Part of Smart Yellow Suite

WGK009057
Besluit tot uitvoering van Verordening 2017/625

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Datum uitgave 22 januari 2020
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, en tot wijziging van… (Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid)

Samenvatting

Met deze algemene maatregel van bestuur worden de noodzakelijke artikelen opgenomen om uitvoering te geven aan Verordening 2017/625 die de Verordening 882/2004 vervangt. Het doel van deze amvb is om te voorzien in de benodigde uitvoeringsbepalingen om uitwerking te kunnen geven aan de zogeheten officiële controle verordening 2017/625. Deze verordening voorziet in regels over de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten betreffende de regelgeving over onder meer diergezondheid, dierenwelzijn en diervoeders. Deze amvb heeft in de eerste plaats betrekking op regelgeving waarop de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren van toepassing is. Dit betreft de onderwerpen diergezondheid. Daarnaast voorziet dit besluit in de noodzakelijke aanpassing van besluiten die op de Wet dieren zijn gebaseerd.

Documenten

stb-2019-245 (PDF)

Besluit van 18 juni 2019 tot uitvoering van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 april 2019, nr. WJZ / 19108910;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2017/625 van het Europees parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (Pb EU 2017 L 95) en gelet op artikel 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de artikelen 6.2, 6.3, 6.4 en 10.2 van de Wet dieren;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 5 juni 2019, no. W11.19.0111/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 14 juni 2019, nr. WJZ/19139852;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel 2

De artikelen 3 tot en met 7 van dit besluit en de daarop berustende bepalingen hebben betrekking op voorschriften, gesteld bij of krachtens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren die de onderwerpen diergezondheid en het brengen van dieren en producten van dierlijke oorsprong in en buiten Nederland betreffen.

Artikel 3

Tenzij bij ministeriële regeling anders is bepaald is Onze Minister de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 4 van de verordening (EU) nr. 2017/625.

Artikel 4

Het is verboden in strijd te handelen met bij ministeriële regeling aangewezen voorschriften van verordening (EU) nr. 2017/625 of van daarop gebaseerde EU-rechtshandelingen.

Artikel 5

Bij ministeriële regeling worden regels gesteld ter uitvoering van bindende onderdelen van verordening (EU) nr. 2017/625 en daarop gebaseerde EU-verordeningen of EU-besluiten.

Artikel 6

Onze Minister is bevoegd besluiten te nemen als bedoeld in artikel 35, derde lid, verordening (EU) nr. 2017/625.

Artikel 7

Artikel 8

Op een besluit dat vanwege een geconstateerde niet-naleving is genomen en dat is gebaseerd of mede gebaseerd op artikel 19, eerste lid, of artikel 54, eerste en tweede lid, van verordening (EU) nr. 882/2004, dat is genomen voor 14 december 2019 en waartegen bezwaar is gemaakt, of beroep is ingesteld, wordt besloten met toepassing van verordening (EU) nr. 882/2004 zoals die luidde voor 14 december 2019.

Artikel 9

In artikel 1.1 van het besluit diervoeders 2012 vervalt het onderdeel «Verordening 882/2004».

Artikel 10

Het Besluit diergeneesmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

Artikel 2.13, onderdeel e, komt te luiden:

  1. wordt bijgedragen aan de uitvoering van analysemethoden voor de opsporing van residuen van diergeneesmiddelen voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 2017/625 en daarop gebaseerde EU-rechtshandelingen bij een daartoe aangewezen referentielaboratorium;.
C

Artikel 4.8, onderdeel e, komt te luiden:

D

Artikel 9.3 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Onderdeel c vervalt.
  2. Onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot c tot en met f en onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van onderdeel f (nieuw), wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
  3. Verordening (EU) nr. 2017/625.

Artikel 11

Het Besluit dierlijke producten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

B

In artikel 2.5, eerste lid, wordt «artikel 5, derde lid, onderdeel e, van verordening (EG) nr. 854/2004» vervangen door «artikel 18, vierde lid, van verordening (EU) nr. 2017/625».

Artikel 12

Het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren wordt als volgt gewijzigde:

A

Aan artikel 1.1 wordt, onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het slot van het onderdeel «wet», een onderdeel toegevoegd, luidende:

B

Aan hoofdstuk 4 worden drie artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 4.5 (tweede analyse)
Onze Minister is bevoegd besluiten te nemen als bedoeld in artikel 35, derde lid, van verordening (EU) 2017/625.
Artikel 4.6 (coördinerende instantie artikel 4, tweede lid, onder b, verordening (EU) nr. 2017/625)
Onze Minister is de coördinerende instantie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder b, verordening (EU) 2017/625.
Artikel 4.7 (overgangsrecht bestuurlijke maatregel verordening (EU) nr. 882/2004)
Op een besluit dat vanwege een geconstateerde niet-naleving is genomen en dat is gebaseerd of mede gebaseerd op artikel 19, eerste lid, of artikel 54, eerste en tweede lid, van verordening (EU) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, L 165), dat is genomen voor 14 december 2019 en waartegen bezwaar is gemaakt, of beroep is ingesteld, wordt besloten met toepassing van die verordening zoals die luidde voor 14 december 2019.
Artikel 13
Het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten wordt ingetrokken.
Artikel 14
Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 december 2019.
Artikel 15
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid.

Artikel 4.5 (tweede analyse)

Onze Minister is bevoegd besluiten te nemen als bedoeld in artikel 35, derde lid, van verordening (EU) 2017/625.

Artikel 4.6 (coördinerende instantie artikel 4, tweede lid, onder b, verordening (EU) nr. 2017/625)

Onze Minister is de coördinerende instantie, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onder b, verordening (EU) 2017/625.

Artikel 4.7 (overgangsrecht bestuurlijke maatregel verordening (EU) nr. 882/2004)

Op een besluit dat vanwege een geconstateerde niet-naleving is genomen en dat is gebaseerd of mede gebaseerd op artikel 19, eerste lid, of artikel 54, eerste en tweede lid, van verordening (EU) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU 2004, L 165), dat is genomen voor 14 december 2019 en waartegen bezwaar is gemaakt, of beroep is ingesteld, wordt besloten met toepassing van die verordening zoals die luidde voor 14 december 2019.

Artikel 13

Het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten wordt ingetrokken.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking met ingang van 14 december 2019.

Artikel 15

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.