Wet van 10 juli 2019, houdende Invoering van een wettelijk mechanisme ten behoeve van de beslechting van belastinggeschillen tussen lidstaten van de Europese Unie (Wet fiscale arbitrage)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen tot uitvoering van Richtlijn 2017/1852/EU van de Raad van 10 oktober 2017 betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen in de Europese Unie (PbEU 2017, L 265);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1.1
Artikel 1.2
Artikel 2.1
Artikel 2.2
De klacht wordt alleen aanvaard indien de belanghebbende de volgende gegevens en inlichtingen verstrekt:
Artikel 2.3
Artikel 2.4
De bij Onze Minister ingediende klacht en de daarbij behorende gegevens en inlichtingen, bedoeld in de artikelen 2.2 en 2.3, worden in de Nederlandse of Engelse taal gesteld.
Artikel 2.5
Artikel 2.6
Artikel 2.7
Artikel 2.8
Het indienen van een klacht maakt een einde aan andere aanhangige procedures voor onderling overleg of geschilbeslechtingsprocedures uit hoofde van een overeenkomst die of een verdrag dat wordt uitgelegd of toegepast in verband met het betreffende geschilpunt. Deze aanhangige procedures worden beëindigd met ingang van de dag van de eerste ontvangst van de klacht door Onze Minister of de andere bevoegde autoriteit.
Artikel 3.1
Artikel 3.2
Artikel 3.3
Artikel 4.1
Artikel 4.2
Artikel 4.3
Artikel 4.4
Artikel 4.5
Artikel 4.6
Artikel 4.7
Artikel 4.8
Artikel 4.9
Artikel 4.10
Artikel 5.1
Artikel 5.2
Artikel 5.3
Indien een gerechtelijke instantie in de lidstaat van de andere bevoegde autoriteit een beslissing over een geschilpunt heeft genomen en het nationale recht van die lidstaat niet toestaat af te wijken van deze beslissing, kan deze lidstaat bepalen dat:
Artikel 6.1
Artikel 7.1
Op gegevens en inlichtingen die door Onze Minister of diens bevoegde vertegenwoordigers in het kader van de uitvoering van deze wet zijn verkregen is de verplichting tot geheimhouding, bedoeld in artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7.2
Artikel 7.3
Artikel 8.1
Artikel 9.1
Deze wet treedt in werking met ingang van 30 juni 2019. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 29 juni 2019, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 9.2
Deze wet wordt aangehaald als: Wet fiscale arbitrage.