Wijziging Scheepsafvalstoffenbesluit in verband met het herstel van een omissie (lozen zeeschepen)
Met deze wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit (hierna: SAB) wordt een omissie hersteld met betrekking tot het lozen van huishoudelijk afvalwater door zeeschepen. In het SAB was voor zeeschepen onbedoeld geen vrijstelling opgenomen van het in artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet opgenomen verbod om stoffen in een oppervlaktewaterlichaam te brengen. Voorheen was een vrijstelling op de lozingsvergunningplicht opgenomen in artikel 4, derde lid, van het Uitvoeringsbesluit artikel 1, derde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren. Bij de invoering van de Waterwet is deze vrijstelling abusievelijk komen te vervallen. Op grond van artikel 6.2, eerste lid, onder b, van de Waterwet kan van het verbod vrijstelling worden verleend bij algemene maatregel van bestuur.
Besluit van 23 april 2020 tot wijziging van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart in verband met het herstel van een omissie (lozen zeeschepen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 7 januari 2020, nr. IenW/BSK-2019/187383, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 6.2, eerste lid, onderdeel b, 6.6, eerste lid, en 6.7 van de Waterwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 februari 2020, No.W17.20.0001/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 20 april 2020, nr. IenW/BSK-2020/69867, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 77 van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart wordt als volgt gewijzigd:
2.
In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, kan toiletwater, afkomstig van zeeschepen:
- met minder dan 50 slaapplaatsen, of;
- die bestemd zijn voor het vervoer van minder dan 50 passagiers, of;
- waar minder dan 50 personen aan boord zijn,
die zich bevinden in zeehavens of op daarheen leidende zeetoegangswegen, die moeten voldoen aan de bepalingen van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd door het Protocol van 1978 daarbij, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht voor zover het afvalwater is behandeld in een zuiveringsinstallatie die is gecertificeerd volgens hoofdstuk 4.1 van MEPC.159(55).3.
In afwijking van het verbod, bedoeld in artikel 4, kan bedrijfsafvalwater uit keukens, eetruimten, wasruimten, bijkeukens en toiletwater afkomstig van zeeschepen:
- met meer dan 50 slaapplaatsen, of;
- die bestemd zijn voor het vervoer van meer dan 50 passagiers, of;
- waar meer dan 50 personen aan boord zijn,
die zich bevinden in zeehavens of op daarheen leidende zeetoegangswegen, die moeten voldoen aan de bepalingen van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd door het Protocol van 1978 daarbij, in een oppervlaktewaterlichaam worden gebracht voor zover het afvalwater is behandeld in een zuiveringsinstallatie zoals bedoeld in het tweede lid en het effluent voldoet aan bij regeling van Onze Minister gegeven voorschriften.ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.