Part of Smart Yellow Suite

WGK010209
Wijziging Wet milieubeheer i.v.m. implementatie richtlijn RED2

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 9 januari 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

wijziging Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de recast van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED2)

Samenvatting

Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van de recast van de Richtlijn hernieuwbare energie (RED2), met - onder andere - een verplichting van brandstofleveranciers van het leveren van 14% hernieuwbare energie in het energiegebruik van weg- en spoortransport in 2030.

Documenten

stcrt-2020-57993 (PDF)
stb-2021-334 (PDF)

Wet van 30 juni 2021 tot wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de Wet milieubeheer te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU 2018, L 328) en ter uitvoering van het Klimaatakkoord;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9.7.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 9.7.1.2 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen leveringen van soorten biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen aan luchtvaart en zeevaart van de toepassing van paragraaf 9.7.4 worden uitgesloten.
C

Artikel 9.7.1.3 komt te luiden:

Artikel 9.7.1.3
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de invoer en het gebruik van informatie door inboekers en andere marktdeelnemers in de Uniedatabank als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.
D

In artikel 9.7.1.4 wordt «De rijksbelastingdienst verstrekt» vervangen door «Onze minister en de rijksbelastingdienst verstrekken».

E

In de titelaanduiding van paragraaf 9.7.2 vervalt «vervoer».

F

Artikel 9.7.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

G

Artikel 9.7.2.5 wordt als volgt gewijzigd:

H

Artikel 9.7.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. een hernieuwbare brandstofeenheid bijlage IX-B;
I

In artikel 9.7.3.2 vervalt «en 9.8.4».

J

Artikel 9.7.3.3 wordt als volgt gewijzigd:

K

Artikel 9.7.3.4 wordt als volgt gewijzigd:

L

In de titelaanduiding van paragraaf 9.7.4 vervalt «vervoer».

M

Artikel 9.7.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

  1. vervoer in Nederland geleverde elektriciteit, met uitzondering van elektriciteit geleverd aan spoorvoertuigen, die voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen.
2.
De inboeker kan aan een inboeking tot 1 april een verklaring van een verificateur als bedoeld in artikel 9.7.4.8, tweede lid, koppelen.
N

Artikel 9.7.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

  1. voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria;
  1. wordt niet geproduceerd uit olie uit sojabonen, met uitzondering van olie uit sojabonen met een gecertificeerd laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik als bedoeld in verordening (EU) 2019/807.
O

Artikel 9.7.4.3 komt te luiden:

Artikel 9.7.4.3
De in te boeken gasvormige biobrandstof voldoet aan:
  1. de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria;
  2. de overige eisen, gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
P

Artikel 9.7.4.4 komt te luiden:

Artikel 9.7.4.4
1.
De in te boeken vloeibare of gasvormige hernieuwbare brandstof voldoet aan:
  1. de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde broeikasgasemissiereductiedrempels;
  2. de overige eisen, gesteld bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen soorten hernieuwbare brandstof worden aangewezen waarvan, onder bij of krachtens die maatregel te stellen voorwaarden, de energie-inhoud wordt vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling vastgestelde factor.
Q

Artikel 9.7.4.5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. kunnen regels worden gesteld voor het geaggregeerd inboeken van elektriciteit.
R

Artikel 9.7.4.6 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Het bestuur van de emissieautoriteit schrijft voor één gigajoule hernieuwbare energie die is ingeboekt in het register:
  1. één hernieuwbare brandstofeenheid conventioneel bij op de rekening van de inboeker, indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit:
    1. voedsel- en voedergewassen, met een laag risico of gecertificeerd laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik als bedoeld in verordening (EU) 2019/807; of
    2. een bijproduct van de productie of verwerking van voedsel- en voedergewassen, niet zijnde de grondstoffen, bedoeld in bijlage IX van de richtlijn hernieuwbare energie;
  2. één hernieuwbare brandstofeenheid geavanceerd bij op de rekening van de inboeker, indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit:
    1. grondstoffen als bedoeld in bijlage IX, deel A, van de richtlijn hernieuwbare energie; en
    2. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit de grondstof als bedoeld in bijlage IX, deel A, onderdeel d, van de richtlijn hernieuwbare energie, de grondstof voorkomt op een bij ministeriële regeling vast te stellen lijst van materialen;
  3. één hernieuwbare brandstofeenheid bijlage IX-B bij op de rekening van de inboeker, indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit grondstoffen als bedoeld in bijlage IX, deel B, van de richtlijn hernieuwbare energie;
  4. één hernieuwbare brandstofeenheid overig bij op de rekening van de inboeker:
    1. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit zetmeelrijke gewassen of suiker- en oliegewassen die als tussenteelt op landbouwgrond worden geteeld en die niet leiden tot de vraag naar meer land;
    2. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit een residu van de productie of verwerking van voedsel- en voedergewassen, niet zijnde de grondstoffen, bedoeld in bijlage IX van de richtlijn hernieuwbare energie;
    3. bij een geleverde vloeibare of gasvormige hernieuwbare brandstof;
    4. voor het gedeelte van de geleverde elektriciteit afkomstig uit hernieuwbare bronnen, of
    5. indien de geleverde biobrandstof is geproduceerd uit grondstoffen, niet zijnde de grondstoffen, bedoeld in de onderdelen a b, c en d, onder 1.
4.
In afwijking van het eerste lid kan het bestuur van de emissieautoriteit een aantal hernieuwbare brandstofeenheden bijschrijven ter grootte van de energie-inhoud, vermenigvuldigd met een bij ministeriële regeling vastgestelde factor groter dan één, voor aan luchtvaart en zeevaart geleverde brandstoffen, met uitzondering van uit voedsel- en voedergewassen geproduceerde brandstoffen, of een factor kleiner dan één, voor aan zeevaart geleverde brandstoffen.
6.
In aanvulling op het eerste lid en gelet op artikel 9.7.4.8, eerste lid, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit op de rekening van de inboeker het resterende aantal hernieuwbare brandstofeenheden bij, na koppeling van een verklaring als bedoeld in artikel 9.7.4.1, tweede lid.
7.
Een geleverde biobrandstof die geproduceerd is uit zetmeelrijke gewassen of suiker- en oliegewassen wordt geacht niet als tussenteelt op landbouwgrond te zijn geteeld en te hebben geleid tot de vraag naar meer land, tenzij de inboeker het tegendeel aantoont.
S

In artikel 9.7.4.8, eerste lid, wordt «categorieën» vervangen door «soorten» en «bij of krachtens die maatregel vastgestelde factor» door «bij ministeriële regeling vastgestelde factor».

T

Artikel 9.7.4.9 komt te luiden:

Artikel 9.7.4.9
Voor hernieuwbare energie die tussen 1 januari en 1 mei van enig kalenderjaar wordt geleverd en ingeboekt in het register, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit na 1 mei van dat kalenderjaar de hernieuwbare brandstofeenheden bij op de rekening van de inboeker.
U

Artikel 9.7.4.12, eerste lid, komt te luiden:

1.
De inboeker overlegt voor 1 mei van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin hij de hernieuwbare energie heeft geleverd aan het bestuur van de emissieautoriteit een verklaring van een verificateur waaruit blijkt dat, voor zover van toepassing, is voldaan aan de bij of krachtens de artikelen 9.7.4.1 tot en met 9.7.4.5, eerste lid, 9.7.4.8, tweede lid, en 9.7.4.10 gestelde eisen.
V

Artikel 9.7.4.13 wordt als volgt gewijzigd:

W

In artikel 9.7.4.14, eerste lid, vervalt telkens «vloeibare».

X

In de titelaanduiding van paragraaf 9.7.5 vervalt «vervoer».

Y

In artikel 9.7.5.1, eerste lid, vervalt «vervoer».

Z

In artikel 9.7.5.3 wordt, onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid, na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

5.
Het bestuur van de emissieautoriteit opent een afboekrekening.
AA

Artikel 9.7.5.6 wordt als volgt gewijzigd:

AB

Paragraaf 9.7.6 komt te luiden:

AC

Artikel 9.8.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

AD

Artikel 9.8.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

AE

In artikel 9.8.1.2, onderdeel b, wordt de puntkomma vervangen door de zinsnede «, met inbegrip van binnenvaartschepen wanneer die niet op zee varen;».

AF

Artikel 9.8.1.3 wordt als volgt gewijzigd:

2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen leveringen van verschillende soorten biobrandstoffen als bedoeld in artikel 9.8.3a.1, eerste lid, onderdelen a en b, van de toepassing van paragraaf 9.8.3a worden uitgesloten.
AG

In artikel 9.8.1.4 wordt «De rijksbelastingdienst verstrekt» vervangen door «Onze minister en de rijksbelastingdienst verstrekken».

AH

Artikel 9.8.2.1 wordt als volgt gewijzigd:

AI

Artikel 9.8.2.1, tweede lid, komt te luiden:

2.
De rapportageplichtige voldoet aan de reductieverplichting, bedoeld in het eerste lid, met de inzet van broeikasgasreductie-eenheden of geleverde betere fossiele brandstof.
AJ

In artikel 9.8.2.3, vierde lid, wordt na «van benzine en diesel» toegevoegd «en samengeperste waterstof».

AK

Artikel 9.8.2.5 wordt als volgt gewijzigd:

AL

Artikel 9.8.2.5 komt te luiden:

Artikel 9.8.2.5
1.
Op 1 mei van enig kalenderjaar:
  1. heeft de rapportageplichtige ten minste het aantal broeikasgasreductie-eenheden op zijn rekening, en
  2. schrijft het bestuur van de emissieautoriteit van de rekening van de rapportageplichtige dat aantal broeikasgasreductie-eenheden af,
dat overeenkomt met de voor die rapportageplichtige voor het direct aan die datum voorafgaande kalenderjaar geldende reductieverplichting.
2.
Indien toepassing van artikel 9.8.2.4, tweede lid, leidt tot een verhoging van de reductieverplichting voor het betrokken kalenderjaar, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit het aantal broeikasgasreductie-eenheden dat overeenkomt met die verhoging af van de rekening van de rapportageplichtige.
3.
Indien toepassing van artikel 9.8.2.4, tweede lid, leidt tot een verlaging van de reductieverplichting voor het betrokken kalenderjaar, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit het aantal broeikasgasreductie-eenheden dat overeenkomt met die verlaging bij op de rekening van de rapportageplichtige.
4.
Indien het aantal broeikasgasreductie-eenheden op de rekening van de rapportageplichtige als gevolg van de toepassing van het eerste of tweede lid minder is dan nul, vult hij het tekort aan binnen drie kalendermaanden.
AM

Paragraaf 9.8.3 komt te luiden:

AN

De artikelen 9.8.3.1, 9.8.3.2, 9.8.3.3 en 9.8.3.5 vervallen.

AO

Paragraaf 9.8.3 komt te luiden:

AP

Na paragaaf 9.8.3 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

AQ

Artikel 9.8.4.3 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Het bestuur van de emissieautoriteit opent op verzoek van een inboeker op diens naam een rekening met inboekfaciliteit en met overboekfaciliteit.
3.
Het bestuur van de emissieautoriteit opent op verzoek van een andere onderneming dan die bedoeld in het eerste of tweede lid, die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, op diens naam een rekening met overboekfaciliteit.Een rekening kan alle in het eerste en het tweede lid genoemde faciliteiten omvatten.
5.
Het bestuur van de emissieautoriteit opent een afboekrekening.
AR

In artikel 9.8.4.4, vierde lid, vervalt «en exploitatiereductie-eenheden».

AS

In artikel 9.8.4.4, vierde lid, wordt «De hernieuwbare brandstofeenheden» vervangen door «De broeikasgasreductie-eenheden».

AT

In artikel 9.8.4.5, eerste lid, wordt «artikel 9.8.4.3, eerste lid» vervangen door «artikel 9.8.4.3, eerste tot en met derde lid».

AU

In artikel 9.8.4.6, eerste lid wordt «1 april» vervangen door «1 mei».

AV

Artikel 9.8.4.6 komt te luiden:

Artikel 9.8.4.6
1.
Van het aantal broeikasgasreductie-eenheden op 1 mei van enig kalenderjaar op de rekening van een rapportageplichtige nadat het bestuur van de emissieautoriteit toepassing heeft gegeven aan artikel 9.8.2.5, eerste lid, onderdeel b, wordt een gedeelte gespaard ten behoeve van het direct daaropvolgende kalenderjaar.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het gedeelte, bedoeld in het eerste lid. Voor de rapportageplichtige of de inboeker kunnen verschillende regels worden vastgesteld omtrent het gedeelte.
3.
De broeikasgasreductie-eenheden die niet worden gespaard, vervallen van rechtswege.
AW

Paragraaf 9.8.5 vervalt.

AX

In artikel 18.6b wordt «de artikelen 9.7.2.3, 9.7.2.5, 9.7.4.12, 9.7.4.13, 9.8.2.3 of 9.8.2.5» vervangen door «9.7.1.3, 9.7.2.3, 9.7.2.5, 9.7.4.12, 9.7.4.13, 9.7.6.1, 9.7.6.2, 9.8.2.3 of 9.8.2.5».

AY

In artikel 18.6b wordt «of 9.8.2.5« vervangen door «, 9.8.2.5, 9.8.3a.7 of 9.8.3a.8».

AZ

Artikel 18.16s wordt als volgt gewijzigd:

1.
In geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.7.1.3, 9.7.2.3, 9.7.2.5, 9.7.4.1 tot en met 9.7.4.5, 9.7.4.8, 9.7.4.10, 9.7.4.12, 9.7.4.13, 9.7.6.1, 9.7.6.2, 9.8.2.3 of 9.8.2.5 kan het bestuur van de emissieautoriteit de overtreder een bestuurlijke boete opleggen.
4.
Het bestuur van de emissieautoriteit kan, indien een inboeker drie of meer overtredingen van de artikelen 9.7.4.1 tot en met 9.7.4.5, 9.7.4.8, 9.7.4.10, 9.7.4.12, 9.7.4.13, 9.7.6.1 en 9.7.6.2 heeft begaan, bepalen dat die inboeker gedurende een door het bestuur te bepalen termijn geen hernieuwbare energie kan inboeken op grond van artikel 9.7.4.1.
BA

Artikel 18.16s wordt als volgt gewijzigd:

1.
In geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 9.7.1.3, 9.7.2.3, 9.7.2.5, 9.7.4.1 tot en met 9.7.4.5, 9.7.4.8, 9.7.4.10, 9.7.4.12, 9.7.4.13, 9.7.6.1, 9.7.6.2, 9.8.2.3, 9.8.2.5, 9.8.3a.1, 9.8.3a.2, 9.8.3a.7 of 9.8.3a.8 kan het bestuur van de emissieautoriteit de overtreder een bestuurlijke boete opleggen.
4.
Het bestuur van de emissieautoriteit kan, indien een inboeker drie of meer overtredingen van de artikelen 9.7.4.1 tot en met artikel 9.7.4.5, 9.7.4.8, 9.7.4.10, 9.4.7.12, 9.7.4.13, 9.8.3a.1, 9.8.3a.2, 9.8.3a.7 of 9.8.3a.8 heeft begaan, bepalen dat die inboeker gedurende een door het bestuur te bepalen termijn geen hernieuwbare energie kan inboeken op grond van artikel 9.7.4.1, onderscheidenlijk geen brandstof en energie kan inboeken op grond van artikel 9.8.3a.1.
BB

In artikel 21.6, vierde lid, wordt na «9.5.2,» ingevoegd «9.8.1.3, 9.8.2.1, derde lid, 9.8.2.4, derde lid, 9.8.3a.1, tweede en derde lid, 9.8.3a.4, tweede lid, 9.8.3a.6, tweede lid, 9.8.3a.7, vierde lid, 9.8.3a.8, vierde lid, 9.8.4.4, derde lid, 9.8.4.6, tweede lid,».

Artikel 9.7.1.3

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de invoer en het gebruik van informatie door inboekers en andere marktdeelnemers in de Uniedatabank als bedoeld in artikel 28, tweede lid, van de richtlijn hernieuwbare energie.

Artikel 9.7.4.3

De in te boeken gasvormige biobrandstof voldoet aan:

Artikel 9.7.4.4

Artikel 9.7.4.9

Voor hernieuwbare energie die tussen 1 januari en 1 mei van enig kalenderjaar wordt geleverd en ingeboekt in het register, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit na 1 mei van dat kalenderjaar de hernieuwbare brandstofeenheden bij op de rekening van de inboeker.

Artikel 9.7.6.1

Artikel 9.7.6.2

Artikel 9.7.6.3

Artikel 9.8.2.5

Artikel 9.8.3.1

Artikel 9.8.3.2

De artikelen 9.7.3.3 tot en met 9.7.3.7 zijn van overeenkomstige toepassing op de broeikasgasreductie-eenheid.

Artikel 9.8.3a.1

Artikel 9.8.3a.2

Artikel 9.8.3a.3

Artikel 9.8.3a.4

Artikel 9.8.3a.5

Voor de brandstof en energie die tussen 1 januari en 1 mei van enig kalenderjaar wordt geleverd en ingeboekt in het register, schrijft het bestuur van de emissieautoriteit na 1 mei van dat kalenderjaar de broeikasgasreductie-eenheden bij op de rekening van de inboeker.

Artikel 9.8.3a.6

Artikel 9.8.3a.7

Artikel 9.8.3a.8

Artikel 9.8.4.6

ARTIKEL IA

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet, de krachtens deze wet vastgestelde algemene maatregel van bestuur en ministeriële regeling in de praktijk.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.