Besluit van 11 december 2018 houdende wijziging van het Bezoldigingsbesluit 1998 BES, het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, het Besluit Rechtspositie korps politie BES, Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES en het Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES (formalisering arbeidsvoorwaardenovereenkomst Rijksambtenaren BES 2018–2020 en afspraken SOBES februari 2017)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2018, nr. 2018-0000868086;
Gelet op de artikelen 17 en 43, eerste lid, en 81 van de Ambtenarenwet BES en artikel 21, tweede lid, onder a, van de Veiligheidswet BES;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 november 2018, nr. W04.18.0346/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 november 2018, nr. 2018-0000910833;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I WIJZIGING VAN HET BEZOLDIGINGSBESLUIT 1998 BES
A
Artikel 9a van het Bezoldigingsbesluit 1998 BES wordt als volgt gewijzigd:
1.
De ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ter grootte van 5% van zijn bezoldiging inclusief de toelagen, genoemd in artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, met een minimum van USD 1500.1.
De ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ter grootte van 6% van zijn bezoldiging inclusief de toelagen, bedoeld in artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, met een minimum van USD 1500.1.
De ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ter grootte van 7% van zijn bezoldiging inclusief de toelagen, bedoeld in artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, met een minimum van USD 1500.2.
De eindejaarsuitkering wordt jaarlijks uitbetaald in de maand november en wordt berekend over het hele kalenderjaar.B
De artikelen 15, 19 en 20 vervallen.
ARTIKEL II WIJZIGING VAN HET RECHTSPOSITIEBESLUIT AMBTENAREN BES
Het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:2.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder echtgenoot of echtgenote mede verstaan de levenspartner met wie de niet gehuwde ambtenaar duurzaam een gemeenschappelijke huishouding voert. Onder weduwe of weduwnaar wordt mede verstaan de achtergebleven levenspartner, bedoeld in de vorige volzin. Slechts één persoon kan als levenspartner worden aangemerkt.B
Na 25c wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 25d
1.
De ambtenaar in dienst van de staat die door het bevoegd gezag is aangewezen om tevens werkzaam te zijn als bedrijfshulpverlener ontvangt een vergoeding indien hij de taken in verband met bedrijfshulpverlening in voldoende omvang verricht.2.
Onder bedrijfshulpverlening wordt verstaan:- het verlenen van eerste hulp bij ongevallen;
- het beperken en het bestrijden van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen;
- het in noodsituaties alarmeren en evacueren van alle werknemers en andere personen in het dienstgebouw.
3.
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per jaar:- voor de allroundbedrijfshulpverlener: USD 273;
- voor de ploegleider bedrijfshulpverlening: USD 547;
- voor het hoofd bedrijfshulpverlening: USD 820.
4.
De aanspraak op de vergoeding wordt berekend naar het bedrag van de vergoeding, bedoeld in het derde lid, op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van het jaar waarin betrokkene bedrijfshulpverlener was. De vergoeding voor een gedeelte van een jaar wordt berekend naar evenredigheid van het aantal hele maanden dat de aanwijzing tot bedrijfshulpverlener heeft geduurd.5.
De ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, ontvangt vijf jaar na diens aanwijzing als bedrijfshulpverlener en vervolgens elke vijf jaar daarna zolang de aanwijzing duurt, een jubileumtoeslag ten bedrage van:- USD 450 na vijf jaar;
- USD 550 na tien jaar;
- USD 655 na vijftien jaar en na elke vijf jaar daaropvolgend.
6.
In afwijking van artikel 25 worden de taken in het kader van de bedrijfshulpverlening die in opdracht van het bevoegd gezag als overwerk worden verricht, vergoed voor alle aangewezen ambtenaren en uitsluitend met een bedrag in geld, met dien verstande dat voor elk uur overwerk een vergoeding wordt toegekend ten bedrage van 125% van de bezoldiging, berekend per uur, behorende bij de maximumbezoldiging van schaal 7 van de bezoldigingsschalen die op grond van artikel 1, onderdeel d, van het Bezoldigingsbesluit 1998 BES zijn vastgesteld.7.
De bedragen, genoemd in het derde en vijfde lid, worden vanaf 1 januari 2019 bij ministeriële regeling aangepast overeenkomstig de algemene salarisontwikkeling van de ambtenaren in dienst van de staat.C
Artikel 36a wordt als volgt gewijzigd:
4.
Bij overlijden van de ambtenaar vindt betaling van de vakantie-uitkering plaats aan de weduwe of weduwnaar. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen worden in dit lid verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt in dit lid verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van een kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook kinderen, dan geschiedt de betaling van de vakantie-uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de overledene. Laat de overledene ook geen betrekkingen na als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt de vakantie-uitkering geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.D
In artikel 39, tweede en derde lid, wordt «door ziekte of gebreken, welke ontstaan zijn in en door de uitoefening van de dienst en niet aan de schuld of grove nalatigheid van de betrokken ambtenaar is te wijten» vervangen door «door een dienstongeval of een beroepsziekte».
E
In de aanduiding van hoofdstuk VI wordt na «ziekte» toegevoegd «en dienstongeval».
F
Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 40a
1.
In geval van invaliditeit die voortvloeit uit een dienstongeval of een beroepsziekte, wordt aan de desbetreffende ambtenaar smartengeld vergoed tot een netto bedrag van ten hoogste USD 180.000.2.
In geval de ambtenaar komt te overlijden ten gevolge van een dienstongeval, wordt aan de weduwe of weduwnaar een netto bedrag uitgekeerd van USD 90.000. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling met overeenkomstige toepassing van artikel 36a, vierde lid.3.
Onze Minister stelt nadere regels omtrent de toekenning van de uitkering, bedoeld in het eerste lid.Artikel 1a
Artikel 25d
Artikel 40a
ARTIKEL III WIJZIGING VAN HET BESLUIT RECHTSPOSITIE KORPS POLITIE BES
Het Besluit rechtspositie korps politie BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
2.
In dit besluit wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven levenspartner met wie de overleden niet gehuwde ambtenaar een gemeenschappelijke huishouding voerde. Slechts één persoon kan als levenspartner worden aangemerkt.B
In artikel 13, eerste lid, wordt na «25c,» ingevoegd «25d,».
C
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Indien de overleden ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen worden in dit lid verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt in dit lid verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van een kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook kinderen, dan geschiedt de betaling van de vakantie-uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de overledene. Laat de overledene ook geen betrekkingen na als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt de vakantie-uitkering geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.D
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien de overleden ambtenaar van politie geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen worden in dit lid verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt in dit lid verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van een kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook kinderen, dan geschiedt de betaling van de vakantie-uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de overledene. Laat de overledene ook geen betrekkingen na als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt de vakantie-uitkering geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.E
In artikel 74d, tweede lid, wordt «Artikel 14, zesde en zevende lid» vervangen door «Artikel 14, tweede lid».
F
In artikel 118, eerste lid, wordt «met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die, waarin hij de zestigjarige leeftijd bereikt» vervangen door «met ingang van de dag waarop hij op grond van artikel 6 van de Wet algemene ouderdomsverzekering BES recht heeft op ouderdomspensioen».
ARTIKEL IV WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAKANTIE EN VRIJSTELLING VAN DIENST AMBTENAREN BES
Het Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
In dit besluit wordt onder echtgenoot of echtgenote mede verstaan de levenspartner met wie de niet gehuwde ambtenaar een gemeenschappelijke huishouding voert. Onder weduwe of weduwnaar wordt mede verstaan de achtergebleven levenspartner, bedoeld in de vorige volzin. Slechts één persoon kan als levenspartner worden aangemerkt.B
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen worden in dit lid verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt in dit lid verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van een kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook kinderen, dan geschiedt de betaling van de vakantie-uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de overledene. Laat de overledene ook geen betrekkingen na als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt de vakantie-uitkering geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.C
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen worden in dit lid verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt in dit lid verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van een kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook kinderen, dan geschiedt de betaling van de vakantie-uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de overledene. Laat de overledene ook geen betrekkingen na als bedoeld in de vorige volzin, dan wordt de vakantie-uitkering geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.ARTIKEL V WIJZIGING VAN HET WACHTGELDBESLUIT OVERHEIDSDIENAREN BES
Artikel 35 van het Wachtgeldbesluit overheidsdienaren BES wordt als volgt gewijzigd: