Wet van 2 december 2020, houdende regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 2021)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het huidige stelsel van inburgering in de Nederlandse samenleving te herzien opdat inburgeringsplichtigen, de gemeenten en de rijksoverheid optimaal in positie worden gebracht met als doel dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk de Nederlandse taal leren op het voor hen hoogst haalbare niveau en volwaardig aan de Nederlandse samenleving gaan deelnemen, bij voorkeur door middel van betaald werk;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Begripsbepalingen
Artikel 2. Rechtshandelingen door minderjarigen
Een minderjarige is bekwaam de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening en de nakoming van de voor hem uit deze wet en de daarop berustende bepalingen voortvloeiende rechten en verplichtingen.
Artikel 3. Inburgeringsplichtig
Artikel 4. Vrijstelling van de inburgeringsplicht
Artikel 5. Ontheffing van de inburgeringsplicht
Artikel 6. De inburgeringsplicht
Artikel 7. De B1-route
Artikel 8. De onderwijsroute
Artikel 9. De zelfredzaamheidsroute
Artikel 10. Voorbereiding op de inburgering
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over een aanbod tot voorbereiding op de inburgering voor de inburgeringsplichtige die nog niet is ingeschreven in de gemeente waar hij op grond van artikel 28 van de Huisvestingswet 2014 wordt gehuisvest. Bij ministeriële regeling kan een instelling worden aangewezen die belast is met de voorbereiding op de inburgering.
Artikel 11. Duur en aanvang van de termijn
Artikel 12. Verlenging van de termijn
Artikel 13. Maatschappelijke begeleiding
Artikel 14. De brede intake
Artikel 15. Het persoonlijk plan inburgering en participatie
Artikel 16. Het inburgeringsaanbod voor asielstatushouders
Artikel 17. Ondersteuning en begeleiding en wijzigen leerroute
Artikel 18. Gemeentelijke samenwerking
Indien bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen de uitvoering van deze wet volledig is overgedragen aan het bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 8 van die wet, treedt dat bestuur voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van artikel 39 en hoofdstuk 10, in de plaats van de betrokken colleges.
Artikel 19. De doelgroep
Dit hoofdstuk is van toepassing op de inburgeringsplichtige die verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met uitzondering van een inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b.
Artikel 20. Het recht op de lening
Artikel 21. Terugbetaling van de lening
Artikel 22. Boete niet verschijnen brede intake en meewerkplicht
Artikel 23. Boete tijdens het inburgeringstraject
Artikel 24. Boete participatieverklaringstraject en module Arbeidsmarkt en Participatie
Artikel 25. Boete leerroute
Artikel 26. Hoogte boete
Artikel 27. Geen boete als de bijstand is verlaagd
Het opleggen van een bestuurlijke boete blijft achterwege als voor dezelfde gedraging de bijstand is verlaagd op grond van artikel 18 of 18b van de Participatiewet.
Artikel 28. Certificering
Artikel 29. Aanwijzen instelling
Artikel 30. Aanwijzing aan instelling
Artikel 31. Noodzakelijk voorzieningen treffen
Artikel 32. Keurmerk
Artikel 33. Gegevensverstrekking door Onze Minister
Onze Minister verstrekt, uit eigen beweging of op verzoek, aan:
Artikel 34. Gegevensverstrekking aan Onze Minister
Artikel 35. Gegevensverstrekking door en aan het college
Artikel 36. Gebruik burgerservicenummer
Onze Minister, het college en een of meer bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen instanties gebruiken het nummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer bij het verwerken van gegevens op grond van deze wet.
Artikel 37. Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens
Artikel 38. Wijze van gegevensuitwisseling
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de gegevens die worden verstrekt op grond van de artikelen 33 tot en met 35 en de wijze waarop deze gegevensverstrekkingen plaatsvinden, alsmede over de artikelen 36 en 37.
Artikel 39. Gegevens ten behoeve van statistiek, monitoring en evaluatie
Artikel 40. Uitkering en verdeling over gemeenten
Artikel 41. Aanpassing van de uitkering
Artikel 42. Verantwoording en terugvordering uitkering
Artikel 43. Wijziging van de Gemeentewet
In de bij de Gemeentewet behorende Bijlage I, bedoeld in artikel 124b, eerste lid, van de Gemeentewet, wordt in onderdeel B, onder verlettering van de onderdelen 2 tot en met 6 tot 3 tot en met 7 een onderdeel ingevoegd, luidende:
- Wet inburgering 2021.
Artikel 44. Wijziging van de Participatiewet
De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 18b, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
B
Na artikel 56 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 56a. Ontzorgen
1.
Dit artikel is van toepassing op de belanghebbende die:- inburgeringsplichtig is op grond van de Wet inburgering 2021; en
- verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000.
2.
Het college verbindt aan de bijstand van de belanghebbende de verplichting om gedurende een periode van zes maanden, gerekend vanaf de dag waarop het recht op bijstand ontstaat, mee te werken aan het door het college in naam van de belanghebbende verrichten van betalingen uit de toegekende bijstand van huur, gas, water en stroom en de verplichte zorgverzekering.C
In de artikelen 64, eerste lid, onderdeel p, en 67, eerste lid, onderdeel h, wordt «Wet inburgering» vervangen door «de Wet inburgering 2021».
D
Na artikel 67 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 67a. Gebruik van gegevens Wet inburgering 2021
Het college is bevoegd de gegevens die zij heeft verkregen voor de uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet inburgering 2021 aan het college zijn opgedragen, ook te verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet.Artikel 56a. Ontzorgen
Artikel 67a. Gebruik van gegevens Wet inburgering 2021
Het college is bevoegd de gegevens die zij heeft verkregen voor de uitvoering van de taken die bij of krachtens de Wet inburgering 2021 aan het college zijn opgedragen, ook te verwerken voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet.
Artikel 45. Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.4a.1, eerste lid, wordt «met uitzondering van de artikelen 7.4.3, 7.4.4 en 7.4.7» vervangen door «met uitzondering van de artikelen 7.4.4 en 7.4.7».
B
Aan artikel 2.3.2, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd «Deze uitkering is bestemd voor een aanbod van opleidingen educatie aan een persoon als bedoeld in artikel 2.3.3, eerste lid, niet zijnde een inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 3 van de Wet inburgering 2021».
C
Artikel 6a.1.1 komt te luiden:
Artikel 6a.1.1. Elektronisch register opleidingen educatie met diploma-erkenning
1.
Onze Minister houdt een elektronisch register bij omtrent opleidingen educatie waarvoor diploma-erkenning is aangevraagd als bedoeld in artikel 1.4a.1.2.
Het register is openbaar en maakt onderscheid tussen opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en andere opleidingen educatie.3.
Het register vermeldt ten minste:- de naam van de opleiding educatie en het tijdstip met ingang waarvan het diploma is erkend, en de naam en vestigingsplaats van de instelling als bedoeld in artikel 1.4a.1, eerste lid;
- een eventuele waarschuwing of ontneming van de diploma-erkenning als bedoeld in de artikelen 6a.1.3 of 6a.2.1, derde lid, respectievelijk 6a.1.2, 6a.1.4 of 6a.2.1, eerste lid voor een opleiding educatie.
4.
Bij ministeriele regeling kunnen nadere regels worden gesteld over het register.D
Artikel 7.3.1, vierde lid, vervalt.
E
Artikel 7.4.3 komt te luiden:
Artikel 7.4.3. Voorschriften examens opleidingen educatie
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden vastgesteld omtrent de examens van opleidingen educatie.2.
In geval van toepassing van het eerste lid zijn de artikelen 7.4.3a, tweede lid, waarbij voor centraal examen staatsexamen kan worden gelezen, en 7.4.4 van overeenkomstige toepassing op die opleiding educatie.F
Artikel 7.4.6 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Bij ministeriele regeling kunnen modellen en technische veiligheidseisen voor het diploma en de resultatenlijst van een opleiding educatie worden vastgesteld.Artikel 6a.1.1. Elektronisch register opleidingen educatie met diploma-erkenning
Artikel 7.4.3. Voorschriften examens opleidingen educatie
Artikel 46. Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000
De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 16, eerste lid, onderdeel h, wordt «op grond van de artikelen 3 en 5 van de Wet inburgering» vervangen door «op grond van de artikelen 3 en 4 van de Wet inburgering 2021».
B
Artikel 16a komt te luiden:
Artikel 16a
1.
De aanvraag tot het wijzigen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 kan worden afgewezen:- op de gronden, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdelen b tot en met g en k; of
- indien de vreemdeling niet heeft voldaan aan het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen inburgeringsvereiste.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de toepassing van de gronden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.3.
Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden in ieder geval regels gesteld omtrent de inhoud van het inburgeringstraject en het te behalen niveau, alsmede omtrent de vrijstellingen en ontheffingen.C
In artikel 18, eerste lid, onderdeel i, wordt «artikel 7, eerste lid, van de Wet inburgering» vervangen door «artikel 6, eerste lid, van de Wet inburgering 2021».
D
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
- niet heeft voldaan aan het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen inburgeringsvereiste.
7.
Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, worden in ieder geval regels gesteld omtrent de inhoud van het inburgeringstraject en het te behalen niveau, alsmede omtrent de vrijstellingen en ontheffingen.E
Artikel 34 komt te luiden:
Artikel 34
1.
De aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 33, van de vreemdeling die direct voorafgaande aan de aanvraag gedurende vijf achtereenvolgende jaren rechtmatig verblijf heeft genoten als bedoeld in artikel 8, onderdeel c, kan slechts worden afgewezen, indien:- zich op het moment waarop de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, bedoeld in artikel 28, afloopt, een grond als bedoeld in artikel 32 voordoet; of
- de vreemdeling niet heeft voldaan aan het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen inburgeringsvereiste.
2.
De periode van verblijf op grond van artikel 14, van de vreemdeling aan wie op grond van artikel 28, eerste lid, onderdeel e, ambtshalve een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd is verleend, wordt aangemerkt als rechtmatig verblijf als bedoeld in artikel 8, onderdeel c.3.
Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden in ieder geval regels gesteld omtrent de inhoud van het inburgeringstraject en het te behalen niveau, alsmede omtrent de vrijstellingen en ontheffingen.F
Artikel 45b wordt als volgt gewijzigd:
- niet heeft voldaan aan het bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen inburgeringsvereiste.
5.
Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, onderdeel g, worden in ieder geval regels gesteld omtrent de inhoud van het inburgeringstraject en het te behalen niveau, alsmede omtrent de vrijstellingen en ontheffingen.Artikel 16a
Artikel 34
Artikel 47. Wijziging van de Wet kinderopvang
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.6, eerste lid, onderdeel g, komt te luiden:
- inburgeringsplichtig is op grond van de Wet inburgering 2021 en een cursus of opleiding volgt waarmee hij aan de op grond van artikel 15 van die wet vastgestelde leerroute kan voldoen, voor zover de cursusinstelling waar die cursus of opleiding wordt gevolgd in het bezit is van een certificaat als bedoeld in artikel 28 van die wet of een keurmerk als bedoeld in artikel 32 van die wet, of, indien het een inburgeringsplichtige als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van die wet betreft, de opleiding of cursus wordt aangeboden door het college als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van die wet,
B
In hoofdstuk 3, paragraaf 2, wordt na artikel 3.2 een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 3.2a
Artikel 1.6, eerste lid, onderdeel g, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 blijft van toepassing op de ouder die inburgeringsplichtig is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet inburgering zoals dat luidde voor inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021.Artikel 3.2a
Artikel 1.6, eerste lid, onderdeel g, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021 blijft van toepassing op de ouder die inburgeringsplichtig is als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet inburgering zoals dat luidde voor inwerkingtreding van de Wet inburgering 2021.
Artikel 48. Wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
In de artikelen 45, eerste lid, onderdeel o, en 48, eerste lid, onderdeel h, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt «de Wet inburgering» vervangen door «Wet inburgering 2021».
Artikel 49. Wijziging van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
In de artikelen 45, eerste lid, onderdeel n, en 48, eerste lid, onderdeel h, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt «de Wet inburgering» vervangen door «Wet inburgering 2021».
Artikel 50. Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht
De Wet op het onderwijstoezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 24f, elfde lid, 24n, onderdeel e, en 24o, tweede lid, onderdeel e wordt «de Wet inburgering» vervangen door «de Wet inburgering 2021».
B
In artikel 24q, zevende lid, onderdeel b, vervalt «als beheerder van het Informatiesysteem Inburgering, bedoeld in artikel 47, eerste lid, van de Wet inburgering» en wordt aan het slot toegevoegd «als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet inburgering 2021.
Artikel 51. Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen
In artikel 54, derde lid, onderdeel m, wordt «de Wet inburgering» vervangen door «Wet inburgering 2021».
Artikel 52. Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht
In artikel 2 van bijlage 3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt «Wet inburgering» vervangen door «Wet inburgering 2021».
Artikel 53. Evaluatie
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk. Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de mate waarin en de wijze waarop afspraken over het deelnemen aan voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, of de vroegschoolse educatie, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, bijdragen aan het deelnemen aan voor- en vroegschoolse educatie bij deze groep.
Artikel 54. Intrekking van de Wet inburgering
De Wet inburgering wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de personen op wie deze wet van toepassing was op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel 55. Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 56. Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Wet inburgering met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.