Besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van het Besluit onderstand BES in verband met het introduceren van een toeslag bij de AOV-gerechtigde leeftijd en enkele technische wijzigingen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 maart 2019, nr. 2019-0000038768;
Gelet op artikel 18.3, eerste, vierde en vijfde lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 10 april 2019, No. W12.19.0081/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 april 2019, nr. 2019-0000056559;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. BESLUIT ONDERSTAND BES
Het Besluit onderstand BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Aan artikel 7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, geldt voor personen die de leeftijd hebben bereikt waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat op grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, een periode van dertien weken.C
In artikel 12, vierde lid, wordt «Onze Minister stelt regels» vervangen door «Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld».
D
Artikel 17, derde lid, komt te luiden:
3.
Indien recht bestaat op de toeslag, bedoeld in artikel 17a, bestaat er geen recht op de toeslag, bedoeld in het eerste lid.E
In paragraaf 3.2 worden na artikel 17 twee artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 17a. Toeslag bij AOV-gerechtigde leeftijd
Het basisbedrag van de algemene onderstand, genoemd in artikel 13, wordt voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de personen die een gezamenlijke huishouding voeren, die de leeftijd heeft bereikt of die de leeftijd hebben bereikt waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat op grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, verhoogd met een enkelvoudige toeslag per twee weken van:- indien de belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire: USD 186;
- indien de belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius: USD 233;
- indien de belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba: USD 224.
Artikel 17b. Bovengrens onderstand
Het basisbedrag van de algemene onderstand, genoemd in artikel 13, en de toeslagen, genoemd in de artikelen 14 tot en met 17a, bij elkaar overschrijden niet de hoogte van het minimumloon.F
In artikel 18, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
- de kerstuitkering, bedoeld in artikel 22a van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES.
G
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
H
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
I
Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:
2.
In afwijking van het eerste lid wordt het recht op onderstand dat is ontstaan als gevolg van het Besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van Besluit onderstand BES in verband met het introduceren van een toeslag bij de AOV-gerechtigde leeftijd en enkele technische wijzigingen (Stb. 2019, 188), toegekend vanaf de dag waarop het recht is ontstaan, mits de aanvraag voor 1 april 2020 is ingediend.3.
Op 1 juli 2020 vervallen het tweede lid, dit lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.Artikel 17a. Toeslag bij AOV-gerechtigde leeftijd
Het basisbedrag van de algemene onderstand, genoemd in artikel 13, wordt voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de personen die een gezamenlijke huishouding voeren, die de leeftijd heeft bereikt of die de leeftijd hebben bereikt waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat op grond van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES, verhoogd met een enkelvoudige toeslag per twee weken van:
Artikel 17b. Bovengrens onderstand
Het basisbedrag van de algemene onderstand, genoemd in artikel 13, en de toeslagen, genoemd in de artikelen 14 tot en met 17a, bij elkaar overschrijden niet de hoogte van het minimumloon.
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2019.