Part of Smart Yellow Suite

WGK009261
Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en andere besluiten in verband met de overgang van het groene onderwijs

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 23 augustus 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van 20 november 2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en andere regelgeving vanwege gewijzigde verantwoordelijkheden voor het groen onderwijs en de vorming van één bekostigingsbudget vanaf 2019

Samenvatting

Met dit besluit wordt uitvoering gegeven aan het regeerakkoord Rutte III en de toezegging nagekomen van de brief van 1-12-2017 van de ministers van LNV en OCW aan de Tweede Kamer om de voorheen gescheiden budgetten van voormalig EZ en OCW voor groen respectievelijk niet-groen hoger onderwijs samen te voegen tot een budget met ingang van het kalenderjaar 2019.

Documenten

stb-2018-441 (PDF)

Besluit van 20 november 2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en andere regelgeving vanwege gewijzigde verantwoordelijkheden voor het groen onderwijs en de vorming van één bekostigingsbudget vanaf 2019

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 oktober 2018, nr. WJZ/1425629 (9261), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 november 2018 nr. W05.18.0321/I;)

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 november 2018, nr.1429454, directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In de artikelen 2.3a, tweede lid, onder a, 3.3, 4.3, eerste lid en derde tot en met vijfde lid, 4.23, derde lid, 4.24, eerste lid, 6.9, 6.11, 6.12, eerste, tweede en derde lid, en 6.13, tweede lid, wordt «Onze minister» vervangen door «Onze Minister».

C

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1.
Onze Minister stelt jaarlijks, in overeenstemming met het desbetreffende onderdeel van zijn begroting, de omvang vast van de landelijk beschikbare rijksbijdrage voor de instellingen.
D

Artikel 4.2 komt te luiden:

Artikel 4.2 Verdeling landelijk beschikbare rijksbijdrage
1.
Het onderwijsdeel wo wordt overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk verdeeld over de instellingen die opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs verzorgen.
2.
Het onderwijsdeel hbo wordt overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk verdeeld over de instellingen die opleidingen in het hoger beroepsonderwijs verzorgen.
3.
Het onderzoekdeel wo wordt overeenkomstig afdeling 3, paragraaf 1, van dit hoofdstuk verdeeld over de universiteiten die opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs verzorgen.
4.
Het deel ontwerp en ontwikkeling hbo, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel d, wordt overeenkomstig afdeling 3, paragraaf 2 van dit hoofdstuk verdeeld over de hogescholen die opleidingen in het hoger beroepsonderwijs verzorgen.
5.
Het deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek, bedoeld in artikel 4.1, tweede lid, onderdeel e, wordt overeenkomstig afdeling 4 van dit hoofdstuk verdeeld over universiteiten.
E

Artikel 4.7, derde lid, komt te luiden:

3.
Het studentgebonden bedrag per bekostigde inschrijving of bekostigde graad is:
  1. voor opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs het quotiënt van een door Onze Minister te bepalen percentage van het onderwijsdeel wo, resterend na toepassing van artikel 4.11, eerste lid, en de som van het aantal bekostigde inschrijvingen en bekostigde graden bij opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs;
  2. voor opleidingen in het hoger beroepsonderwijs het quotiënt van een door Onze Minister te bepalen percentage van het onderwijsdeel hbo, resterend na toepassing van artikel 4.11, eerste lid, en de som van het aantal bekostigde inschrijvingen en bekostigde graden bij opleidingen in het hoger beroepsonderwijs.
F

In artikel 4.11, eerste lid, wordt «het onderwijsdeel van de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 4.1, derde lid, onder a onderscheidenlijk b, en vierde lid, onder a onderscheidenlijk b» vervangen door «de onderwijsdelen wo en hbo».

Artikel 4.2 Verdeling landelijk beschikbare rijksbijdrage

ARTIKEL II

In artikel 1 van het Bekostigingsbesluit WVO komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL III

In artikel 1 van het Bekostigingsbesluit WVO BES komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL IV

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit experiment bindend studieadvies komt te luiden:

ARTIKEL V

In artikel 1 van het Besluit experiment cross-over kwalificaties komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL VI

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit experiment excellentie in het hoger onderwijs komt te luiden:

ARTIKEL VII

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit experiment promotieonderwijs komt te luiden:

ARTIKEL VIII

Artikel 1, onderdeel a, van het Besluit experiment regelluwe scholen PO/VO komt te luiden:

ARTIKEL IX

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit experiment vraagfinanciering hoger onderwijs komt te luiden:

ARTIKEL X

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit experimenten doorlopende leerlijnen vmbo-mbo 2014–2022 komt te luiden:

ARTIKEL XI

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit experimenten flexibel hoger onderwijs komt te luiden:

ARTIKEL XII

Het Besluit gebruik persoonsgebonden nummers WVO wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

B

Artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

1.
De gegevens, bedoeld in artikel 7, worden uitsluitend gebruikt door de daartoe door Onze Minister aangewezen ambtenaren.

ARTIKEL XIII

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit informatievoorziening WVO komt te luiden:

ARTIKEL XIV

Artikel 1, onderdeel b, van het Besluit informatievoorziening WVO BES komt te luiden:

ARTIKEL XV

Artikel A-1, onderdeel a, van het Besluit medezeggenschap onderwijs komt te luiden:

ARTIKEL XVI

In artikel 5.7, onderdeel c, van het Besluit SUWI vervalt «dan wel, voor zover het betreft het onderwijs of onderzoek op het gebied van de landbouw, de natuurlijke omgeving en voedsel, Onze Minister van Economische Zaken».

ARTIKEL XVII

In artikel 1, eerste lid, van het Eindexamenbesluit VO komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL XVIII

In artikel 1, eerste lid, van het Eindexamenbesluit WVO BES komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL XIX

In artikel 1 van het Formatiebesluit WVO komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL XX

In artikel 1 van het Inrichtingsbesluit WVO komt de begripsbepaling van Onze Minister te luiden:

ARTIKEL XXI

In artikel 1 van het Inrichtingsbesluit WVO BES komt de begripsbepaling van «Onze Minister» te luiden:

ARTIKEL XXII

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2018, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 januari 2019.

stb-2019-441 (PDF)

Besluit van 25 november 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 13 november 2019 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Ziektewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein, teneinde het deactiveren van de quotumheffing mogelijk te maken erin te voorzien dat de quotumheffing niet eerder dan over het jaar 2022 wordt geheven en enige andere wijzigingen (Stb. 2019, 440)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 2019, nr. 2019-0000166791,

Gelet op artikel IV van de Wet van 13 november 2019 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Ziektewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein, teneinde het deactiveren van de quotumheffing mogelijk te maken en erin te voorzien dat de quotumheffing niet eerder dan over het jaar 2022 wordt geheven en enige andere wijzigingen (Stb. 2019, 440);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen van de Wet van 13 november 2019 tot wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen, de Ziektewet en de Wet tegemoetkomingen loondomein, teneinde het deactiveren van de quotumheffing mogelijk te maken en erin te voorzien dat de quotumheffing niet eerder dan over het jaar 2022 wordt geheven en enige andere wijzigingen (Stb. 2019, 440) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met dien verstande dat:

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.