Besluit van 10 juli 2019, houdende regels met betrekking tot de waardering van vorderingen uit hoofde van een verzekering in geval van een faillietverklaring van een verzekeraar (Besluit waardering verzekeringsvorderingen in faillissement)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 16 mei 2019, 2019-0000070363, directie Financiële Markten, gedaan mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Gelet op artikel 213l, vierde lid, van de Faillissementswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 26 juni 2019, nr. W06.19.0120/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 5 juli 2019, 2019-0000086038, directie Financiële Markten, uitgebracht mede namens Onze Minister voor Rechtsbescherming;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1 Reikwijdte
Dit besluit is van toepassing op de waardering van vorderingen uit hoofde van een verzekering in faillissement.
Artikel 2 Definities
Artikel 3 Geen toezegging om rente te voldoen
De toezegging door een verzekeraar tot het doen van een uitkering uit hoofde van verzekering als bedoeld in artikel 925, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek is niet een toezegging om interesten te voldoen als bedoeld in artikel 128 van de Faillissementswet.
Artikel 4 Actuele overlevingstafel
Bij het vaststellen van de hoogte van de vordering uit hoofde van een verzekering, waarbij de verzekeraar zich heeft verbonden tot het verrichten van uitkeringen waarvan de hoogte, het tijdstip of de duur afhankelijk is gesteld van het wel of niet in leven zijn van een verzekerde, wordt een op het moment van de vaststelling algemeen aanvaarde overlevingstafel gehanteerd.
Artikel 5 Algemene uitgangspunten bij vaststelling rechten polishouder
Artikel 6 Premiebetalende verzekering niet zijnde beleggingsverzekering
Artikel 7 Verzekeringen waarbij alle premie is betaald, niet zijnde beleggingsverzekeringen
De waarde van een vordering uit hoofde van een verzekering waarbij de verzekeraar zich heeft verbonden tot het verrichten van een uitkering waarbij het tijdstip of de hoogte onzeker is, de hoogte van de uitkering niet is gebaseerd op de tegenwaarde in beleggingseenheden en de wederpartij op het tijdstip van faillietverklaring aan al haar betalingsverplichtingen heeft voldaan, wordt bepaald overeenkomstig artikel 6, vijfde en zesde lid, met dien verstande dat de verzekerde bedragen in de overeenkomst geacht worden de bedragen te zijn, bedoeld in artikel 6, vierde lid.
Artikel 8 Beleggingsverzekeringen met gegarandeerde ondergrens
Artikel 9 Beleggingsverzekeringen zonder gegarandeerde ondergrens
Artikel 10 Alternatieve berekeningsmethoden
Onverminderd de artikelen 2 tot en met 5 en in afwijking van de artikelen 6 tot en met 9 kan de waarde van een vordering uit hoofde van een verzekering op een andere wijze worden berekend indien door de curator genoegzaam wordt aangetoond dat deze methode tot dezelfde uitkomst leidt.
Artikel 11 Overgangsbepaling
Dit besluit is niet van toepassing op een faillissement van een verzekeraar dat is uitgesproken voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2019. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 juli 2019 treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 augustus 2019.
Artikel 13 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit waardering verzekeringsvorderingen in faillissement.