Part of Smart Yellow Suite

WGK009277
Besluit versterking voorschoolse educatie (16 uur VVE)

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 15 april 2019
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van 20 september 2019 tot wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in verband met de verhoging van het minimaal aantal uren aanbod voorschoolse educatie en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker

Samenvatting

In het regeerakkoord 'Vertrouwen in de toekomst' is aangekondigd dat zal worden ingezet op versterking van de voorschoolse educatie (ve). In het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie zal daartoe worden geregeld dat het aanbod van voorschoolse educatie voor achterstandsleerlingen per week zal worden verhoogd van 10 naar 16 uur. Ook wordt geregeld dat beroepskrachten die in opleiding zijn onder voorwaarden kunnen worden ingezet in het ve, zodat zij de benodigde praktijkervaring op kunnen doen en een voldoende aanbod van ve gewaarborgd blijft.

Documenten

stb-2019-315 (PDF)

Besluit van 20 september 2019 tot wijziging van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie in verband met de verhoging van het minimaal aantal uren aanbod voorschoolse educatie en de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 3 juli 2019, nr. WJZ/9174320 (9277), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 1.50b, aanhef en onder d, van de Wet kinderopvang;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 2019, nr. W05.19.0178/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van 17 september 2019, nr. WJZ/16484712 (9277), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING BESLUIT BASISVOORWAARDEN KWALITEIT VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2. Omvang voorschoolse educatie
1.
Het aanbod voorschoolse educatie is zodanig ingericht dat een kind vanaf de dag dat het tweeëneenhalf jaar oud wordt in anderhalf jaar ten minste 960 uur voorschoolse educatie kan ontvangen.
2.
Bij de toepassing van het eerste lid wordt het door de houder gerealiseerde aanbod voorschoolse educatie buiten beschouwing gelaten, voor zover dit meer dan zes uur per dag omvat.
B

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker
1.
Onverminderd de bij of krachtens artikel 1.50 van de Wet kinderopvang voorgeschreven inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de kinderopvang, zet de houder van een kindercentrum waar voorschoolse educatie wordt aangeboden een pedagogisch beleidsmedewerker in ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.
2.
De inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker ten behoeve van de verhoging van de kwaliteit van voorschoolse educatie betreft de totstandkoming en implementatie van beleidsvoornemens met betrekking tot voorschoolse educatie of coaching van beroepskrachten voorschoolse educatie.
3.
Deze inzet omvat per kindercentrum een minimaal aantal uren per jaar, dat jaarlijks wordt bepaald door het aantal kinderen waaraan in het kindercentrum op 1 januari van het betreffende jaar voorschoolse educatie wordt aangeboden te vermenigvuldigen met tien uur. Hierbij worden slechts kinderen meegeteld die tussen tweeëneenhalf en vier jaar oud zijn en behoren tot de op grond van artikel 167, eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 2°, van de Wet op het primair onderwijs vastgestelde doelgroep.
4.
De houder legt vast aan hoeveel van deze kinderen op 1 januari voorschoolse educatie wordt aangeboden.
C

Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:

  1. hoe aan de verplichting, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt voldaan, en
  2. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verplichting tot inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker, bedoeld in artikel 2a, en hoe daarmee de kwaliteit van de voorschoolse educatie wordt bevorderd.

Artikel 2. Omvang voorschoolse educatie

Artikel 2a. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker

ARTIKEL II. OVERGANGSRECHT

Ten aanzien van het door een houder verzorgde aanbod van voorschoolse educatie aan kinderen die ten tijde van de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, de leeftijd van tweeëneenhalf jaar al hebben bereikt, blijft artikel 2 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie gelden zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A.

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, en artikel I, onderdeel C, subonderdeel 2, onderdeel h, die in werking treden met ingang van 1 januari 2022.

stb-2022-315 (PDF)

Wet van 22 december 2021 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2022

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat artikel 2.1 van de Comptabiliteitswet 2016 bepaalt welke begrotingen tot de rijksbegroting behoren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende departementale begrotingsstaat voor het jaar 2022 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voor het jaar 2022 wordt vastgesteld.

Artikel 3

De bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake het Diergezondheidsfonds, genoemd in artikel 95a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor het jaar 2022 wordt vastgesteld.

Artikel 4

De vaststelling van de begrotingsstaten geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 5

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.