Besluit van 21 april 2022, houdende regels voor het verstrekken van subsidies door de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming (Kaderbesluit overige JenV-subsidies)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, gedaan mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming van 5 oktober 2021, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3562409;
Gelet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet overige JenV-subsidies;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 2 maart 2022, nr.W16.21.0304/II;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming van 14 april 2022, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3946181;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Bij ministeriële regeling kunnen aanvullende afwijzingsgronden worden vastgesteld.
Artikel 13
Tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald, wordt een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie van € 25.000 of meer wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt, is de subsidieontvanger tevens verplicht om één keer per periode van twaalf maanden via een voortgangsverslag inzicht te geven in de voortgang van de activiteiten.
Artikel 18
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat de regels inzake een subsidie lager dan € 25.000 van toepassing zijn op een subsidie van € 25.000 of meer of dat de regels inzake een subsidie van € 25.000 tot € 125.000 van toepassing zijn op subsidies van € 125.000 of meer.
Artikel 19
De subsidieontvanger is verplicht:
Artikel 20
Artikel 21
Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
In onderdeel b van artikel 7.1.7 van het Besluit Jeugdwet wordt «als bedoeld in artikel 48f, onder c, van de Wet Justitie-subsidies» vervangen door »door Onze Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen».
Artikel 25
In artikel 4:2, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit politiegegevens vervalt «op grond van artikel 48g van de Wet Justitie-subsidies».
Artikel 26
Het Besluit slachtoffers strafbare feiten wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 27
In artikel 1, onderdeel e, van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering wordt «als bedoeld in artikel 48c, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Justitie-subsidies» vervangen door «als bewindvoerder als bedoeld in artikel 287, derde lid, van de Faillissementswet».
Artikel 28
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Kaderwet overige JenV-subsidies in werking treedt.
Artikel 29
Dit besluit wordt aangehaald als: Kaderbesluit overige JenV-subsidies.