Besluit van 15 oktober 2020, houdende regels betreffende het verstrekken van reisdocumenten
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 juli 2020, nr. 2020001558;
Gelet op de artikelen 2, eerste tot en met derde lid, 3, eerste, derde, vierde en achtste lid, 3a, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 4c, tweede lid, 4d, derde en vierde lid, 4e, tweede en derde lid, 7, eerste, derde en zesde lid, 16, tweede lid, 26, eerste tot en met derde lid, 28, vierde lid, 40, eerste tot en met derde lid, 41, vierde lid, 42, vijfde lid, 43, 46b, 47, vierde lid, 50a, 54, zesde lid, 57 en 59, eerste lid, van de Paspoortwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 2 september 2020, nr. W04.20.0260/I/K);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 oktober 2020, 2020-0000590495;
De bepalingen van het Statuut van het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1.1 Definities
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 1.2 Andere reisdocumenten
Reisdocumenten van het Koninkrijk der Nederlanden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g, van de wet zijn:
Artikel 1.3 Vermelding woonplaats en adres
De woonplaats en het adres van de houder worden niet vermeld in de reisdocumenten, bedoeld in artikel 2 van de wet en in artikel 1.2 van dit besluit.
Artikel 1.4 Reisdocumenten zonder vingerafdrukken, gezichtsopname of handtekening
Artikel 1.5 Vermelding burgerservicenummer
Het burgerservicenummer van de houder wordt vermeld in het nationaal paspoort, het faciliteitenpaspoort, het tweede paspoort, de Nederlandse identiteitskaart en de vervangende Nederlandse identiteitskaart, tenzij aan de houder geen burgerservicenummer is toegekend.
Artikel 1.6 Plaatsing van het publiek identificatiemiddel
Artikel 1.7 Gekwalificeerd personeel
De werkzaamheden op grond van de wet en de daarop berustende bepalingen worden uitgevoerd door bevoegde en gekwalificeerde personen.
Artikel 2.1 Vaststelling identiteit en Nederlanderschap
Artikel 2.2 Geldigheid nationaal paspoort
Artikel 2.3 Vaststelling aanspraak op diplomatiek paspoort of dienstpaspoort
Artikel 2.4 Geldigheid diplomatiek paspoort of dienstpaspoort
Artikel 2.5 Vaststelling aanspraak en geldigheid dienstpaspoortclausule
Artikel 2.6 Vaststelling aanspraken op reisdocumenten als bedoeld in artikel 11 of 13 van de wet
Artikel 2.7 Vaststelling aanspraken op reisdocumenten als bedoeld in de artikelen 12, 14 of 15 van de wet
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vaststelling van het recht op een reisdocument als bedoeld in de artikelen 12, 14 en 15 van de wet.
Artikel 2.8 Geldigheid reisdocument voor vluchtelingen
Artikel 2.9 Geldigheid reisdocument voor vreemdelingen
Artikel 2.10 Vaststelling aanspraken op nooddocumenten
Artikel 2.11 Geldigheid nooddocumenten
Artikel 2.12 Aanspraak op en vaststelling van aanspraak faciliteitenpaspoort
Artikel 2.13 Geldigheid faciliteitenpaspoort
Artikel 2.14 Aanspraak op en vaststelling van aanspraak tweede paspoort
Artikel 2.15 Geldigheid tweede paspoort
Artikel 2.16 Vaststelling Nederlanderschap Nederlandse identiteitskaart
Artikel 2.17 Geldigheid Nederlandse identiteitskaart
Artikel 3.1 Aanvullende bevoegdheden gezaghebbers en burgemeesters
Artikel 3.2 Aanvullende bevoegdheden burgemeesters aangewezen gemeenten
Artikel 3.3 Aanvullende bevoegdheden Gouverneurs
Artikel 3.4 Aanvullende bevoegdheden Minister van Buitenlandse Zaken
Onze Minister van Buitenlandse Zaken neemt naast de in artikel 26, derde lid, van de wet bedoelde gevallen tevens aanvragen in ontvangst voor laissez-passers aan de in artikel 15, tweede lid, van de wet bedoelde personen.
Artikel 3.5 Bevoegdheden Koninklijke marechaussee
Aangewezen tot het in ontvangst nemen van aanvragen van noodpaspoorten zijn de commandanten van de navolgende brigades: Grensbewaking, Noord-Holland, Zuid-Holland, Drenthe-IJsselstreek, Oostgrens-Noord, Brabant-Zuid en Limburg-Zuid.
Artikel 4.1 Aanvullende bevoegdheden gezaghebbers en burgemeesters
Artikel 4.2 Aanvullende bevoegdheden burgemeesters aangewezen gemeenten
Artikel 4.3 Aanvullende bevoegdheden Gouverneurs
Artikel 4.4 Aanvullende bevoegdheden Minister van Buitenlandse Zaken
Onze Minister van Buitenlandse Zaken gaat naast de in artikel 40, derde lid, van de wet genoemde gevallen tevens over tot de verstrekking van laissez-passers aan de in artikel 15, tweede lid, van de wet bedoelde personen.
Artikel 4.5 Bevoegdheden Koninklijke marechaussee
Aangewezen tot het overgaan tot verstrekking van noodpaspoorten zijn de commandanten van de navolgende brigades: Grensbewaking, Noord-Holland, Zuid-Holland, Drenthe-IJsselstreek, Oostgrens-Noord, Brabant-Zuid en Limburg-Zuid.
Artikel 4.6 Algemeen
Tot uitreiking van het reisdocument wordt slechts overgegaan, nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld. Artikel 28, derde lid, van de wet, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 4.7 Verificatie van vingerafdrukken bij uitreiking
Artikel 7.1 Redenen van onttrekking
Artikel 8.1 Passende maatregelen tot uitreiking bevoegde autoriteiten voor onder hen berustende gegevens
Artikel 8.2 Eisen ten aanzien van vervaardiging publiek identificatiemiddel
Artikel 8.3
Onverminderd het bepaalde in artikel 4e, eerste lid, van de wet kunnen de gegevens uit het basisregister reisdocumenten ook worden verstrekt aan het Centraal Bureau voor de Statistiek ten behoeve van statistische doeleinden.
Artikel 8.4 Verstrekkingen uit het register aan tot uitreiking bevoegde autoriteiten
Aan de autoriteiten bedoeld in de artikelen 26, 40 en 51 van de wet kunnen ten behoeve van de taken bedoeld in artikel 4e, eerste lid, onderdeel a, van de wet, alle in het basisregister reisdocumenten opgenomen gegevens worden verstrekt.
Artikel 8.5 Verwerking van gegevens, bewaartermijnen en vernietiging van gegevens na afloop bewaartermijnen
Artikel 10.1 Bevoegdheid vaststelling bij ministeriële regeling
Bij ministeriële regeling kunnen:
Artikel 10.2 Citeertitel
Deze algemene maatregel van rijksbestuur wordt aangehaald als «Paspoortbesluit».
Artikel 10.3 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.