Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de positie van studenten die een beroepsopleiding volgen te versterken door het instellen van een mbo-studentenfonds, maatregelen te treffen voor zwangere studenten, mbo-instellingen te verplichten een mbo-verklaring af te geven als aan een student geen diploma of mbo-certificaat kan worden uitgereikt, maar de student wel een deel van de opleiding heeft gevolgd en de wettelijke benaming te wijzigen van studenten die een beroepsopleiding volgen van deelnemer naar student en voorts dat het wenselijk is om nadere vooropleidingseisen niet verplicht te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.1.1 worden na onderdeel n1 vier onderdelen ingevoegd, luidende:
B
Artikel 1.4.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 1.6.1, eerste lid, onderdeel c, vervalt «van de deelnemers».
D
In artikel 2.1.3, derde en vijfde lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en leerlingen».
E
Artikel 2.2.1, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
F
In artikel 2.5.3, tweede lid, derde volzin, wordt «deelnemers of examendeelnemers» vervangen door «studenten of vavo-studenten» en wordt «les- en cursusgeld respectievelijk examengeld» vervangen door «les- en cursusgeld of examengeld».
G
In artikel 2.6aa, eerste lid, wordt «deelnemer of examendeelnemer» vervangen door «student, vavo-student of extraneus».
H
Artikel 7.1.4 wordt als volgt gewijzigd:
Ha
In de artikelen 7.4.2, eerste lid, en 7.4.8, tweede en vierde lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers».
I
In artikel 7.4.5a, eerste lid, onderdeel d, wordt «een instellingsverklaring» vervangen door «een verklaring».
J
Artikel 7.4.6a komt te luiden:
Artikel 7.4.6a. Mbo-verklaring
1.
Een student aan wie geen diploma als bedoeld in artikel 7.4.6, eerste lid, of certificaat als bedoeld in artikel 7.2.3, eerste lid, kan worden uitgereikt, maar die wel ten minste één waardering voor een onderdeel of voor een deel daarvan van de opleiding heeft behaald, ontvangt op zijn verzoek een door de examencommissie af te geven verklaring.2.
In afwijking van het eerste lid ontvangt de student, ook zonder een daartoe strekkend verzoek, een verklaring van de desbetreffende examencommissie, indien de student:- niet meer aan een instelling is ingeschreven,
- de leeftijd van drieëntwintig jaar nog niet heeft bereikt, en
- niet in het bezit is van een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, dan wel een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het voortgezet onderwijs.
3.
Op de verklaring zijn in ieder geval opgenomen de onderdelen of de delen daarvan waarvoor op de datum van beëindiging van de opleiding door de student een waardering is behaald en de overige bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die per categorie van studenten kunnen verschillen.4.
Bij ministeriële regeling wordt voor de verklaring een model vastgesteld, dat voor verschillende categorieën van studenten kan verschillen en kunnen voor de verklaring technische veiligheidseisen worden vastgesteld.K
In artikel 7.4.8a, eerste lid, wordt «deelnemers, aspirant-deelnemers, voormalige deelnemers en examendeelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers, aspirant-studenten en aspirant-deelnemers, voormalige studenten en deelnemers».
L
In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt «Inschrijving» vervangen door «Aanmelding, inschrijving, mbo-studentenfonds».
M
In het opschrift van artikel 8.0.2 wordt «deelnemers voortgezet algemeen volwassenenonderwijs» vervangen door «vavo-studenten».
N
Het opschrift van hoofdstuk 8, Titel 1. komt te luiden: Titel 1. Inschrijving, toelating, mbo-studentenfonds en bindend studieadvies.
O
Artikel 8.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
P
In artikel 8.1.1a, derde lid, wordt «leerling» vervangen door «student of vavo-student» en wordt «leerlingadministratienummer» vervangen door «studentadministratienummer».
Q
Artikel 8.1.3 wordt als volgt gewijzigd:
R
Na artikel 8.1.4 worden acht nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 8.1.5. Mbo-studentenfonds
1.
Het bevoegd gezag treft voorzieningen voor de ondersteuning van bij die instelling ingeschreven studenten.2.
Ondersteuning wordt verstrekt aan de volgende categorieën van studenten:- studenten die lid zijn van een studentenraad als bedoeld in artikel 8a.1.2, van een andere door het bevoegd gezag ingestelde medezeggenschapsstructuur of van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid,
- studenten die activiteiten verrichten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar het oordeel van het bevoegd gezag mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt,
- studenten, of diens wettelijk vertegenwoordiger, die aantoonbaar onvoldoende financiële middelen hebben voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden waarover de student geacht wordt zelf te beschikken, en
- studenten die in verband met de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid studievertraging hebben opgelopen.
3.
De bijzondere omstandigheden, bedoeld in onderdeel d zijn:- ziekte,
- zwangerschap en bevalling,
- een handicap of chronische ziekte,
- bijzondere familieomstandigheden,
- een onvoldoende studeerbare opleiding,
- overige door het bevoegd gezag vastgestelde bijzondere omstandigheden.
Artikel 8.1.5a. Voorwaarden voor ondersteuning
1.
De ondersteuning bestaat uit financiële ondersteuning indien ondersteuning als bedoeld in artikel 8.1.5, tweede lid, onderdelen a, b of d, wordt verstrekt.2.
Een student komt uitsluitend in aanmerking voor ondersteuning als bedoeld in artikel 8.1.5, tweede lid, onderdeel c, tot en met de maand waarin hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en indien de student een beroepsopleidende leerweg volgt.3.
Een student komt uitsluitend in aanmerking voor ondersteuning bij een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.5, derde lid, onderdelen a tot en met e, indien de student een beroepsopleidende leerweg volgt en geen aanspraak heeft op de basisbeurs of geen aanspraak meer heeft op de basisbeurs op grond van de Wet studiefinanciering 2000.Artikel 8.1.5b. Onbillijkheid van overwegende aard
Het bevoegd gezag kan indien sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard ondersteuning verstrekken voor andere bijzondere omstandigheden dan genoemd in artikel 8.1.5, derde lid, onderdelen a tot en met f, of de voorwaarden bedoeld in artikel 8.1.5a, tweede en derde lid, buiten toepassing laten.Artikel 8.1.5c. Hoogte van de financiële ondersteuning
1.
Indien op grond van de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b financiële ondersteuning wordt toegekend aan een student die een beroepsopleidende leerweg volgt, is het bedrag daarvan niet hoger dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor het beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000, en indien van toepassing niet hoger dan de som van dat bedrag en het bedrag van de toeslag eenoudergezin.2.
Onverminderd het eerste lid, kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat een lid van de studentenraad als bedoeld in artikel 8.1.5, tweede lid, onderdeel a, een financiële ondersteuning ontvangt ter hoogte van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen minimumbedrag. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.Artikel 8.1.5d. Voorziening voor aanvullende ondersteuning
In aanvulling op de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b, kan voor een student die een beroepsopleidende leerweg volgt een voorziening voor financiële ondersteuning worden getroffen, die samen met de financiële ondersteuning ingevolge de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor het beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000, en indien van toepassing hoger is dan de som van dat bedrag en het bedrag van de toeslag eenoudergezin. Deze aanvulling wordt verstrekt onder de benaming: voorziening voor aanvullende ondersteuning.Artikel 8.1.5e. Instellingsregels
1.
Het bevoegd gezag stelt regels van procedurele aard vast met betrekking tot de toepassing van de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b, waartoe in ieder geval behoren regels over de aanvraag, de aanvang en de duur van de ondersteuning en indien het financiële ondersteuning betreft tevens de hoogte van het bedrag.2.
Het bevoegd gezag kan aan de toekenning van ondersteuning de verplichting verbinden dat de student feitelijk studerend is.Artikel 8.1.5f. Informatieplicht en administratieve vastlegging
1.
Het bevoegd gezag stelt de student schriftelijk of elektronisch op de hoogte van de ondersteuning, bedoeld in de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b en vermeldt daarbij afzonderlijk het bedrag van de aanvullende voorziening indien de ondersteuning in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt.2.
Voorts legt het bevoegd gezag de aan de student verstrekte ondersteuning vast in de administratie van de instelling, onder vermelding van het persoonsgebonden nummer van de student en indien het financiële ondersteuning betreft de hoogte van het toegekende bedrag.Artikel 8.1.5g. Vergoeding in verband met ongebruikte onderwijsbenodigdheden
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over vergoeding door het bevoegd gezag van kosten die studenten hebben gemaakt voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden die door het bevoegd gezag zijn voorgeschreven, maar waarvan gezien het onderwijsprogramma door de studenten geen gebruik is gemaakt. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.S
Artikel 8.1.7 wordt als volgt gewijzigd:
9.
Onder afwezigheid met een geldige reden als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan afwezigheid wegens:- ziekte van de student of vavo-student, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts,
- zwangerschap of bevalling van de student of de vavo-student, welke uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, gedurende een periode van 16 weken die, indien de student of vavo-student dat wenst, 6 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat of gedurende een periode van 20 weken die, indien de student of vavo-student dat wenst, 10 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat indien het een zwangerschap van meer dan één kind betreft, of
- bijzondere familieomstandigheden.
10.
Het bevoegd gezag kan bepalen dat de periode, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, wordt verlengd als dit naar zijn oordeel passend is.T
Artikel 8.1.7a, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
U
In de artikelen 8.1.8a, eerste lid, en 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,.
V
Artikel 8.2.1, zevende lid, vervalt.
W
Artikel 8.2.2 komt te luiden:
Artikel 8.2.2. Nadere vooropleidingseisen
1.
In dit artikel en de daarop gebaseerde regelgeving wordt onder «diploma» verstaan:- het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs,
- het diploma voorbereidend beroepsonderwijs,
- het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs – voorbereidend beroepsonderwijs, of
- de diploma's voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
2.
Onverminderd artikel 8.2.1 kan een instelling voor de toelating tot een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, nadere vooropleidingseisen stellen, inhoudende dat het diploma van de student voldoet aan de profielen, bedoeld in de artikelen 10, 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs, alsmede dat vakken en andere programmaonderdelen deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van een diploma.3.
Indien een instelling gebruik maakt van de bevoegdheid bedoeld in het tweede lid kunnen uitsluitend nadere vooropleidingseisen worden gesteld die bij ministeriële regeling kunnen worden aangewezen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar categorieën van studenten, dan wel kan worden bepaald dat de nadere vooropleidingseisen niet van toepassing zijn op categorieën van studenten.4.
Het aanwijzen van de in het derde lid bedoelde nadere vooropleidingseisen vindt plaats op voorstel van organisaties in het voortgezet onderwijs, vertegenwoordigers van de instellingen en de Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven.5.
Het tweede tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de diploma’s van beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a tot en met c, in geval van doorstroom van een lager naar een hoger niveau als bedoeld in artikel 7.2.2, derde lid, met dien verstande dat er geen sprake is van een voorstel van organisaties in het voortgezet onderwijs.X
Het opschrift van Hoofdstuk 8a komt te luiden:
Y
In artikel 8a.1.4, eerste lid, onderdeel a, wordt «deelnemers of ouders» vervangen door «studenten, vavo-studenten of in voorkomende gevallen ouders».
Z
Artikel 8a.2.2, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
AA
In artikel 8a.4.1, derde lid, eerste volzin, wordt «deelnemersraden» vervangen door «studentenraden».
BB
In artikel 9.1.4a, tweede lid, onderdeel e, wordt «personeel of studenten» vervangen door «personeel, studenten of vavo-studenten».
CC
Na artikel 12.5.1a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 12.5.1b. Evaluatiebepaling in verband met de Wet versterken positie mbo-studenten
1.
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten) (Stb. 2020, 234) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.2.
In afwijking van het eerste lid zendt Onze Minister binnen vier jaar na de inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en een aantal andere wetten in verband met diverse maatregelen gericht op het versterken van de positie van mbo-studenten (Wet versterken positie mbo-studenten) (Stb. 2020, 234) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 7.4.6a en artikel 7.4.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.Artikel 7.4.6a. Mbo-verklaring
Artikel 8.1.5. Mbo-studentenfonds
Artikel 8.1.5a. Voorwaarden voor ondersteuning
Artikel 8.1.5b. Onbillijkheid van overwegende aard
Het bevoegd gezag kan indien sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard ondersteuning verstrekken voor andere bijzondere omstandigheden dan genoemd in artikel 8.1.5, derde lid, onderdelen a tot en met f, of de voorwaarden bedoeld in artikel 8.1.5a, tweede en derde lid, buiten toepassing laten.
Artikel 8.1.5c. Hoogte van de financiële ondersteuning
Artikel 8.1.5d. Voorziening voor aanvullende ondersteuning
In aanvulling op de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b, kan voor een student die een beroepsopleidende leerweg volgt een voorziening voor financiële ondersteuning worden getroffen, die samen met de financiële ondersteuning ingevolge de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.5 of 8.1.5b hoger is dan het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor het beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000, en indien van toepassing hoger is dan de som van dat bedrag en het bedrag van de toeslag eenoudergezin. Deze aanvulling wordt verstrekt onder de benaming: voorziening voor aanvullende ondersteuning.
Artikel 8.1.5e. Instellingsregels
Artikel 8.1.5f. Informatieplicht en administratieve vastlegging
Artikel 8.1.5g. Vergoeding in verband met ongebruikte onderwijsbenodigdheden
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over vergoeding door het bevoegd gezag van kosten die studenten hebben gemaakt voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden die door het bevoegd gezag zijn voorgeschreven, maar waarvan gezien het onderwijsprogramma door de studenten geen gebruik is gemaakt. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 8.2.2. Nadere vooropleidingseisen
Artikel 12.5.1b. Evaluatiebepaling in verband met de Wet versterken positie mbo-studenten
ARTIKEL II WIJZIGING WET EDUCATIE EN BEROEPSONDERWIJS BES
De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 1.4.1, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 1.6.1, eerste lid, onderdeel c, vervalt «van de deelnemers».
D
Artikel 2.2.1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 3.1 komt te luiden:
Artikel 3.1. Handelingsplan
1.
Het bevoegd gezag van een instelling waar een student of vavo-student met een specifieke onderwijsbehoefte is ingeschreven, stelt voor deze student of vavo-student elk studiejaar een handelingsplan op.2.
Het handelingsplan wordt opgesteld in overeenstemming met de student of vavo-student of indien de student of vavo-student minderjarig is tevens met diens ouders, voogden of verzorgers.3.
Indien de inschrijving van de in het eerste lid bedoelde student of vavo-student plaatsvindt op of na 1 augustus wordt het handelingsplan zo spoedig mogelijk maar uiterlijk een maand na die inschrijving opgesteld.4.
Het bevoegd gezag evalueert jaarlijks het handelingsplan met de student of vavo-student of indien de student of vavo-student minderjarig is tevens met diens ouders, voogden of verzorgers.F
In artikel 3.3, tweede lid, onderdeel d, wordt «de deelnemers en de leerlingen» vervangen door «studenten, vavo-studenten en leerlingen».
G
In artikel 5.1, eerste en tweede lid, wordt «ouders, leerlingen en personeel» vervangen door «ouders, studenten, vavo-studenten en personeel».
Ga
In de artikel 7.4.2, eerste lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en deelnemers».
H
In artikel 7.4.7a, eerste lid, onderdeel d, wordt «instellingsverklaring» vervangen door «verklaring».
I
Artikel 7.4.8a komt te luiden:
Artikel 7.4.8a. Mbo-verklaring
1.
Een student aan wie geen diploma of certificaat als bedoeld in artikel 7.4.8 kan worden uitgereikt, maar die wel ten minste één waardering voor een onderdeel of voor een deel daarvan van de opleiding heeft behaald, ontvangt op zijn verzoek een door de examencommissie af te geven verklaring.2.
In afwijking van het eerste lid ontvangt de student, ook zonder een daartoe strekkend verzoek, een verklaring van de desbetreffende examencommissie, indien de student:- niet meer aan een instelling is ingeschreven,
- de leeftijd van drieëntwintig jaar nog niet heeft bereikt, en
- niet in het bezit is van een diploma van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, dan wel een diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs of hoger algemeen voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 13 onderscheidenlijk artikel 14 van de Wet voortgezet onderwijs BES.
3.
Op de verklaring zijn in ieder geval opgenomen de onderdelen of de delen daarvan waarvoor op de datum van beëindiging van de opleiding door de student een waardering is behaald en de overige bij ministeriële regeling te bepalen gegevens die per categorie van studenten kunnen verschillen.4.
Bij ministeriële regeling wordt voor de verklaring een model vastgesteld, dat voor verschillende categorieën van studenten kan verschillen en kunnen voor de verklaring technische veiligheidseisen worden vastgesteld.Ia
In artikel 7.4.10a, eerste lid, wordt «deelnemers» vervangen door «studenten of deelnemers».
J
In het opschrift van hoofdstuk 8 wordt «Inschrijving» vervangen door «Aanmelding, inschrijving, mbo-studentenfonds».
K
Het opschrift van hoofdstuk 8, Titel 1. komt te luiden: Titel 1. Inschrijving, toelating, mbo-studentenfonds en bindend studieadvies.
L
In artikel 8.1.1, eerste lid, vierde volzin, wordt «deelnemer» vervangen door «extraneus».
M
In artikel 8.1.2, eerste lid, wordt «deelnemer of examendeelnemer» vervangen door «student, vavo-student of extraneus».
N
In artikel 8.1.3, derde lid, wordt «leerling» vervangen door «student of vavo-student».
O
Artikel 8.1.5 wordt als volgt gewijzigd:
P
Na artikel 8.1.6 worden acht nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 8.1.6a. Mbo-studentenfonds
1.
Het bevoegd gezag treft voorzieningen voor de financiële ondersteuning van een bij die instelling ingeschreven student.2.
Ondersteuning wordt verstrekt aan de volgende categorieën van studenten:- studenten die deelnemen aan de vertegenwoordiging, bedoeld in artikel 5.1, aan een andere door het bevoegd gezag ingestelde medezeggenschapsstructuur of lid zijn van het bestuur van een studentenorganisatie van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid,
- studenten die activiteiten verrichten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar het oordeel van het bevoegd gezag mede in het belang zijn van de instelling of van het onderwijs dat de student volgt,
- studenten, of diens wettelijk vertegenwoordiger, die aantoonbaar onvoldoende financiële middelen hebben voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden waarover de student geacht wordt zelf te beschikken, en
- studenten die in verband met de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid studievertraging hebben opgelopen.
3.
De bijzondere omstandigheden, bedoeld in onderdeel c zijn:- ziekte,
- zwangerschap en bevalling,
- een handicap of chronische ziekte,
- bijzondere familieomstandigheden,
- een onvoldoende studeerbare opleiding,
- overige door het bevoegd gezag vastgestelde bijzondere omstandigheden.
Artikel 8.1.6b. Voorwaarden voor ondersteuning
1.
De ondersteuning bestaat uit financiële ondersteuning indien ondersteuning als bedoeld in artikel 8.1.6a, tweede lid, onderdelen a, b of d, wordt verstrekt.2.
Een student komt uitsluitend in aanmerking voor ondersteuning als bedoeld in artikel 8.1.6a, tweede lid, onderdeel c, tot en met de maand waarin hij de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en indien de student een beroepsopleidende leerweg volgt.3.
Een student komt uitsluitend in aanmerking voor ondersteuning bij een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 8.1.6a, derde lid, onderdelen a tot en met e, indien de student een beroepsopleidende leerweg volgt en geen aanspraak heeft op studiefinanciering BES in de vorm van prestatiebeurs of gift op grond van de Wet studiefinanciering BES.Artikel 8.1.6c. Onbillijkheid van overwegende aard
Het bevoegd gezag kan indien sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard ondersteuning verstrekken voor andere bijzondere omstandigheden dan genoemd in artikel 8.1.6a, derde lid, onderdelen a tot en met f, of de voorwaarden bedoeld in artikel 8.1.6b, tweede en derde lid, buiten toepassing laten.Artikel 8.1.6d. Hoogte van de financiële ondersteuning
1.
Indien op grond van de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c financiële ondersteuning wordt toegekend aan een student die een beroepsopleidende leerweg volgt, is het bedrag daarvan niet hoger dan de som van de bedragen, genoemd in de kolommen III en IV voor het beroepsonderwijs op het eigen openbaar lichaam of ander openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet studiefinanciering BES.2.
Onverminderd het eerste lid, kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat een lid van de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 8.1.6a, tweede lid, onderdeel a, een financiële ondersteuning ontvangt ter hoogte van een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen minimumbedrag. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.Artikel 8.1.6e. Voorziening voor aanvullende ondersteuning
In aanvulling op de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c, kan een voorziening voor financiële ondersteuning worden getroffen, die hoger is dan de som van de bedragen, genoemd in de kolommen III en IV voor het beroepsonderwijs op het eigen openbaar lichaam of ander openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet studiefinanciering BES. Deze aanvulling wordt verstrekt onder de benaming: voorziening voor aanvullende ondersteuning.Artikel 8.1.6f. Instellingsregels
1.
Het bevoegd gezag stelt regels van procedurele aard vast met betrekking tot de toepassing van de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c, waartoe in ieder geval behoren regels over de aanvraag, de aanvang en de duur van de ondersteuning en indien het financiële ondersteuning betreft tevens de hoogte van het bedrag.2.
Het bevoegd gezag kan aan de toekenning van ondersteuning de verplichting verbinden dat de student feitelijk studerend is.Artikel 8.1.6g. Informatieplicht en administratieve vastlegging
1.
Het bevoegd gezag stelt de student schriftelijk of elektronisch op de hoogte van de ondersteuning, bedoeld in de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c, en vermeldt daarbij afzonderlijk het bedrag van de aanvullende voorziening indien de ondersteuning in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt verstrekt.2.
Voorts legt het bevoegd gezag de aan de student verstrekte ondersteuning vast in de administratie van de instelling, onder vermelding van het persoonsgebonden nummer van de student en indien het financiële ondersteuning betreft de hoogte van het toegekende bedrag.Artikel 8.1.6h. Vergoeding in verband met ongebruikte onderwijsbenodigdheden
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over vergoeding door het bevoegd gezag van kosten die studenten hebben gemaakt voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden die door het bevoegd gezag zijn voorgeschreven, maar waarvan gezien het onderwijsprogramma door de studenten geen gebruik is gemaakt. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.Q
Artikel 8.1.7 wordt als volgt gewijzigd:
9.
Onder afwezigheid met een geldige reden als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan afwezigheid wegens:- ziekte van de student, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts,
- zwangerschap of bevalling van de student, welke uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, gedurende een periode van 16 weken die, indien de student dat wenst, 6 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat of gedurende een periode van 20 weken die, indien de student dat wenst, 10 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat indien het een zwangerschap van meer dan één kind betreft, of
- bijzondere familieomstandigheden.
10.
Het bevoegd gezag kan bepalen dat de periode, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, wordt verlengd als dit naar zijn oordeel passend is.R
Artikel 8.1.7a, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:
S
In artikel 8.1.8, eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,».
T
Artikel 8.2.1 wordt als volgt gewijzigd:
U
Artikel 8.2.2 komt te luiden:
Artikel 8.2.2. Nadere vooropleidingseisen
1.
In dit artikel en de daarop gebaseerde regelgeving wordt onder «diploma» verstaan:- het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs,
- het diploma voorbereidend beroepsonderwijs,
- het diploma middelbaar algemeen voortgezet onderwijs – voorbereidend beroepsonderwijs, of
- de diploma's voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.
2.
Onverminderd artikel 8.2.1 kan een instelling voor de toelating tot een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen b tot en met e, nadere vooropleidingseisen stellen, inhoudende dat het diploma van de student voldoet aan de profielen, bedoeld in de artikelen 16, 18 en 29 van de Wet voortgezet onderwijs BES, alsmede dat vakken en andere programmaonderdelen die deel hebben uitgemaakt van het examen ter verkrijging van een diploma.3.
Indien een instelling gebruikt maakt van de bevoegdheid bedoeld in het tweede lid kunnen uitsluitend nadere vooropleidingseisen worden gesteld die bij ministeriële regeling kunnen worden aangewezen, waarbij onderscheid kan worden gemaakt naar categorieën van studenten, dan wel kan worden bepaald dat de nadere vooropleidingseisen niet van toepassing zijn op categorieën van studenten.4.
Het aanwijzen van de in het derde lid bedoelde nadere vooropleidingseisen vindt plaats op voorstel van organisaties in het voortgezet onderwijs, vertegenwoordigers van de instellingen en de raad.V
In artikel 8.3.1, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, worden verstaan,».
Artikel 3.1. Handelingsplan
Artikel 7.4.8a. Mbo-verklaring
Artikel 8.1.6a. Mbo-studentenfonds
Artikel 8.1.6b. Voorwaarden voor ondersteuning
Artikel 8.1.6c. Onbillijkheid van overwegende aard
Het bevoegd gezag kan indien sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard ondersteuning verstrekken voor andere bijzondere omstandigheden dan genoemd in artikel 8.1.6a, derde lid, onderdelen a tot en met f, of de voorwaarden bedoeld in artikel 8.1.6b, tweede en derde lid, buiten toepassing laten.
Artikel 8.1.6d. Hoogte van de financiële ondersteuning
Artikel 8.1.6e. Voorziening voor aanvullende ondersteuning
In aanvulling op de voorziening, bedoeld in de artikelen 8.1.6a of 8.1.6c, kan een voorziening voor financiële ondersteuning worden getroffen, die hoger is dan de som van de bedragen, genoemd in de kolommen III en IV voor het beroepsonderwijs op het eigen openbaar lichaam of ander openbaar lichaam, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet studiefinanciering BES. Deze aanvulling wordt verstrekt onder de benaming: voorziening voor aanvullende ondersteuning.
Artikel 8.1.6f. Instellingsregels
Artikel 8.1.6g. Informatieplicht en administratieve vastlegging
Artikel 8.1.6h. Vergoeding in verband met ongebruikte onderwijsbenodigdheden
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over vergoeding door het bevoegd gezag van kosten die studenten hebben gemaakt voor de aanschaf van onderwijsbenodigdheden die door het bevoegd gezag zijn voorgeschreven, maar waarvan gezien het onderwijsprogramma door de studenten geen gebruik is gemaakt. De voordracht voor deze algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 8.2.2. Nadere vooropleidingseisen
ARTIKEL III WIJZIGING WET OP DE EXPERTISECENTRA
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 worden, na de begripsbepaling «ouders», drie onderdelen ingevoegd, luidende:
B
In artikel 9, eerste lid, onderdeel b, wordt na «de Wet op het voortgezet onderwijs of» ingevoegd «van een mbo-student of vavo-student die is ingeschreven op».
C
Aan artikel 47b worden twee leden toegevoegd, luidende:
12.
Onder afwezigheid met een geldige reden als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan afwezigheid wegens:- ziekte van de betrokkene, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts,
- zwangerschap of bevalling van de betrokkene, welke uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, gedurende een periode van 16 weken die, indien de betrokkene dat wenst, 6 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat of gedurende een periode van 20 weken die, indien de betrokkene dat wenst, 10 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat indien het een zwangerschap van meer dan één kind betreft, of
- bijzondere familieomstandigheden.
13.
Het bevoegd gezag kan bepalen dat de periode, bedoeld in het twaalfde lid, onderdeel b, wordt verlengd als dit naar zijn oordeel passend is.D
In artikel 162a, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 47b, twaalfde lid, worden verstaan,».
ARTIKEL IV WIJZIGING WET OP HET ONDERWIJSTOEZICHT
De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 24c wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 24f wordt als volgt gewijzigd:
D
In artikel 24i, eerste lid, onderdeel a, wordt «leerlingen en deelnemers» vervangen door «leerlingen, deelnemers, vavo-studenten en mbo-studenten».
ARTIKEL V WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 worden, na de begripsbepaling «kerndoelen», drie onderdelen ingevoegd, luidende:
B
In artikel 6a, onderdeel b, wordt «deelnemers» vervangen door «leerlingen».
C
In artikel 25a, vierde lid, onderdeel c, wordt «deelnemer» vervangen door «vavo-student of student».
D
Artikel 27a wordt als volgt gewijzigd:
9.
Onder afwezigheid met een geldige reden als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan afwezigheid wegens:- ziekte van de leerling, welke ziekte uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een gedagtekende verklaring van een arts,
- zwangerschap of bevalling van de leerling, welke uitsluitend kan worden aangetoond door middel van een schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige, gedurende een periode van 16 weken die, indien de leerling dat wenst, 6 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat of gedurende een periode van 20 weken die, indien de leerling dat wenst, 10 weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling ingaat indien het een zwangerschap van meer dan één kind betreft, of
- bijzondere familieomstandigheden.
10.
Het bevoegd gezag kan bepalen dat de periode, bedoeld in het negende lid, onderdeel b, wordt verlengd als dit naar zijn oordeel passend is.E
In de artikelen 28a, eerste lid, en 118g, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geldige reden» ingevoegd «, waaronder in ieder geval de redenen, bedoeld in artikel 27a, negende lid, worden verstaan,».
ARTIKEL VI WIJZIGING WET VOORTGEZET ONDERWIJS BES
De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In de alfabetische rangschikking van artikel 1 worden drie begripsbepalingen ingevoegd, luidende:
B
In artikel 8, onderdeel c, wordt «deelnemers» vervangen door «leerlingen».
C
In de artikelen 67, derde lid, en 68, tweede lid, onderdelen d en e, wordt «leerlingen en deelnemers» vervangen door «leerlingen, vavo-studenten en mbo-studenten».
ARTIKEL VII WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING 2000
De Wet studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
In de artikelen 3.16a, tweede lid, en 9.3, aanhef, wordt «studerende» vervangen door «ho-student».
C
Artikel 4.3, derde lid, komt te luiden:
3.
Uitsluitend de in artikel 8.1.7, negende lid, van de WEB genoemde redenen voor afwezigheid zijn geldige redenen.D
In artikel 4.5, tweede lid, onderdeel a, wordt «een geldige is» vervangen door «een geldige reden als bedoeld in artikel 8.1.7, negende lid, van de WEB, is».
ARTIKEL VIII WIJZIGING WET STUDIEFINANCIERING BES
Artikel 1.1, eerste lid, van de Wet studiefinanciering BES wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IX WIJZIGING WET TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN
De Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 4.12, derde lid, komt te luiden:
3.
Uitsluitend de in artikel 27a, negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs genoemde redenen voor afwezigheid zijn geldige redenen.C
In artikel 4.14, tweede lid, onderdeel a, wordt «een geldige is» vervangen door «een geldige reden als bedoeld in artikel 27a, negende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs is».
D
In artikel 12.12* wordt «deelnemer of deelnemer vavo» vervangen door «de student als bedoeld in de WEB of de vavo-student».
ARTIKEL X WIJZIGING LEERPLICHTWET 1969
De Leerplichtwet 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
In de aanhef van artikel 5 wordt «leerling van een school onderscheidenlijk een instelling» vervangen door «leerling van een school onderscheidenlijk als vavo-student of mbo-student van een instelling».
B
Het opschrift van artikel 12 komt te luiden:
C
In artikel 21a, vijfde en achtste lid, wordt «hoofd van de school» vervangen door «hoofd».
ARTIKEL XI WIJZIGING LEERPLICHTWET BES
De Leerplichtwet BES wordt als volgt gewijzigd:
A
De aanhef van artikel 14 komt te luiden:
B
Het opschrift van artikel 22 komt te luiden:
ARTIKEL XII WIJZIGING BURGERLIJK WETBOEK BOEK 7
Artikel 274d, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek komt als volgt te luiden:
2.
Onder student wordt in dit artikel verstaan de student die is ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.ARTIKEL XIII WIJZIGING ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET
In artikel 7, tweede lid, onderdeel b, van de Algemene Kinderbijslagwet wordt «leerling of deelnemer» vervangen door «leerling, vavo-student of student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs».
ARTIKEL XIV WIJZIGING ALGEMENE NABESTAANDENWET
In artikel 26, tweede lid, onderdeel c, van de Algemene nabestaandenwet wordt «leerling of deelnemer» vervangen door «leerling, vavo-student of student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs».
ARTIKEL XV WIJZIGING WET INKOMSTENBELASTING 2001
In de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt aan artikel 3.104, onderdeel e, toegevoegd «en uitkeringen en verstrekkingen als bedoeld in de artikelen 8.1.5 tot en met 8.1.5c en 8.1.5e van de Wet educatie en beroepsonderwijs».
ARTIKEL XVI WIJZIGING WET INKOMSTENBELASTING BES
De Wet inkomstenbelasting BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
B
Aan artikel 20, derde lid, onderdeel c, onder 2°, wordt toegevoegd «tenzij het een uitkering betreft als bedoeld in de artikelen 7.51 tot en met 7.51f, 7.51h, 7.51j en 7.51k, eerste en tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een uitkering of verstrekking als bedoeld in de artikelen 8.1.6a tot en met 8.1.6d en 8.1.6f van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES».
ARTIKEL XVII WIJZIGING «DEELNEMER» IN «STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer» vervangen door «student» ofwel wordt «Deelnemer» vervangen door «Student».
ARTIKEL XVIII WIJZIGING «DEELNEMERS» IN «STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers» vervangen door «studenten» ofwel wordt «Deelnemers» vervangen door «Studenten».
ARTIKEL XIX WIJZIGING «DEELNEMER» IN «MBO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer» vervangen door «mbo-student» ofwel wordt «Deelnemer» vervangen door «Mbo-student».
ARTIKEL XX WIJZIGING «DEELNEMERS» IN «MBO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers» vervangen door «mbo-studenten» ofwel wordt «Deelnemers» vervangen door «Mbo-studenten».
ARTIKEL XXI WIJZIGING «DEELNEMER» IN «VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer» vervangen door «vavo-student» ofwel wordt «Deelnemer» vervangen door «Vavo-student».
ARTIKEL XXII WIJZIGING «DEELNEMERS» IN «VAVO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers» vervangen door «vavo-studenten» en wordt «Deelnemers» vervangen door «Vavo-studenten».
ARTIKEL XXIII WIJZIGING «DEELNEMER AAN EEN OPLEIDING VOORTGEZET ALGEMEEN VOLWASSENENONDERWIJS» IN «VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer aan een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs» vervangen door «vavo-student» ofwel wordt «Deelnemer aan een opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs» vervangen door «Vavo-student».
ARTIKEL XXIV WIJZIGING «DEELNEMERS» IN «VAVO-STUDENTEN EN DEELNEMERS»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers» vervangen door «vavo-studenten en deelnemers» ofwel wordt «Deelnemers» vervangen door «Vavo-studenten en deelnemers».
ARTIKEL XXV WIJZIGING «DEELNEMER» IN «STUDENT OF VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer» vervangen door «student of vavo-student» ofwel wordt «Deelnemer» vervangen door «Student of vavo-student».
ARTIKEL XXVI WIJZIGING «DEELNEMERS» IN «STUDENTEN EN VAVO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers» vervangen door «studenten en vavo-studenten» ofwel wordt «Deelnemers» vervangen door «Studenten en vavo-studenten».
ARTIKEL XXVII WIJZIGING «DEELNEMER» IN «MBO-STUDENT OF VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer» vervangen door «mbo-student of vavo-student» ofwel wordt «Deelnemer» vervangen door «Mbo-student of vavo-student».
ARTIKEL XXVIII WIJZIGING «DEELNEMER VAVO» IN «VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer vavo» vervangen door «vavo-student» ofwel wordt «Deelnemer vavo» vervangen door «Vavo-student».
ARTIKEL XXIX WIJZIGING «DEELNEMERS VAVO» IN «VAVO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers vavo» vervangen door «vavo-studenten» ofwel wordt «Deelnemers vavo» vervangen door «Vavo-studenten».
ARTIKEL XXX WIJZIGING «DEELNEMER AAN EEN BEROEPSOPLEIDING» IN «STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemer aan een beroepsopleiding» vervangen door «student» ofwel wordt «Deelnemer aan een beroepsopleiding» vervangen door «Student».
ARTIKEL XXXI WIJZIGING «LEERLING OF DEELNEMER» IN «LEERLING, MBO-STUDENT OF VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «leerling of deelnemer» vervangen door «leerling, vavo-student of mbo-student» ofwel wordt «Leerling of deelnemer» vervangen door «Leerling, vavo-student of mbo-student».
ARTIKEL XXXII WIJZIGING «LEERLINGEN OF DEELNEMERS» IN «LEERLINGEN, MBO-STUDENTEN OF VAVO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «leerlingen of deelnemers» vervangen door «leerlingen, vavo-studenten of mbo-studenten» ofwel wordt «Leerlingen of deelnemers» vervangen door «Leerlingen, vavo-studenten of mbo-studenten».
ARTIKEL XXXIII WIJZIGING «DEELNEMERS EN LEERLINGEN» IN «STUDENTEN, VAVO-STUDENTEN EN LEERLINGEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemers en leerlingen» vervangen door «studenten, vavo-studenten en leerlingen» ofwel wordt «Deelnemers en leerlingen» vervangen door «Studenten, vavo-studenten en leerlingen».
ARTIKEL XXXIV WIJZIGING «LEERLING» IN «MBO-STUDENT OF VAVO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «leerling» vervangen door «mbo-student of vavo-student» ofwel wordt «Leerling» vervangen door «Mbo-student of vavo-student».
ARTIKEL XXXV WIJZIGING «LEERLING» IN «LEERLING, VAVO-STUDENT OF MBO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «leerling» vervangen door «leerling, vavo-student of mbo-student» ofwel wordt «Leerling» vervangen door «Leerling, vavo-student of mbo-student».
ARTIKEL XXXVI WIJZIGING «LEERLINGEN» IN «LEERLINGEN, VAVO-STUDENTEN OF MBO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «leerlingen» vervangen door «leerlingen, vavo-studenten of mbo-studenten» ofwel wordt «Leerlingen» vervangen door «Leerlingen, vavo-studenten of mbo-studenten».
ARTIKEL XXXVII WIJZIGING «ASPIRANT-DEELNEMERS» IN «ASPIRANT-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «aspirant-deelnemers» vervangen door «aspirant-studenten» ofwel wordt «Aspirant-deelnemers» vervangen door «Aspirant-studenten».
ARTIKEL XXXVIII WIJZIGING «STUDENT» IN «HO-STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «student» vervangen door «ho-student» ofwel wordt «Student» vervangen door «Ho-student».
ARTIKEL XXXIX WIJZIGING «STUDENTEN» IN «HO-STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «studenten» vervangen door «ho-studenten» ofwel wordt «Studenten» vervangen door «Ho-studenten».
ARTIKEL XL WIJZIGING «EXAMENDEELNEMER» IN «EXTRANEUS»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «examendeelnemer» vervangen door «extraneus» ofwel wordt «Examendeelnemer» vervangen door «Extraneus».
ARTIKEL XLI WIJZIGING «EXAMENDEELNEMERS» IN «EXTRANEÏ»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «examendeelnemers» vervangen door «extraneï» ofwel wordt «Examendeelnemers» vervangen door «Extraneï».
ARTIKEL XLII WIJZIGING «STUDERENDE» IN «STUDENT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «studerende» vervangen door «student» ofwel wordt «Studerende» vervangen door «Student».
ARTIKEL XLIII WIJZIGING «STUDERENDEN» IN «STUDENTEN»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «studerenden» vervangen door «studenten» ofwel wordt «Studerenden» vervangen door «Studenten».
ARTIKEL XLIV WIJZIGING «DEELNEMERSRAAD» IN «STUDENTENRAAD»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemersraad» vervangen door «studentenraad» ofwel wordt «Deelnemersraad» vervangen door «Studentenraad».
ARTIKEL XLV WIJZIGING «DEELNEMERSSTATUUT» IN «STUDENTENSTATUUT»
In de in de kolommen C tot en met F van onderstaande tabel aangeduide bepalingen van de in kolom B genoemde wetten wordt «deelnemersstatuut» vervangen door «studentenstatuut» ofwel wordt «Deelnemersstatuut» vervangen door «Studentenstatuut».
ARTIKEL XLVI OVERGANGSRECHT
Ten aanzien van de afwikkeling van de aanvragen voor een voorziening en beroep tegen een beslissing die op grond van de Tijdelijke regeling voorziening leermiddelen voor deelnemers uit minimagezinnen is genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, is het recht zoals dat gold voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing.
ARTIKEL XLVIA PROCEDURE AANPASSINGSBESLUIT WET VERSTERKEN POSITIE MBO-STUDENTEN
ARTIKEL XLVII SAMENLOOPBEPALINGEN
ARTIKEL VA WIJZIGING WET REGISTER ONDERWIJSDEELNEMERS
De begripsomschrijving van «onderwijsdeelnemer» in artikel 1 van de Wet register onderwijsdeelnemer wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 47b. Melding verzuim niet-leerplichtigen
ARTIKEL XLVIII
Indien artikel II, onderdeel H, van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van enkele socialezekerheidswetten in verband met vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door de Sociale verzekeringsbank (Wet vereenvoudiging regelingen SVB; Stb. 2013, 115) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 26, tweede lid, onderdelen a en c, van de Algemene nabestaandenwet «leerling of deelnemer» vervangen door «leerling, vavo-student, of student als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs ».
ARTIKEL XLVIX
ARTIKEL L
In de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt «deelnemer» vervangen door «student», «deelnemers» door «studenten» en «examendeelnemers» door «extraneï» in de artikelen:
ARTIKEL LI
Indien artikel II, onderdeel C, van de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES; Stb, 2013, 432) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 2.3.4, achtste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES «deelnemer» vervangen door «student».
ARTIKEL LII
In de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt «deelnemers» vervangen door «studenten» in de artikelen:
ARTIKEL LIII
In de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt «deelnemers» vervangen door «studenten» in de artikelen:
ARTIKEL LIV
Indien artikel II van de Wet van 21 januari 2015 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda voor het hoger onderwijs (Wet studievoorschot hoger onderwijs; Stb 2015, 50) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 1a van de Algemene Kinderbijslagwet «deelnemer» vervangen door «mbo-student».
ARTIKEL LV
Indien artikel I, onderdeel D, artikel 8.0.2, eerste lid, van de Wet van 5 oktober 2016, houdende wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en enkele andere wetten ter invoering van een vroegtijdige aanmelddatum voor en toelatingsrecht tot het beroepsonderwijs (Stb, 2016, 362) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 8.0.2, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs «deelnemers voortgezet algemeen volwassenenonderwijs» vervangen door «vavo-student» en «deelnemers» door «vavo-studenten».
ARTIKEL LVI
In de Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt «deelnemer» vervangen door «student» en «deelnemers» door «studenten» in de artikelen:
ARTIKEL LVII
Indien artikel II, onderdeel C, van de Wet van 25 januari 2017 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake aanscherping van de eisen met betrekking tot examencommissies in het middelbaar beroepsonderwijs en een technische aanpassing (Stb. 2017, 122) in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 7.4.7a van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES «deelnemer» vervangen door «student».
ARTIKEL LVIII
Indien artikel II, onderdeel G, van de Wet van 14 februari 2018 tot wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES vanwege met name de wettelijke verankering van het samenwerkingscollege en de instandhouding van unieke beroepsopleidingen (samenwerkingscollege en unieke beroepsopleidingen; Stb 2018, 50) in werking treedt of is getreden, wordt in de artikelen 8.6.1, 8.6.2 en 8.6.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES «deelnemer» vervangen door «student of vavo-student» en «deelnemers» door «studenten en vavo-studenten».
ARTIKEL LIX
Indien de Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) in werking treedt of is getreden en daarna de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES) (Stb. 2013, 432) en daarna deze wet of de wet van 16 oktober eerst, daarna de wet van 26 juni en daarna deze wet dan komt artikel II, onderdeel O, van deze wet te luiden:
ARTIKEL LX
Indien de wet van Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) in werking treedt of is getreden en daarna deze wet en daarna de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES) (Stb. 2013, 432) worden deze wet en de wet van 16 oktober 2013 als volgt gewijzigd:
A
Artikel II, onderdeel O, van deze wet, komt te luiden:
B
In de wet van 16 oktober 2013 komt artikel II, onderdeel F, te luiden:
C
In de wet van 16 oktober 2013 vervalt artikel VI, punt 3 en 4.
ARTIKEL LXI
Indien de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES) (Stb. 2013, 432) in werking treedt of is getreden en daarna deze wet en daarna de wet van de Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) worden deze wet, de wet van 26 juni 2013 en de wet van 16 oktober 2013 als volgt gewijzigd:
A
Artikel II, onderdeel O, van deze wet komt te luiden:
B
Artikel V, onderdeel P, onder 2, van de wet van 26 juni 2013 komt te luiden:
C
In de wet van 16 oktober 2013 vervalt artikel VI, punt 3 en 4.
ARTIKEL LXII
Indien artikel II, onderdeel O, onder 2, van deze wet eerst in werking treedt en daarna Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) en daarna de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES) (Stb. 2013, 432) worden de wet van 26 juni 2013 en de wet van 16 oktober 2013 als volgt gewijzigd:
A
In de wet van 26 juni 2013 komt artikel V, onderdeel P, onder 2, te luiden:
- de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
B
In de wet van 16 oktober 2013 komt artikel III, onderdeel F, te luiden:
C
In de wet van 16 oktober 2013 vervalt artikel VI, punt 3 en 4.
ARTIKEL LXIII
Indien artikel II, onderdeel O, onder 2, van deze wet eerst in werking treedt en daarna de Wet van 16 oktober 2013 tot aanpassing van een aantal OCW-wetten voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba voornamelijk in verband met wijzigingen in de equivalente onderwijswetten voor Europees Nederland (Aanpassingswet OCW-wetten BES) (Stb. 2013, 432) en daarna Wet van 26 juni 2013 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs ten behoeve van het bevorderen van doelmatige leerwegen in het beroepsonderwijs en het moderniseren van de bekostiging van het beroepsonderwijs (Stb. 2013, 288) worden deze wet en de wet van 26 juni 2013 als volgt gewijzigd:
A
In de wet van 16 oktober 2013 komt artikel III, onderdeel F, te luiden:
B
In de wet van 16 oktober 2013 vervalt artikel VI, punt 3 en 4.
C
In de wet van 26 juni 2013 komt artikel V, onderdeel P, onder 2, te luiden:
- de gevallen waarin en de wijze waarop de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden.
ARTIKEL LXIV INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.