Besluit van 31 mei 2021 tot wijziging van de Penitentiaire maatregel, het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen en het Besluit forensische zorg in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling (Uitvoeringsbesluit Wet straffen en beschermen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 3 december 2020, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3116255;
Gelet op de artikelen 4, zesde lid, en 18a van de Penitentiaire beginselenwet, artikel 6:2:14 van het Wetboek van Strafvordering en artikel 5.3 van de Wet forensische zorg;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 24 maart 2021, nummer W16.20.0450/II;
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 27 mei 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3313235;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De Penitentiaire maatregel wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
B
Artikel 3, tweede tot en met vierde lid, komen te luiden:
2.
De directeur draagt in het gemeenschapsregime, bedoeld in artikel 20 van de wet, zorg voor:- een basisprogramma van 42,5 uur per week, waarin ten minste 22,5 uur per week aan activiteiten en bezoek worden aangeboden;
- een plusprogramma van 59 uur per week, waarin ten minste 28 uur per week aan activiteiten en bezoek worden aangeboden.
3.
De aangeboden activiteiten in het basis- en in het plusprogramma kunnen per individuele gedetineerde verschillen.4.
Onze Minister kan nadere regels stellen over de vaststelling van het basis- en plusprogramma. Hierbij kan in uitzonderlijke omstandigheden tijdelijk worden afgeweken van het bepaalde in het tweede lid.C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
D
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
Voor deelname aan een penitentiair programma komen niet in aanmerking:- gedetineerden ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een tevens opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege nog moet aanvangen;
- gedetineerden die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf gevolg dienen te geven aan de op hen rustende vertrekplicht of die zullen worden uitgeleverd;
- gedetineerden die in een extra beveiligde inrichting zijn geplaatst;
- gedetineerden die in een beperkt beveiligde afdeling zijn geplaatst;
- gedetineerden aan wie de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders is opgelegd.
E
Artikel 7, derde en vierde lid, komen te luiden:
3.
De selectiefunctionaris betrekt in zijn beslissing de gedetineerde aan een penitentiair programma te laten deelnemen in ieder geval:- de aard, zwaarte en achtergronden van het gepleegde delict;
- de mate van onzekerheid over de datum van invrijheidstelling;
- de beschikbaarheid van een aanvaardbaar verblijfadres.
4.
De selectiefunctionaris neemt zijn beslissing tot deelname aan een penitentiair programma slechts indien de gedetineerde zich bereid heeft verklaard tot deelname aan het programma en de in verband daarmee gestelde algemene en bijzondere voorwaarden.F
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1.
De deelnemer aan een penitentiair programma wordt onder elektronisch toezicht gesteld, indien:- het gedrag van de deelnemer daartoe aanleiding geeft;
- aan de deelname aan een penitentiair programma bijzondere risico’s zijn verbonden, of;
- dit voor de bescherming van de belangen van slachtoffers noodzakelijk is.
2.
Elektronisch toezicht kan vervallen indien het gedrag, de risico’s of de belangen bedoeld in het eerste lid niet langer tot het toezicht aanleiding geven. De deelnemer kan wederom onder elektronisch toezicht worden gesteld indien het gedrag, de risico’s of de belangen bedoeld in het eerste lid daartoe aanleiding geven.G
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
1.
Deelname aan een penitentiair programma geschiedt onder de algemene voorwaarden dat de gedetineerde:- zich gedraagt overeenkomstig de aanwijzingen van degene die is belast met zijn begeleiding en toezicht en aan deze alle verlangde inlichtingen verschaft;
- tevoren melding doet aan de directeur van een verandering van betrekking of verblijfadres;
- zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
2.
Aan de deelname aan het penitentiair programma kunnen daarnaast door de directeur bijzondere voorwaarden betreffende het gedrag van de gedetineerde worden verbonden.3.
De bijzondere voorwaarden kunnen inhouden:- een verbod contact te leggen of te laten leggen met bepaalde personen of instellingen;
- een verbod zich op of in de directe omgeving van een bepaalde locatie te bevinden of te vestigen;
- een verplichting op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig te zijn;
- een verplichting zich op bepaalde tijdstippen te melden bij een bepaalde instantie;
- een verbod verdovende middelen of alcohol te gebruiken en ten behoeve van de naleving van dat verbod het verlenen van medewerking aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
- een verbod vrijwilligerswerk van een bepaalde aard te verrichten;
- een beperking van het recht om Nederland te verlaten;
- gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door het strafbare feit veroorzaakte schade of het treffen van een regeling voor het betalen van de schadevergoeding in termijnen;
- de plicht te verhuizen uit een bepaald gebied;
- deelname aan een gedragsinterventie;
- een verplichting zich onder ambulante behandeling te stellen van een deskundige of zorginstelling gedurende een termijn van ten hoogste de duur van het penitentiaire programma;
- andere voorwaarden, het gedrag van de veroordeelde betreffend, waaraan deze gedurende de deelname aan het penitentiair programma heeft te voldoen.
4.
Van het stellen van bijzondere voorwaarden doet de directeur mededeling aan de selectiefunctionaris.H
Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 9a
1.
Bij overtreding van de algemene of bijzondere voorwaarden of verzuim van deelname aan het programma kan de directeur, afhankelijk van de ernst van de gedraging, beslissen tot:- het geven van een waarschuwing aan de deelnemer aan het penitentiair programma;
- wijziging of aanvulling van de bijzondere voorwaarden gesteld aan deelname aan een penitentiair programma;
- het adviseren van de selectiefunctionaris om de deelname aan het penitentiair programma te beëindigen;
- het onmiddellijk zelfstandig beëindigen van deelname aan het penitentiair programma indien dit dringend noodzakelijk is.
2.
De directeur wint advies in bij degene die is belast is met het toezicht op de tenuitvoerlegging van het penitentiair programma, tenzij spoed dit verhindert. Diegene kan ook ongevraagd aan de directeur adviseren.3.
De directeur geeft de deelnemer aan een penitentiair programma van een beslissing als bedoeld in het eerste lid onverwijld schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor hem begrijpelijke taal een met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende mededeling.4.
Van het wijzigen of aanvullen van bijzondere voorwaarden, de overtreding van de voorwaarden of verzuim van deelname aan het programma en een beslissing als bedoeld in het eerste lid doet de directeur mededeling aan de selectiefunctionaris.I
In artikel 10, eerste lid wordt de zinssnede «bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a en b» vervangen door: «bedoeld in artikel 9a, eerste lid, onder a, b en d».
J
Na artikel 20b wordt een nieuw hoofdstuk 4b ingevoegd, luidende:
K
In artikel 37 wordt onder vervanging van de punt door een puntkomma in onderdeel l. een onderdeel ingevoegd, luidende:
- het detentie- en re-integratieplan en de daarop aangebrachte aanpassingen.
L
Artikel 59 komt te luiden:
Artikel 59
Dit besluit berust mede op de artikelen 4, zesde lid, en 18a, zesde lid, van de Penitentiaire beginselenwet.Artikel 6
Voor deelname aan een penitentiair programma komen niet in aanmerking:
Artikel 9
Artikel 9a
Artikel 20c
Onze Minister kan nadere regels stellen over de inrichting van het detentie- en re-integratieplan, bedoeld in artikel 18a van de wet.
Artikel 20d
Artikel 59
Dit besluit berust mede op de artikelen 4, zesde lid, en 18a, zesde lid, van de Penitentiaire beginselenwet.
ARTIKEL II
Aan artikel 2:1 van het Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen wordt een lid toegevoegd, luidende:
7.
Het openbaar ministerie betrekt bij zijn beslissing over de verlening van voorwaardelijke invrijheidstelling de beschikbaarheid van een aanvaardbaar verblijfadres.ARTIKEL III
Artikel 5.1, vierde lid, van het Besluit forensische zorg wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IV
Artikel I, onderdelen D tot en met I, van dit besluit is niet van toepassing op vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen waarop artikel IV, onderdelen 1 en 2, van de Wet straffen en beschermen van toepassing is. De artikelen 6, 7, 7a en 9 van de Penitentiaire maatregel, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen D tot en met I, van dit besluit blijven in deze gevallen van toepassing.
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Wet straffen en beschermen.