Besluit van 25 juni 2019 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met de aanpassing van de procedure bij de behandeling van herhaalde asielaanvragen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 2 mei 2019, nr. 2585656;
Gelet op artikel 37, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 mei 2019, nr. W16.19.0112/II);
Gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 21 juni 2019, nr. 2617970;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 3.118b van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Behoudens in de in artikel 40, zesde lid, van de Procedurerichtlijn bedoelde gevallen, wordt het tweede lid, onder a en b, buiten toepassing gelaten indien Onze Minister de kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen die nodig is voor het kunnen nemen van de beschikking, kan vergaren zonder nader gehoor.4.
In die gevallen waarin met toepassing van het derde lid is afgezien van een nader gehoor, kan Onze Minister naar aanleiding van nieuwe elementen of bevindingen of een andere beoordeling van reeds bekende elementen of bevindingen bepalen dat het onderzoek naar de aanvraag opnieuw aanvangt met inachtneming van het tweede lid. Onze Minister bepaalt in dat geval wanneer de procedure opnieuw aanvangt en deelt de dag van aanvang mede aan de vreemdeling.ARTIKEL II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.