Besluit van 6 december 2018 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen vanwege enkele wijzigingen van pensioenregelgeving
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 november 2018, nr. 2018-0000179326;
Gelet op de artikelen 51, elfde lid, 52a, zesde lid, 147, zesde lid, 151, zevende lid, 179, eerste lid, en 203, vierde lid, van de Pensioenwet en de artikelen 62, elfde lid, 63a, zesde lid, 142, zesde lid, 146, zevende lid, 174, eerste lid, en 197, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 november 2018, No.W12.18.0349/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 december 2018, nr. 2018-00429515,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt «51, tiende lid» vervangen door «51, elfde lid» en wordt «62, tiende lid» vervangen door «62, elfde lid».
B
Aan artikel 9e wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
Voor weergave van ouderdomspensioen in scenario’s wordt gebruik gemaakt van een navigatiemetafoor die op een herkenbare plek in het pensioenregister is weergegeven. Een navigatiemetafoor bevat ten minste drie pijlen en de volgende bedragen en teksten:- de opgebouwde pensioenaanspraken en de pensioenrechten;
- de op te bouwen pensioenaanspraken en de pensioenrechten bij een pessimistisch scenario, met gebruik van de tekst «Als het tegenzit, ontvangt u minder: € <bedrag>»;
- de op te bouwen pensioenaanspraken en de pensioenrechten bij een verwacht scenario, met gebruik van de tekst «Verwacht eindresultaat: € <bedrag>»; en
- de op te bouwen pensioenaanspraken en de pensioenrechten bij een optimistisch scenario, met gebruik van de tekst «Als het meezit, ontvangt u meer <bedrag>».
C
Artikel 9f vervalt.
D
Na artikel 14d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 14da. Uitzondering op verplichting tot uitvraag voorkeur
1.
De verplichting om de voorkeur van een gewezen deelnemer voor een vaste of variabele uitkering uit te vragen, bedoeld in artikel 14d, vijfde lid, geldt niet indien op basis van de opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op de reguliere ingangsdatum minder zal bedragen dan het op basis van artikel 66 van de Pensioenwet dan wel artikel 78 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling bepaalde bedrag, en voldaan is aan het tweede, derde of vierde lid.2.
Indien de deelneming is geëindigd vanaf 1 januari 2018 geldt de verplichting niet, indien de uitvoerder op grond van artikel 70a van de Pensioenwet dan wel artikel 81a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling probeert over te gaan tot waardeoverdracht van de aanspraken van de gewezen deelnemer of dit tenminste vijf maal jaarlijks tevergeefs heeft geprobeerd.3.
Indien de deelneming is geëindigd voor 1 januari 2018 geldt de verplichting niet tot de start van de uitvoering van het plan, bedoeld in artikel 17f, tweede lid, indien de uitvoerder voornemens is voor de aanspraken van de gewezen deelnemer een opgave te vragen als bedoeld in artikel 17f, eerste lid, onderdeel a.4.
Indien de deelneming is geëindigd voor 1 januari 2018 geldt de verplichting niet vanaf de start van de uitvoering van het plan, indien waardeoverdracht van de aanspraken van de gewezen deelnemer is opgenomen in het plan.E
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
F
Artikel 51a wordt als volgt gewijzigd:
G
Artikel 55 vervalt.
Artikel 14da. Uitzondering op verplichting tot uitvraag voorkeur
ARTIKEL II
Het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen wordt als volgt gewijzigd:
A
Na paragraaf 1A wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
B
Artikel 33 komt te luiden:
Artikel 33. Verstrekking langs elektronische weg
1.
Het fonds, de verzekeraar en de premiepensioeninstelling verstrekken de gegevens, bedoeld in de artikelen 30 en 31, langs elektronische weg aan De Nederlandsche Bank.2.
Het bestuur van het fonds zendt langs elektronische weg de volgende controleverklaringen aan De Nederlandsche Bank:- de verklaring van de accountant inhoudende dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gelijk zijn aan de gegevens waaromtrent de accountant een verklaring omtrent de getrouwheid als bedoeld in artikel 147, vijfde lid, van de Pensioenwet of artikel 142, vijfde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling heeft afgegeven en ten bewijze waarvan de staten door hem zijn gewaarmerkt; en
- de verklaring van de actuaris inhoudende dat de gegevens, bedoeld in het eerste lid, gelijk zijn aan de door hem gewaarmerkte actuariële staten, waaronder een actuarieel verslag voorzien van een verklaring van de actuaris als bedoeld in artikel 147, derde lid, onderdeel h, en vierde lid, van de Pensioenwet of artikel 142, derde lid, onderdeel h, en vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.
3.
De Nederlandsche Bank kan regels stellen met betrekking tot de inhoud van de controleverklaringen, bedoeld in het tweede lid.Artikel 1b. Overgang naar afgescheiden vermogen
Voor zover het vermogen van een fonds een afgescheiden vermogen bij een algemeen pensioenfonds wordt, is ten aanzien van dit afgescheiden vermogen sprake van voortzetting van de toepassing van het financieel toetsingskader zoals dit bij het fonds werd toegepast.
Artikel 33. Verstrekking langs elektronische weg
ARTIKEL III
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.