Besluit van 22 februari 2019, houdende wijziging van het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid, het Besluit periodieke registratie Wet BIG, het Registratiebesluit BIG, het Besluit psychotherapeut en het Tuchtrechtbesluit BIG in verband met tekstuele verbeteringen en verduidelijkingen die noodzakelijk zijn door de inwerkingtreding van de Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet (Stb. 2018, 260)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Medische Zorg van 5 december 2018, kenmerk 1455598-184911-WJZ;
Gelet op de artikelen 4a, 5, tweede lid, 8, eerste lid, 11, tweede lid, 12, tweede lid, onderdeel b, 41, vijfde lid, 42, 45, derde lid, 94 en 105, derde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 8b van de Wet medisch tuchtrecht BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 januari 2019, no. W13.18.0377/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Medische Zorg van 21 februari 2019, kenmerk 1455592-184911-WJZ;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 6a
1.
Bij een aanvraag om erkenning van een getuigschrift als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder a, van de wet, worden de volgende bescheiden overgelegd:- een door Onze Minister beschikbaar te stellen formulier, dat door de aanvrager is ingevuld;
- het in artikel 41, eerste lid, onder a, van de wet bedoelde getuigschrift;
- een bewijs van zijn nationaliteit alsmede:
- indien de aanvrager een onder 2° aangewezen migrerende beroepsbeoefenaar is, als bedoeld in artikel 1, Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, een door Nederland afgegeven EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 8 van Richtlijn 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU 2004, L 16), of een door een andere betrokken staat dan Nederland afgegeven zodanige EG-verblijfsvergunning en een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000;
- indien de aanvrager een onder 3° aangewezen migrerende beroepsbeoefenaar is, als bedoeld in artikel 1, Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties, een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie of een duurzame verblijfskaart of een ander bewijsmiddel waaruit blijkt dat de aanvrager het verblijfsrecht of het duurzaam verblijfsrecht heeft verkregen als bedoeld in hoofdstuk III, respectievelijk hoofdstuk IV van Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PbEU 2004, L 158 en L 229).
2.
Van een getuigschrift als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt het originele exemplaar verstrekt dan wel een kopie die is gewaarmerkt door een in Nederland gevestigde notaris, de instelling die het betreffende getuigschrift heeft afgegeven, of door de daartoe bevoegde autoriteit in een lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.3.
Het getuigschrift, bedoeld in artikel 41, onder a, van de wet, is gesteld, dan wel door een beëdigd vertaler vertaald in de taal waarin de getuigschriften in bijlage V van richtlijn nr. 2005/36/EG van de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PBEU 2005 L 255) onderscheidenlijk in bijlagen 1 tot en met 5 van de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s volksgezondheid zijn weergegeven.B
Artikel 7, wordt als volgt gewijzigd:
De bescheiden, bedoeld in het eerste lid, onder c tot en met f, zijn gesteld, dan wel door een beëdigd vertaler vertaald, in het Nederlands of Engels.3.
De fotokopie, bedoeld in het eerste lid, onder b, dient te zijn gewaarmerkt door de uitgevende instantie of een in Nederland gevestigde notaris.4.
Van de bescheiden, bedoeld in het eerste lid, onder c tot en met e, wordt een origineel verstrekt, dan wel een fotokopie die is gewaarmerkt door de instelling die het document heeft afgegeven of een in Nederland gevestigde notaris. Van de bescheiden als bedoeld in het eerste lid, onder f, wordt een originele verklaring door de werkgever verstrekt, een fotokopie die is gewaarmerkt door een in Nederland gevestigde notaris, danwel, indien geen sprake is van een dienstverband, enig ander document op grond waarvan aannemelijk kan worden gemaakt dat de beroepservaring is opgedaan.5.
De minister kan ter vaststelling van de getrouwheid van een fotokopie van een getuigschrift, verzoeken om het originele getuigschrift als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel c.Artikel 6a
ARTIKEL II
Het Besluit periodieke registratie Wet BIG wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 6, derde lid, wordt «één maand» vervangen door «vier weken».
ARTIKEL III
Het Registratiebesluit BIG wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
7.
Het document, bedoeld in het eerste lid, onder c, en het attest, bedoeld in het tweede lid, zijn gesteld, dan wel door een beëdigd vertaler vertaald, in het Nederlands of Engels.B
Aan artikel 4, eerste lid, wordt na de laatste volzin een zin toegevoegd, luidende: Het tarief wordt voldaan binnen vier weken na het indienen van de aanvraag. Indien het bedrag niet is voldaan, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.
C
Na artikel 4, wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 4a
Een beroepsbeoefenaar die zich manifesteert in de hoedanigheid waaronder hij in een register als bedoeld in artikel 3 van de wet is ingeschreven, draagt er zorg voor dat zijn BIG-nummer kenbaar wordt gemaakt:- op door hem of onder zijn verantwoordelijkheid gebruikte websites en via andere digitale media;
- op door of namens hem gebruikt briefpapier;
- op door of namens hem opgestelde facturen;
- in de wachtkamer.
D
Artikel 5, derde tot en met zesde lid, wordt vervangen door:
3.
Voor de openbare kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, onder b, en de aantekening in het BIG-register, bedoeld in artikel 9, eerste, tweede, derde, vierde en achtste lid, van de wet, geldt dat deze raadpleegbaar zijn:- voor de maatregelen berisping en geldboete: voor een termijn van vijf jaar die aanvangt direct na het onherroepelijk worden van de uitspraak waarbij de maatregel is opgelegd;
- voor een doorhaling, als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onder f, van de wet of een ontzegging van het recht wederom in het register te worden ingeschreven, als bedoeld in artikel 48, derde lid, van de wet: 10 jaar.
- voor een verwerking of overname van een maatregel, op grond van artikel 7, onder c, e of f, van de wet: voor de duur van de verwerkte of overgenomen maatregel vermeerderd met een termijn van vijf jaar die aanvangt direct na het eindigen van die maatregel, met een maximale duur van tien jaar mits de duur van de maatregel bij de minister is bevestigd door de bevoegde autoriteit.Indien bij de minister niet bekend is wanneer de maatregel eindigt, blijft de doorhaling raadpleegbaar voor maximaal tien jaar. Indien de minister alsnog schriftelijke bevestiging van de bevoegde autoriteit ontvangt dat de maatregel niet langer duurt dan vijf jaar, blijft de maatregel raadpleegbaar voor de duur van de maatregel vermeerderd met een termijn van vijf jaar. Indien de periode dat de maatregel raadpleegbaar moet zijn is verstreken, wordt de aantekening verwijderd.
- voor andere maatregelen dan die genoemd in de onderdelen b en c opgelegd voor een bepaalde duur: de duur van de van kracht zijnde maatregel vermeerderd met een termijn van vijf jaar die aanvangt direct na het eindigen van de maatregel mits de duur van de maatregel bij de minister is bevestigd door de bevoegde autoriteit. Indien bij de minister niet bekend is wanneer de maatregel eindigt, blijft de maatregel raadpleegbaar. Indien de minister alsnog schriftelijke bevestiging van de bevoegde autoriteit ontvangt dat de maatregel is geëindigd en indien de periode dat de maatregel raadpleegbaar moet zijn is verstreken, wordt de aantekening verwijderd.
4.
Voor zover een maatregel nadat die niet meer van kracht is nog openbaar wordt kennisgegeven, wordt in de openbare kennisgeving, als bedoeld in het derde lid, onder b, en de aantekening in het BIG-register, vermeld per wanneer de maatregel van kracht was en per wanneer de maatregel is geëindigd.5.
De openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 11 van de wet, en de aantekening in het BIG-register, bedoeld in artikel 9 van de wet, vindt plaats nadat de uitspraak, de beslissing of het besluit zodra de maatregel van kracht is. Indien de uitspraak, de beslissing of het besluit niet onherroepelijk is maar wel al van kracht is, wordt in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 11 van de wet, en de aantekening in het BIG-register vermeld dat een rechtsmiddel is of kan worden ingesteld, nadat de minister een schriftelijke bevestiging daarvan van de bevoegde autoriteit heeft ontvangen.6.
Indien een beroepsbeoefenaar aan wie een doorhaling of ontzegging van het recht wederom in het register te worden ingeschreven is opgelegd, in de hem ontzegde bevoegdheid wordt hersteld, verwijdert de minister de openbare kennisgeving, als bedoeld in het tweede lid, onder b, en maakt daarvan melding bij de aantekening in het BIG-register, nadat de minister een schriftelijke bevestiging van het herstel van de bevoegde autoriteit heeft ontvangen. De vermelding is raadpleegbaar gedurende de resterende periode van openbare kennisgeving en aantekening in het BIG-register ingevolge het derde en vierde lid van dit artikel.7.
In afwijking van het derde, vierde, en zesde lid, eindigt de openbare kennisgeving, als bedoeld in het tweede lid, onder b, en de aantekening in het BIG-register nadat de minister een schriftelijke bevestiging van de bevoegde autoriteit heeft ontvangen dat de maatregel is geëindigd door vernietiging van de Nederlandse of buitenlandse uitspraak of beslissing waarbij de maatregel is opgelegd of door vernietiging van het besluit tot overname van een buitenlandse maatregel op grond van artikel 7, onder e of f, of artikel 9, tweede en vijfde lid, van de wet. Hetzelfde geldt voor de situatie dat de maatregel eindigt door herziening van de uitspraak of beslissing.8.
In afwijking van het derde, vierde en zesde lid, eindigt de openbare kennisgeving en de aantekening in het BIG-register bij overlijden van betrokkene.E
In artikel 7, tweede lid, wordt geschrapt: de doorhaling van een inschrijving die met toepassing van artikel 42, tweede lid, eerste volzin, van de wet is geschied, en van.
Artikel 4a
Een beroepsbeoefenaar die zich manifesteert in de hoedanigheid waaronder hij in een register als bedoeld in artikel 3 van de wet is ingeschreven, draagt er zorg voor dat zijn BIG-nummer kenbaar wordt gemaakt:
ARTIKEL IV
Artikel 4, derde lid, van het Besluit psychotherapeut komt te luiden:
3.
De opleiding, bedoeld in artikel 3, bestaat voorts uit ten minste twee vervolgcursussen over de toepassing van behandelingsmethoden in twee verschillende door de aspirant-psychotherapeut te kiezen psychotherapeutische referentiekaders.ARTIKEL V
Het Tuchtrechtbesluit BIG wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 26, eerste lid, wordt «Artikel 65, negende lid, van de wet» vervangen door «artikel 65e».
B
In artikel 31, tweede lid, wordt «Artikel 65, negende lid, van de wet» vervangen door «artikel 65e».
C
In artikel 33 wordt «het college van medisch toezicht» vervangen door het regionale tuchtcollege» en wordt «Artikel 79, tweede lid, van de wet» vervangen door «artikel 79 van de wet».
D
In artikel 34 wordt «het college van medisch toezicht» telkens vervangen door «het regionale tuchtcollege».
ARTIKEL VI
In artikel 8a, eerste lid, aanhef, Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid bachelor medisch hulpverlener vervalt de zinsnede «eerste lid, onder d».
ARTIKEL VII
Dit besluit en de Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de verbeteringen die worden doorgevoerd in het tuchtrecht alsmede verbeteringen ten aanzien van het functioneren van de wet (Stb. 2018, 260), met uitzondering van artikel I, onderdeel II, treden in werking met ingang van 1 april 2019.