Part of Smart Yellow Suite

WGK009595
Wet vrachtwagenheffing

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Infrastructuur en Waterstaat
Datum uitgave 1 juli 2019
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Voorstel van wet houdende regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet vrachtwagenheffing)

Samenvatting

het invoeren van een vrachtwagenheffing heeft twee doelen, te weten het laten betalen voor het gebruik van de weg door binnen- en buitenlands vrachtverkeer en het innoveren en verduurzamen van de Nederlandse vervoersector.

Documenten

stcrt-2021-41193 (PDF)
stb-2022-330 (PDF)

Wet van 22 augustus 2022, houdende regels voor het in rekening brengen van een vrachtwagenheffing voor het rijden met een vrachtwagen op aangewezen wegvakken (Wet vrachtwagenheffing)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat om, mede gelet op Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtwagens (PbEG 1999, L 187) een vrachtwagenheffing in te voeren met het oog op een gelijk speelveld voor buitenlandse en Nederlandse houders van vrachtwagens, in verband daarmee de belasting zware motorrijtuigen af te schaffen, de motorrijtuigenbelasting voor vrachtwagens te verlagen en gelden te bestemmen voor innovatie en verduurzaming van de vervoerssector;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze

Artikel 1 (begripsbepalingen)

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2 (betalingsplichtige en belastbaar feit)

Artikel 3 (vrijstelling of ontheffing)

Artikel 4 (registratie km’s met boordapparatuur)

Artikel 5 (tarieven)

Artikel 6 (bedrag van de vrachtwagenheffing)

Het door de houder te betalen bedrag van de vrachtwagenheffing per wegvak wordt berekend als volgt:

VWH = Tk x A

waarin:

VWH = het bedrag van de vrachtwagenheffing per wegvak;

Tk = het tarief per gereden kilometer in euro, bedoeld in artikel 5;

A = het aantal geregistreerde kilometers, bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Artikel 7 (betaling zonder beschikking)

Het bedrag van de vrachtwagenheffing wordt betaald zonder dat dit bij beschikking wordt vastgesteld.

Artikel 8 (dienstverleningsovereenkomst tussen dienstaanbieder en houder)

Artikel 9 (relatie Onze Minister en dienstaanbieder)

Artikel 10 (invordering via privaatrecht)

Op de betalingsverplichting, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, en 9, derde lid, zijn de artikelen 4:88, derde lid, 4:94 en 4:94a en de afdelingen 4.4.2, 4.4.3 en 4.4.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

Artikel 11 (verplichtingen hoofddienstaanbieder)

Artikel 12 (meerjarenprogramma)

Artikel 13 (overtreding)

Artikel 14 (toezicht)

Artikel 15 (bestuurlijke boete voor een overtreding)

Artikel 16 (hoogte bestuurlijke boete)

Artikel 17 (stilhouden en voorlopige maatregelen)

Artikel 18 (kwijtschelden bestuurlijke boete)

Onze Minister scheldt de bestuurlijke boete in ieder geval kwijt als degene aan wie de boete is opgelegd bezwaar tegen de bestuurlijke boete maakt en:

Artikel 19 (schorsende werking bezwaar en beroep tegen boete ex art. 15)

Als bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld tegen de beschikking tot het opleggen van de bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 15, eerste lid, en die beschikking is niet bekendgemaakt met toepassing van artikel 17, tweede lid, wordt de werking van die beschikking geschorst totdat die onherroepelijk is.

Artikel 20 (opkomen tegen beschikking die direct is ingevorderd)

Het bezwaar en beroep tegen de beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete die is bekendgemaakt met toepassing van artikel 17, tweede lid, richt zich ook tegen de voorlopige maatregel, bedoeld in artikel 17, derde lid.

Artikel 21 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door Onze Minister)

Artikel 22 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door de toezichthouder)

Artikel 23 (bescherming persoonsgegevens, gebruikt door de dienstaanbieder)

Artikel 24 (register)

Artikel 25 (wijziging Algemene wet bestuursrecht)

In artikel 1 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht wordt in de alfabetische volgorde ingevoegd:

Artikel 26 (wijziging Invorderingswet 1990)

Artikel 9, achtste lid, van de Invorderingswet 1990 komt te luiden:

8.
In afwijking van het tweede lid is terstond invorderbaar een naheffingsaanslag ter zake van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen, die is opgelegd aan een ander dan een vergunninghouder als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992.

Artikel 27 (wijziging Wegenverkeerswet 1994)

In artikel 42, vierde lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 vervalt «, de Wet belasting zware motorrijtuigen» en wordt na «ViA15» ingevoegd «, de Wet vrachtwagenheffing».

Artikel 28 (wijziging Wegenwet)

Artikel 29 (wijziging Wet belasting zware motorrijtuigen)

Artikel 30 (wijziging Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994)

Artikel 25a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 komt te luiden:

Artikel 25a
1.
Voor een vrachtauto bedraagt de belasting over een tijdvak van drie maanden:waarbij voor de luchtvering geldt dat deze zich bevindt op de aangedreven assen en onder luchtvering mede wordt verstaan daaraan als gelijkwaardig erkende vering als bedoeld in bijlage I bij de richtlijn.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van dit artikel.

Artikel 25a

Artikel 31 (wijziging Wet overgang belastingheffing in euro’s)

Artikel 16 van de Wet overgang belastingheffing in euro’s vervalt.

Artikel 32 (wijziging Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie)

In artikel 10, eerste lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. door de bevoegde autoriteiten bij beschikking opgelegde bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet vrachtwagenheffing of als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15.

Artikel 33 (spoedregeling)

Artikel 34 (evaluatie)

Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 35 (overgangsrecht)

De bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet belasting zware motorrijtuigen, artikel 9, achtste lid, onderdeel b, van de Invorderingswet 1990 en artikel 42, vierde lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zoals zij luidden voor de inwerkingtreding van de artikelen 26, 27 en 29 blijven van toepassing voor zover een belastbaar feit als bedoeld in artikel 2 van de Wet belasting zware motorrijtuigen heeft plaatsgevonden op een tijdstip voordat artikel 29 in werking is getreden.

Artikel 36 (inwerkingtreding)

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 37 (citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vrachtwagenheffing.

stb-2022-526 (PDF)

Besluit van 12 december 2022, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkintreding van artikelen van de Wet vrachtwagenheffing

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 6 december 2022, nr. IENW/BSK-2022/281854, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 36 van de Wet vrachtwagenheffing;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet vrachtwagenheffing treedt in werking op 1 januari 2023, met uitzondering van de artikelen 2, eerste lid, 3 tot en met 12, 21 tot en met 24, 26, 27 voor zover dat betreft het vervallen van de zinssnede «, de Wet belasting zware motorrijtuigen» in artikel 42, vierde lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, 29 tot en met 31, en 33 tot en met 35.

Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het voor de artikelen die gelet op de eerste volzin op 1 januari 2023 in werking treden, terug tot en met 1 januari 2023.

stb-2024-191 (PDF)

Besluit van 25 juni 2024, houdende vaststelling van het tweede tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikelen van de Wet vrachtwagenheffing

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 20 juni 2024,nr. IENW/BSK-2024/165841, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 36 van de Wet vrachtwagenheffing;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen 7, 8, tweede tot en met zesde lid, 9, eerste, vierde en vijfde lid, 11, 12 en 21 tot en met 24, van de Wet vrachtwagenheffing treden in werking met ingang van 1 juli 2024.

Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2024, treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 juli 2024.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.