Wet van 13 november 2019, houdende regels inzake een uniform experiment met teelt en verkoop van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik in een gesloten coffeeshopketen (Wet experiment gesloten coffeeshopketen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om te voorzien in wet- en regelgeving ten behoeve van een uniform experiment met het telen van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik met als doel om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde hennep en hasjiesj gedecriminaliseerd aan de coffeeshops in een gesloten coffeeshopketen kunnen worden afgeleverd en wat de effecten daarvan zijn;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel 2
Er vindt een experiment plaats met op kwaliteit gecontroleerde teelt van hennep en hasjiesj voor recreatief gebruik en de aflevering aan en verkoop daarvan in een coffeeshop in een gesloten coffeeshopketen, overeenkomstig de bij of krachtens deze wet gestelde regels, met als doel om te bezien of en hoe hennep en hasjiesj gedecriminaliseerd aan de coffeeshops kunnen worden afgeleverd en wat de effecten daarvan zijn.
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 6a
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 8a
Artikel 9
Onze Ministers zijn bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens artikel 6, eerste en tweede lid, 7, eerste lid, onder a, onderdeel 1°, onder b en c, en tweede en derde lid, van deze wet en de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
Artikel 9a
Artikel 10
De burgemeester van een gemeente, bedoeld in artikel 6, eerste lid, is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang aan een coffeeshop ter handhaving van de eisen die bij of krachtens artikel 6, derde lid, en artikel 7, eerste lid, onder a, onderdeel 2°, onder c en tweede en derde lid, van deze wet gelden, alsmede ter handhaving van de bij artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht gestelde verplichting.
Artikel 11
Artikel 12
Onze Ministers zenden binnen vier maanden na de ontvangst van het evaluatieverslag, het kabinetsstandpunt over dat verslag en de gevolgen die het daaraan wenst te verbinden, alsmede het verslag, aan de Staten-Generaal. Artikel 24 van de Kaderwet adviescolleges is niet van toepassing.
Artikel 13
De voordracht voor een krachtens artikel 4, eerste lid, 5, derde lid, 6, 7, eerste lid, 8a, 9a, eerste lid, of 11, tweede lid, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 14
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur wordt als volgt gewijzigd:
- artikel 5 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen.
- Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor zover het bestanden betreft waarvan de gegevens worden verwerkt door de Inspectie gezondheidszorg en jeugd.
Artikel 15
Artikel 16
Deze wet wordt aangehaald als: Wet experiment gesloten coffeeshopketen.