WGK010227
Wijziging Besluit proceskosten bestuursrecht ivm een verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep
Besluit tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met een verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep
Samenvatting
Deze wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht regelt dat de bestuursrechter, als hij een bestuursorgaan veroordeelt in de proceskosten van een andere partij en van oordeel is dat die kosten hoger zijn door verwijtbaar handelen van het bestuursorgaan, die andere partij een hoger bedrag kan toekennen dan het gewone forfaitaire tarief.
Besluit van 8 december 2020 tot wijziging van het Besluit proceskosten bestuursrecht in verband met een verhoging van het tarief voor de vergoeding van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand in beroep en hoger beroep
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 4 juni 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2926667, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 september 2020, nr. W16.20.0162/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 3 december 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3097171, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht komt onderdeel B1 (Beroep en hoger beroep) als volgt te luiden:
Beroep en hoger beroep
1 punt = € 534 voor besluiten genomen op grond van hoofdstuk III of IV van de Wet waardering onroerende zaken of hoofdstuk III van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992.
1 punt = € 748 in de overige gevallen.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.
Besluit van 28 oktober 2021, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel van 12 februari 2020 (Stb. 2020, 78)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 oktober 2021, kenmerk 3255115-1015160-WJZ, gedaan in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op artikel II van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel van 12 februari 2020 (Stb. 2020, 78);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De Wet wijziging woonplaatsbeginsel van 12 februari 2020 (Stb. 2020, 78) treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, met uitzondering van het in artikel I, onderdeel D, opgenomen artikel 10.1, vierde lid, van de Jeugdwet.