Part of Smart Yellow Suite

WGK009591
Wet versterking decentrale rekenkamers

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Datum uitgave 4 juli 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Comptabiliteitswet 2016 in verband met het afschaffen van de decentrale rekenkamerfunctie en het uitbreiden van de bevoegdheden van de rekenkamers (Wet versterking decentrale rekenkamers)

Samenvatting

Het wetsvoorstel schaft de mogelijkheid af om regels te stellen over de rekenkamerfunctie, waardoor elke gemeente een onafhankelijke (of gemeenschappelijke) rekenkamer moet instellen. Het wetsvoorstel breidt de onderzoeksbevoegdheden van rekenkamers uit. Deze wetswijziging is een noodzakelijke voorwaarde voor gedegen rekenkameronderzoek in elke gemeente ter ondersteuning van de gemeenteraad. Door de voorgestelde maatregelen wordt een sluitend wettelijk stelsel gecreëerd voor effectief en efficiënt rekenkameronderzoek en voor de doorwerking daarvan in de gemeentelijke praktijk. Niet- of nauwelijks functionerende rekenkamerfuncties zullen tot het verleden gaan behoren aangezien gemeenten over een onafhankelijke rekenkamer moeten beschikken waarvoor alle wettelijke waarborgen gelden, die benodigd zijn voor een goede en actieve functievervulling.

Documenten

stb-2022-430 (PDF)

Wet van 28 september 2022, houdende wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet en de Comptabiliteitswet 2016 in verband met het afschaffen van de decentrale rekenkamerfunctie en het uitbreiden van de bevoegdheden van de rekenkamers (Wet versterking decentrale rekenkamers)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het voor de versterking van het decentrale rekenkameronderzoek wenselijk is de rekenkamerfunctie voor gemeenten en provincies af te schaffen en de bevoegdheden van de rekenkamers uit te breiden met betrekking tot overheidsdeelnemingen en inkooprelaties die goederen en diensten leveren die betrekking hebben op de uitvoering van een publieke taak en daartoe de Gemeentewet, de Provinciewet en de Comptabiliteitswet 2016 te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 81a komt te luiden:

Artikel 81a
De raad stelt een rekenkamer in.
B

In artikel 81j, derde lid, wordt na «een ander orgaan van de gemeente» ingevoegd «, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren».

C

Hoofdstuk IVb vervalt.

D

In artikel 155b, eerste lid, vervalt «, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen».

E

In artikel 156, tweede lid, onderdeel a, vervalt «, of het bij verordening stellen van regels voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie, bedoeld in artikel 81oa».

F

Artikel 182 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Bij het uitvoeren van haar taken kan de rekenkamer gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot het verrichten van onderzoek.
G

Artikel 184 wordt als volgt gewijzigd:

  1. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de gemeente het geplaatste aandelenkapitaal houdt;.
  1. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente samen met een of meer andere gemeenten, een of meer provincies, een of meer waterschappen of de Staat meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de gemeente het geplaatste aandelenkapitaal houdt;.
  1. rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen waaraan de gemeente of een of meer derden voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten laste van de gemeentebegroting, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft;
  2. rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen die goederen en diensten leveren die betrekking hebben op de uitvoering van een publieke taak waarvan de betaling ten laste van de gemeentebegroting komt en waarbij de gemeente zich het recht heeft voorbehouden bij de betreffende rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon controles uit te voeren ten aanzien van de geleverde goederen of diensten, over de jaren waarin de betaling ten laste komt van de gemeentebegroting.
2.
De rekenkamer maakt bij het onderzoek ten aanzien van de in het eerste lid genoemde instellingen zoveel mogelijk gebruik van door anderen verrichte controles.
5.
Indien de rekenkamer voornemens is onderzoek in te stellen bij een in het eerste lid, onderdeel c genoemde instelling, stelt zij, onverminderd het vierde lid, de colleges van de andere deelnemende gemeenten, de gedeputeerde staten van de deelnemende provincies, het dagelijks bestuur van de deelnemende waterschappen of Onze Minister die het aangaat in het geval van deelneming van de Staat van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.
6.
Dit artikel is niet van toepassing op financiële ondernemingen en elektronischgeldinstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
H

Artikel 185 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Voordat de rekenkamer een rapport, bedoeld in het eerste lid, vaststelt, stelt zij in elk geval het onderzochte orgaan in de gelegenheid binnen redelijke termijn te reageren op haar bevindingen en voorlopige conclusies.
3.
Na de vaststelling van het rapport, deelt de rekenkamer aan de raad, aan het college en, indien van toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan de raad of het college kan zij ter zake voorstellen doen. Mededelingen aan de raad, die gegevens of bevindingen bevatten die naar hun aard vertrouwelijk zijn, kan de rekenkamer ter vertrouwelijke kennisneming verstrekken.
H0a

Aan hoofdstuk XIa wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 185a
Het college zendt de raad jaarlijks een overzicht van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.
Ha

Artikel 213 van de Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

  1. de baten en lasten, alsmede de balansmutaties met betrekking tot specifieke uitkeringen als bedoeld in artikel 17 van de Financiële-verhoudingswet rechtmatig tot stand zijn gekomen.
  1. de tabel van fouten en onzekerheden voor de specifieke uitkeringen.
I

In artikel 213a, derde lid, vervallen «of, indien geen rekenkamer is ingesteld, personen die de rekenkamerfunctie uitoefenen,» en «, onderscheidenlijk hen,».

Artikel 81a

De raad stelt een rekenkamer in.

Artikel 185a

Het college zendt de raad jaarlijks een overzicht van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

ARTIKEL II

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 79a komt te luiden:

Artikel 79a
Provinciale staten stellen een rekenkamer in.
B

In artikel 79j, derde lid, wordt na «een ander orgaan van de provincie» ingevoegd «, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren».

C

Hoofdstuk IVB vervalt.

D

Artikel 183 wordt als volgt gewijzigd:

3.
Bij het uitvoeren van haar taken kan de rekenkamer gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar bevoegdheid tot het verrichten van onderzoek.
E

Artikel 185 wordt als volgt gewijzigd:

  1. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de provincie meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de provincie het geplaatste aandelenkapitaal houdt;.
  1. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de provincie samen met een of meer andere provincies, een of meer gemeenten, een of meer waterschappen of de Staat meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt en naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waarin de eerstgenoemde naamloze en besloten vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, over de jaren dat de provincie het geplaatste aandelenkapitaal houdt;.
  1. rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen waaraan de provincie of een of meer derden voor rekening en risico van de provincie rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten laste van de provinciebegroting, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft;.
  2. rechtspersonen, commanditaire vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep of bedrijf uitoefenen die goederen en diensten leveren die betrekking hebben op de uitvoering van een publieke taak waarvan de betaling ten laste van de provinciebegroting komt en waarbij de provincie zich het recht heeft voorbehouden bij de betreffende rechtspersoon, vennootschap of natuurlijke persoon controles uit te voeren ten aanzien van de geleverde goederen of diensten, over de jaren waarin de betaling ten laste komt van de provinciebegroting.
2.
De rekenkamer maakt bij het onderzoek ten aanzien van de in het eerste lid genoemde instellingen zoveel mogelijk gebruik van door anderen verrichte controles.
5.
Indien de rekenkamer voornemens is onderzoek in te stellen bij een in het eerste lid, onderdeel c, genoemde instelling, stelt zij, onverminderd het vierde lid, de gedeputeerde staten van de andere deelnemende provincies, de colleges van de deelnemende gemeenten, het dagelijks bestuur van de deelnemende waterschappen of Onze Minister die het aangaat in het geval van deelneming van de Staat van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.
6.
Dit artikel is niet van toepassing op financiële ondernemingen en elektronischgeldinstellingen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.
F

Artikel 186 wordt als volgt gewijzigd:

2.
Voordat de rekenkamer een rapport, bedoeld in het eerste lid, vaststelt, stelt zij in elk geval het onderzochte orgaan in de gelegenheid binnen redelijke termijn te reageren op haar bevindingen en voorlopige conclusies.
3.
Na de vaststelling van het rapport, deelt de rekenkamer aan provinciale staten, aan gedeputeerde staten en, indien van toepassing, aan de betrokken instelling, de opmerkingen en bedenkingen mee die zij naar aanleiding van haar bevindingen van belang acht. Aan provinciale staten of gedeputeerde staten kan zij ter zake voorstellen doen. Mededelingen aan de provinciale staten, die gegevens of bevindingen bevatten die naar hun aard vertrouwelijk zijn, kan de rekenkamer ter vertrouwelijke kennisneming verstrekken.
Fa

Aan hoofdstuk XIA wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 186a
Gedeputeerde staten zenden provinciale staten jaarlijks een overzicht van de aan gedeputeerde staten gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van hun standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.
G

Artikel 217 van de Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

  1. de tabel van fouten en onzekerheden voor de specifieke uitkeringen.

Artikel 79a

Provinciale staten stellen een rekenkamer in.

Artikel 186a

Gedeputeerde staten zenden provinciale staten jaarlijks een overzicht van de aan gedeputeerde staten gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van hun standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

ARTIKEL IIA

De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In titel II wordt na artikel 51a een nieuw hoofdstuk toegevoegd, luidende:

B

In titel III wordt na artikel 97 een nieuw hoofdstuk toegevoegd, luidende:

C

Artikel 109 wordt als volgt gewijzigd:

4.
Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken.

Artikel 51aa

Het algemeen bestuur stelt een rekenkamer in.

Artikel 51ab

Het algemeen bestuur stelt het aantal leden van de rekenkamer vast.

Artikel 51ac

Artikel 51ad

Artikel 51ae

Artikel 32 is van overeenkomstige toepassing op de leden van de rekenkamer.

Artikel 51af

Artikel 51ag

Artikel 51ah

Artikel 33, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de leden van de rekenkamer.

Artikel 51ai

Artikel 51aj

Artikel 51ak

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening van het algemeen bestuur vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.

Artikel 51al

In afwijking van artikel 51aa kan het algemeen bestuur met het algemeen bestuur of de algemene besturen van een of meer andere waterschappen met toepassing van de artikelen 50, en 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen of met provinciale staten van één of meer provincies of de raad of raden van één of meer gemeenten, al dan niet met het algemeen bestuur of de algemene besturen van een of meer andere waterschappen tezamen, met toepassing van de artikelen 51 en 52, eerste lid, juncto artikel 8, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, een gemeenschappelijke rekenkamer instellen. De artikelen 10, tweede en derde lid, 10a, 11, 15, 16, 17, 20, derde lid, 21, 22, 23, 30 en 54 van die wet zijn niet van toepassing.

Artikel 51am

Artikel 51an

Indien het algemeen bestuur of de algemene besturen met provinciale staten van een of meer provincies of de raad of de raden van een of meer gemeenten een gemeenschappelijke rekenkamer instelt, is, onverminderd artikel 51am, eerste lid, juncto artikel 51af, een lid van de rekenkamer niet tevens:

Artikel 51ao

In de regeling waarbij de gemeenschappelijke rekenkamer wordt ingesteld, worden ten minste regels gesteld over:

Artikel 97a

Artikel 97b

Artikel 97c

Artikel 97d

Artikel 97e

Het dagelijks bestuur zendt het algemeen bestuur jaarlijks een overzicht van de aan het dagelijks bestuur gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

ARTIKEL III

De Comptabiliteitswet 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7.24 wordt de punt aan het slot van onderdeel e vervangen door een puntkomma en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  1. naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de Staat samen met een of meer gemeenten, een of meer provincies, een of meer waterschappen of een of meer gemeenten, een of meer provincies en een of meer waterschappen tezamen meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt.
B

In artikel 7.27 wordt «bedoeld in artikel 7.24, aanhef en onderdeel e» vervangen door «bedoeld in artikel 7.24, aanhef en onderdelen e en f».

C

In artikel 7.30 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde respectievelijk vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

3.
Indien de Algemene Rekenkamer een onderzoek heeft ingesteld ten aanzien van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap als bedoeld in artikel 7.24, aanhef en onderdeel f, zendt zij tevens een afschrift van het rapport ter kennisneming aan het betreffende gemeentebestuur, provinciebestuur of waterschapsbestuur.
Ca

In artikel 7.32, tweede lid wordt «tweede tot en met vierde lid» vervangen door «tweede, vierde en vijfde lid».

Cb

In artikel 7.34, tweede, derde en vierde lid, wordt «artikel 7.24, eerste lid, » telkens vervangen door «artikel 7.24, ».

Cc

In artikel 7.35, eerste lid wordt «artikel 7.24, onder e» vervangen door «artikel 7.24, aanhef en onderdeel e».

D

Aan artikel 7.35 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3.
Ten aanzien van de naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen, bedoeld in artikel 7.24, aanhef en onderdeel f, en de naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarin de eerstbedoelde vennootschappen middellijk of onmiddellijk meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houden, is artikel 7.34, eerste tot en met zevende lid, van overeenkomstige toepassing. Artikel 7.34, negende lid, is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de Algemene Rekenkamer mede het betreffende gemeentebestuur, provinciebestuur of waterschapsbestuur inlicht.

ARTIKEL IV

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet versterking decentrale rekenkamers.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

stb-2022-482 (PDF)

Besluit van 16 november 2022, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet versterking decentrale rekenkamers

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 november 2022, nr. 2022-0000570238;

Gelet op artikel VI van de Wet versterking decentrale rekenkamers;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet versterking decentrale rekenkamers treedt in werking met ingang van 1 januari 2023, met uitzondering van:

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.