Part of Smart Yellow Suite

WGK009388
Goedkeuringswet mbt het Multilateraal Verdrag ter implemtatie van maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Financiën
Datum uitgave 15 maart 2019
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Goedkeuring van het op 24 november 2016 te Parijs tot stand gekomen Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving (Trb. 2017, 86, en Trb. 2017, 194)

Samenvatting

Dit wetsvoorstel heeft betrekking op een multilateraal verdrag waarmee landen (antimisbruik)maatregelen uit het internationale BEPS-project kunnen laten doorwerken in hun bilaterale belastingverdragen zonder dat daarvoor aparte bilaterale onderhandelingen nodig zijn.

Documenten

stb-2019-113 (PDF)

Rijkswet van 6 maart 2019, houdende goedkeuring van het op 24 november 2016 te Parijs tot stand gekomen Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving (Trb. 2017, 86, en Trb. 2017, 194)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 24 november 2016 te Parijs tot stand gekomen Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Het op 24 november 2016 te Parijs tot stand gekomen Multilateraal Verdrag ter implementatie van aan belastingverdragen gerelateerde maatregelen ter voorkoming van grondslaguitholling en winstverschuiving, waarvan de Engelse en Franse tekst zijn geplaatst in Tractatenblad 2017, 86, en de Nederlandse vertaling is geplaatst in Tractatenblad 2017, 194, wordt goedgekeurd voor Nederland en Curaçao.

Artikel 2

Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Verdrag voor Nederland de voorbehouden worden gemaakt die zijn opgenomen in de volgende artikelen van het Verdrag:

«5.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. het eerste lid niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen die reeds een bepaling bevatten als omschreven in het vierde lid, die in detail voorschrijft hoe specifieke feitelijke situaties en soorten entiteiten of constructies behandeld moeten worden;»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«4.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen.»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op bepalingen van haar gedekte belastingverdragen die betrekking hebben op de exploratie of exploitatie van natuurlijke rijkdommen.»
«4.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit Deel niet toe te passen op een of meer gespecificeerde gedekte belastingverdragen (of op al haar gedekte belastingverdragen) die reeds voorzien in verplichte en bindende arbitrage voor onopgeloste kwesties die voortkomen uit een zaak die door middel van een procedure voor onderling overleg onderzocht werd.»

Artikel 3

Goedgekeurd wordt dat bij de binding van het Koninkrijk aan het in artikel 1 genoemde Verdrag voor Curaçao de voorbehouden worden gemaakt die zijn opgenomen in de volgende artikelen van het Verdrag:

«5.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«6.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. het eerste lid niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«5.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«4.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen.»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen;»
«5.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. het eerste lid, eerste zin, niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen op grond van het gegeven dat zij voornemens is te voldoen aan de minimumstandaard inzake het verbeteren van geschillenbeslechting van het OESO/G20 BEPS-pakket door ervoor te zorgen dat onder elk van haar gedekte belastingverdragen (niet zijnde een gedekt belastingverdrag dat een persoon in de mogelijkheid stelt een zaak voor te leggen aan de bevoegde autoriteit van een van de verdragsluitende rechtsgebieden), wanneer een persoon van oordeel is dat de maatregelen van een verdragsluitend rechtsgebied of van beide verdragsluitende rechtsgebieden voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van het gedekte belastingverdrag, die persoon, ongeacht de rechtsmiddelen waarin het nationale recht van die verdragsluitende rechtsgebieden voorziet, de zaak mag voorleggen aan de bevoegde autoriteit van het verdragsluitende rechtsgebied waarvan hij inwoner is, of, wanneer de door die persoon voorgelegde zaak onder een bepaling valt van een gedekt belastingverdrag die betrekking heeft op non-discriminatie die op nationaliteit gebaseerd is, aan de bevoegde autoriteit van het verdragsluitende rechtsgebied waarvan die persoon onderdaan is; en de bevoegde autoriteit van dat verdragsluitende rechtsgebied een procedure voor wederzijdse kennisgeving of een consultatieprocedure zal opstarten met de bevoegde autoriteit van het andere verdragsluitende rechtsgebied voor gevallen waarbij de bevoegde autoriteit aan wie de zaak voor onderling overleg werd voorgelegd het bezwaar van de belastingplichtige als ongegrond beschouwt;»
«3.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden:
  1. dit artikel in zijn geheel niet toe te passen op haar gedekte belastingverdragen op grond van het feit dat, wanneer er in haar gedekte belastingverdragen geen bepaling voorkomt als bedoeld in het tweede lid:
    1. die Partij de in het eerste lid van dit artikel bedoelde passende aanpassing, zal doorvoeren; of
    2. haar bevoegde autoriteit zal trachten om de zaak te regelen in overeenstemming met de bepalingen van een gedekt belastingverdrag die betrekking hebben op de procedure voor onderling overleg;»
«4.
Een Partij kan zich het recht voorbehouden dit Deel niet toe te passen op een of meer gespecificeerde gedekte belastingverdragen (of op al haar gedekte belastingverdragen) die reeds voorzien in verplichte en bindende arbitrage voor onopgeloste kwesties die voortkomen uit een zaak die door middel van een procedure voor onderling overleg onderzocht werd.»

Artikel 4

Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.