Besluit van 30 oktober 2018, houdende regels ter uitvoering van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Besluit beveiliging netwerk- en informatiesystemen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 4 juli 2018, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2306334, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Defensie, Economische Zaken en Klimaat, Financiën en Infrastructuur en Waterstaat;
Gelet op richtlijn (EU) 2016/1148, uitvoeringsverordening (EU) 2018/151 en de artikelen 5, eerste lid, 6, 9, 15 en 34 van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2018, nummer W16.18.0203/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 24 oktober 2018, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2346717, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Defensie, Economische Zaken en Klimaat, Financiën en Infrastructuur en Waterstaat;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1 (begripsbepalingen)
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder wet verstaan: Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen.
Artikel 2 (aanwijzing aanbieders van een essentiële dienst)
Als aanbieders van een essentiële dienst of categorieën van zodanige aanbieders worden aangewezen:
Artikel 3 (aanwijzing andere vitale aanbieders)
Als andere vitale aanbieders of categorieën van zodanige aanbieders als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, van de wet worden aangewezen:
Artikel 4 (uitzondering beveiligingseisen financiële instellingen)
De artikelen 7, 8, 9, 26 en 27 van de wet zijn niet van toepassing op de bij besluit van De Nederlandsche Bank N.V. krachtens artikel 2 aangewezen kredietinstellingen, centrale tegenpartijen en exploitanten van handelsplatformen.
Artikel 5 (beveiliging en meldplicht digitaledienstverlener)
Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, en 4, eerste lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2018/151 van de Commissie van 30 januari 2018 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nadere specificatie van de door digitaledienstverleners in aanmerking te nemen elementen voor het beheer van de risico’s in verband met de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen en van de parameters om te bepalen of een incident aanzienlijke gevolgen heeft (PbEU 2018, L 26).
Artikel 6 (wijze waarop een incident wordt gemeld)
Artikel 7 (intrekking Besluit meldplicht cybersecurity)
Het Besluit meldplicht cybersecurity wordt ingetrokken.
Artikel 8 (inwerkingtreding)
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan of voor verschillende categorieën van aanbieders of diensten verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 9 (citeertitel)
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beveiliging netwerk- en informatiesystemen.