie;
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de te verwachten balanspositie; en
- voor de eerste drie boekjaren een raming van de financiële middelen tot dekking van de verplichtingen en tot dekking van het minimumkapitaalvereiste en het solvabiliteitskapitaalvereiste.
E
In artikel 11e vervallen het tweede, derde en vierde lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
F
In de artikelen 12, eerste lid, onderdeel g en 18, eerste lid, onderdelen h en o, wordt «deskundigheid» telkens vervangen door «geschiktheid».
G
In artikel 24 vervallen het derde en vierde lid.
H
In de artikelen 26, eerste lid, onderdeel g, 28, onderdeel a, onder 1°, 29, eerste lid, onderdeel g, en 31a, eerste lid, onderdeel f, wordt «deskundigheid» telkens vervangen door «geschiktheid».
I
Artikel 31c wordt als volgt gewijzigd:
J
In artikel 31f, eerste lid, onderdelen g en m, onder 1°, onder , wordt «deskundigheid» vervangen door «geschiktheid».
K
Artikel 31l wordt als volgt gewijzigd:
L
De artikelen 32, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, en 33, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, worden als volgt gewijzigd:
M
In de tekst boven artikel 35 wordt «2:69c» vervangen door «2:69d».
N
In artikel 35, eerste lid, wordt in de aanhef «de artikel 2:69c» vervangen door «artikel 2:69d» en wordt in onderdeel c «deskundigheid» vervangen door «geschiktheid».
O
De artikelen 36, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, 38, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, 39, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, en 40, eerste lid, onderdeel h, en tweede lid, onderdeel b, worden als volgt gewijzigd:
P
In artikel 41a, eerste lid, onderdeel e, wordt «deskundigheid» vervangen door «geschiktheid».
Q
In de artikelen 42a, onderdeel c, onder 3°, en 42b, onderdeel c, onder 3°, wordt «deskundig» telkens vervangen door «geschikt».
R
In de artikelen 47, eerste lid, onderdelen d en f, 52, eerste lid, onderdelen d en g, en 55, eerste lid, onderdelen d en e, wordt «deskundigheid» telkens vervangen door «geschiktheid».
S
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 11b
Het programma van werkzaamheden, bedoeld in artikel 11a, eerste lid, onderdeel f, dat wordt overgelegd door degene die een vergunning aanvraagt voor het uitoefenen van het bedrijf van herverzekeraar, bevat het volgende:
ARTIKEL II
Het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 wordt in de definitie van vermogen «pensioenverzekeringen» vervangen door «pensioenverzekeringen of producten als bedoeld in onderdeel 5° van de definitie van pensioen».
B
Artikel 6, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
- het diploma Leidinggevende travel & hospitality indien dit diploma is afgegeven mede op basis van het behalen van het examen voor de deelkwalificatie Financiële dienstverlening in travel en leisure;
- het diploma Zelfstandig werkend medewerker travel & hospitality, afgegeven op grond van artikel 7.4.6. van de Wet educatie en beroepsonderwijs, indien dit diploma is afgegeven mede op basis van het behalen van het examen voor de deelkwalificatie Financiële dienstverlening in travel en leisure;
- het certificaat «Reiswerk verzekeringen» afgegeven door Stichting Reiswerk.
C
Na artikel 32a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 32aa
Een financiële onderneming die een betaalrekening, krediet of spaarrekening aanbiedt of samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt, informeert de financiëledienstverlener die de betaalrekening, het krediet of de spaarrekening distribueert over de kenmerken van het financieel product, de kenmerken en doelstellingen van de doelgroep en de distributiestrategie.Artikel 32ab
1.
Een financiëledienstverlener die betaalrekeningen, kredieten of spaarrekeningen distribueert, beschikt over adequate procedures en maatregelen die waarborgen dat de desbetreffende financiële producten voldoen aan de behoeften, kenmerken en doelstellingen van de doelgroep en de distributiestrategie aansluit bij de desbetreffende doelgroep.2.
De financiëledienstverlener bepaalt op basis van de informatie, bedoeld in artikel 32a, eerste lid, die door de aanbieder van de betaalrekening, het krediet of de spaarrekening is verstrekt, en informatie over haar eigen cliënten de doelgroep en de distributiestrategie.3.
De financiëledienstverlener evalueert periodiek de procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, en past indien nodig de procedures en maatregelen aan.4.
De financiëledienstverlener evalueert periodiek of als daar aanleiding toe is, of de betaalrekeningen, kredieten of spaarrekeningen en de diensten die zij verleent, voldoen aan de doelstelling van de doelgroep en de distributiestrategie nog aansluit bij de doelgroep en past zo nodig de doelgroep of de distributiestrategie aan.5.
De financiëledienstverlener verstrekt relevante informatie over de distributie van de betaalrekening, het krediet of de spaarrekening en over de uitkomsten van periodieke evaluaties, bedoeld in het derde en vierde lid, aan de financiële onderneming die het desbetreffende financieel product aanbiedt of bemiddelaar die het financieel product samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt.D
In artikel 48a wordt in zowel de eerste als tweede zin «personen belast met buitengerechtelijke geschillenbeslechting» vervangen door «de voorzitters van organen belast met buitengewone geschillenbeslechting».
E
Aan artikel 65b worden twee leden toegevoegd, luidende:
3.
Een financiëledienstverlener die een schadeverzekering aanbiedt of samenstelt en algemeen in de markt verkrijgbaar stelt, houdt een bijgewerkte versie van het informatiedocument beschikbaar op zijn website.4.
Indien een schadeverzekering wordt aangeboden door tussenkomst van een bemiddelaar in verzekeringen, gevolmachtigde agent of ondergevolmachtigde agent, wordt het informatiedocument door deze bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent aan de cliënt verstrekt voorafgaand aan de totstandkoming van een overeenkomst inzake een schadeverzekering, tenzij de aanbieder en de bemiddelaar, gevolmachtigde agent onderscheidenlijk ondergevolmachtigde agent zijn overeengekomen dat de aanbieder zelf aan de verplichting voldoet.F
Artikel 130, onderdeel f, komt te luiden:
- deposito’s bij een bank met zetel in een lidstaat of in een staat die geen lidstaat is, mits de Nederlandsche Bank heeft vastgesteld dat het prudentieel toezicht in die staat die geen lidstaat is in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen;
G
Artikel 134, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
- tien procent van haar vermogen wanneer de tegenpartij een bank met zetel in een lidstaat is of een bank met zetel in een staat die geen lidstaat is, mits de Nederlandsche Bank heeft vastgesteld dat het prudentieel toezicht in die staat die geen lidstaat is in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die de wet beoogt te beschermen; of
H
Artikel 157 wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 165d wordt «de artikelen 165 tot en met 165c» vervangen door «de artikelen 165 tot en met 165f».
J
Artikel 168a wordt als volgt gewijzigd:
3.
Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel e, wordt onder kleine niet-geldelijke provisie verstaan:- een kleine niet-geldelijke provisie als bedoeld in artikel 12, derde lid, onderdelen a tot en met d, van de gedelegeerde uitvoeringsrichtlijn markten voor financiële instrumenten 2014;
- een proefperiode met betrekking tot onderzoek op beleggingsgebied indien:
- de proefperiode is overeengekomen voordat de beleggingsonderneming heeft aangegeven een overeenkomst met betrekking tot onderzoek op beleggingsgebied te willen aangaan waarvoor een vergoeding in rekening wordt gebracht;
- voor aanvang van de proefperiode de reikwijdte en omvang van de onderzoeken op beleggingsgebied tijdens de proefperiode worden overeengekomen;
- de duur van de proefperiode vooraf is vastgesteld en maximaal drie maanden bedraagt;
- de proefperiode niet binnen twaalf maanden aanvangt na afloop van een eerder afgesloten contract of een eerder overeengekomen proefperiode bij dezelfde aanbieder van onderzoeken op beleggingsgebied; en
- geen geldelijke of niet-geldelijke verplichtingen verbonden zijn aan de proefperiode.
K
In artikel 168aa, tweede lid, wordt «tenzij wordt voldaan aan artikel 12, derde lid, van de gedelegeerde uitvoeringsrichtlijn markten voor financiële instrumenten 2014» vervangen door «tenzij sprake is van een kleine niet-geldelijke provisie als bedoeld in artikel 168a, derde lid».
L
Bijlage C wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 32aa
Een financiële onderneming die een betaalrekening, krediet of spaarrekening aanbiedt of samenstelt en in de markt verkrijgbaar stelt, informeert de financiëledienstverlener die de betaalrekening, het krediet of de spaarrekening distribueert over de kenmerken van het financieel product, de kenmerken en doelstellingen van de doelgroep en de distributiestrategie.
Artikel 32ab
ARTIKEL III
Het Besluit toezicht accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 18 komt te luiden:
Artikel 18
1.
Een accountantsorganisatie stelt toetsingscriteria op aan de hand waarvan zij vaststelt voor welke andere wettelijke controles dan die bij organisaties van openbaar belang een opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling plaatsvindt. De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling vindt plaats voordat een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 1 van de wet wordt afgegeven, om na te gaan of de externe accountant redelijkerwijs tot het oordeel en de conclusies kan zijn gekomen die zijn verwoord in het ontwerp van die accountantsverklaring.2.
De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 8, tweede lid, derde lid, tweede en derde volzin, en vierde tot en met zevende lid, van de verordening, met dien verstande dat de beoordeling ook mag worden uitgevoerd door een beoordelaar die:- accountant is ten aanzien van wie in het accountantsregister een aantekening is opgenomen als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de Wet op het accountantsberoep; en
- voldoende bekwaam is en over voldoende relevante werkervaring beschikt om de desbetreffende wettelijke controle te beoordelen.
B
In artikel 38a, eerste lid, onderdeel a, onder 8°, wordt na «verordening» ingevoegd «of artikel 18, tweede lid,».
Artikel 18
ARTIKEL IV
In artikel 10 van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector wordt in de opsomming van de artikelen uit de Wet op het financieel toezicht onder het Deel Markttoegang financiële ondernemingen in de numerieke volgorde het volgende artikelnummer met bijbehorende boetecategorie ingevoegd:
ARTIKEL V
De bijlage bij het Besluit reikwijdtebepalingen Wft wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL VI
Bijlage A bij het Besluit prudentiële regels Wft wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL VII
De bijlage bij Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL VIII
De bijlage bij het Besluit toezicht trustkantoren 2018 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IX
Het Besluit prudentieel toezicht financiële groepen Wft wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van afdeling 2A.3 komt te luiden:
B
Artikel 4c wordt vervangen door twee artikelen, luidende:
Artikel 4c
1.
Indien het solvabiliteitskapitaalvereiste van een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, die onderdeel is van een verzekeringsrichtlijngroep, wordt berekend op basis van een overeenkomstig artikel 231 van de richtlijn solvabiliteit II op groepsniveau goedgekeurd intern model en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat de omstandigheden, bedoeld in artikel 231, zevende lid, van die richtlijn zich voordoen, kan zij in de in artikel 37 van de richtlijn solvabiliteit II bedoelde gevallen een kapitaalopslag toepassen.2.
Indien toepassing van het eerste lid niet passend zou zijn, kan de Nederlandsche Bank in afwijking van het eerste lid eisen dat de verzekeraar zijn solvabiliteitskapitaalvereiste berekent op basis van de standaardformule en zo nodig in de in artikel 37, eerste lid, onderdelen a en c, van de richtlijn solvabiliteit II bedoelde gevallen een kapitaalopslag toepassen.Artikel 4ca
1.
Indien het solvabiliteitskapitaalvereiste van een Nederlandse herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, die dochteronderneming is van een Nederlandse of Europese herverzekeraar, levensverzekeraar of schadeverzekeraar, wordt berekend op basis van een overeenkomstig artikel 231 van de richtlijn solvabiliteit II op groepsniveau goedgekeurd intern model, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat de omstandigheden, bedoeld artikel 238, tweede lid, van die richtlijn zich voordoen, kan zij in de in artikel 37 van de richtlijn bedoelde gevallen een kapitaalopslag toepassen.2.
Indien toepassing van het eerste lid niet passend zou zijn, kan de Nederlandsche Bank in afwijking van het eerste lid eisen dat de verzekeraar zijn solvabiliteitskapitaalvereiste berekent op basis van de standaardformule.3.
Indien de dochteronderneming, bedoeld in het eerste lid, haar solvabiliteitskapitaalvereiste berekent op basis van de standaardformule en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat de omstandigheden, bedoeld in artikel 238, derde lid, van de richtlijn solvabiliteit II zich voordoen, kan de Nederlandsche Bank een onderset van de parameters, genoemd in dat lid, die kenmerkend zijn voor die dochteronderneming voorschrijven of in de in artikel 37 van de richtlijn bedoelde gevallen een kapitaalopslag toepassen.Artikel 4c
Artikel 4ca
ARTIKEL X
Artikel 2 van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL XI
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, met uitzondering van artikel III dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
ARTIKEL XII
Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsbesluit financiële markten 2019.