Besluit van 19 februari 2021, houdende wijziging van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten, het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen, en enkele andere besluiten in verband met het arbeidsvoorwaardenbedrag
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 december 2020, nr. 2020-0000151183;
Gelet op de artikelen 10, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet, 12a van de Algemene Ouderdomswet, 10, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, 6, tweede lid, van de Toeslagenwet, 1b, zesde en tiende lid, van de Werkloosheidswet, 3:13, vierde lid, van de Wet arbeid en zorg, 14, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 13, derde lid, 52, vierde lid, 60, vijfde lid, en 61, achtste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 15, tweede lid, en 31, derde lid, van de Ziektewet en 73, vijfde lid van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 januari 2021, nr. W12.20.0503/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 februari 2021, nr. 2021-0000031665,
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1:1, eerste lid, worden in de alfabetische rangschikking de volgende begrippen ingevoegd:
B
Aan artikel 2.5 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing indien de vakantiebijslag wordt betaald als onderdeel van het periodieke loon of als onderdeel van een arbeidsvoorwaardenbedrag.C
In artikel 3:3, tweede lid, onderdeel d, onder 2°, wordt aan het slot toegevoegd: met uitzondering van een bovenwettelijke werkloosheidsuitkering voor overheidswerknemers als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de Werkloosheidswet.
D
Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:
8.
De SVB kan bij de vaststelling van het inkomen het in een aangiftetijdvak opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de in een aangiftetijdvak opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking nemen, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag niet in aanmerking worden genomen. Het UWV neemt bij de vaststelling van het inkomen het in een aangiftetijdvak opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking, waarbij het betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de uitbetaalde looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag niet in aanmerking worden genomen.10.
In afwijking van het achtste lid neemt het UWV voor de vaststelling van het inkomen voor de Werkloosheidswet het in een aangiftetijdvak betaalde bedrag aan vakantiebijslag en de in een aangiftetijdvak uitbetaalde componenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking voor zover deze componenten zijn aan te merken als loon als bedoeld in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen, waarbij de opgebouwde bedragen en looncomponenten niet in aanmerking worden genomen.E
Voor artikel 5.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5:1c. Overgangsrecht in verband met aanpassingen vanwege het arbeidsvoorwaardenbedrag
Over de periode van 1 juli 2021 tot 1 januari 2022 wordt in afwijking van artikel 4:1, achtste en tiende lid, voor de vaststelling van het inkomen voor de Werkloosheidswet, het uitbetaalde bedrag aan vakantiebijslag als inkomen aangemerkt.F
De artikelen 5.2 en 5.3 vervallen.
Artikel 5:1c. Overgangsrecht in verband met aanpassingen vanwege het arbeidsvoorwaardenbedrag
Over de periode van 1 juli 2021 tot 1 januari 2022 wordt in afwijking van artikel 4:1, achtste en tiende lid, voor de vaststelling van het inkomen voor de Werkloosheidswet, het uitbetaalde bedrag aan vakantiebijslag als inkomen aangemerkt.
ARTIKEL II
Het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, worden onder verlettering van de onderdelen d tot en met x tot de onderdelen f tot en met z twee onderdelen ingevoegd, luidende:
B
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het dagloon van een uitkering op grond van de WW is de uitkomst van de volgende berekening:(A – B + C) / Dwaarbij:A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij alle werkgevers;B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die in de referteperiode als loon zijn uitbetaald ten laste van een opgebouwd bedrag en de bedragen die in die periode als loon zijn uitbetaald ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag;C staat voor de in de referteperiode opgebouwde bedragen ten behoeve van vakantiebijslag dan wel ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag; enD staat voor 261 indien de referteperiode een duur van één jaar heeft. Indien er sprake is van een afwijkende referteperiode staat D voor het aantal dagloondagen in de referteperiode.C
Artikel 12e wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het dagloon van uitkeringen op grond van de ZW en de Wazo is de uitkomst van de volgende berekening:(A – B + C) / Dwaarbij:A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij een werkgever;B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die in de referteperiode als loon zijn uitbetaald ten laste van een opgebouwd bedrag en de bedragen die in die periode als loon zijn uitbetaald ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag;C staat voor de in de referteperiode opgebouwde bedragen ten behoeve van vakantiebijslag dan wel ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag; enD staat voor 261 dan wel, indien de dienstbetrekking waaruit de werknemer ziek is geworden of waaruit recht op uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, of artikel 4:2b van de Wazo is ontstaan, is aangevangen na aanvang maar voor het einde van de referteperiode, voor het aantal dagloondagen vanaf en met inbegrip van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen tot en met de laatste dag van de referteperiode.D
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het dagloon van uitkeringen op grond van de Wet WIA en de WAO is de uitkomst van de volgende berekening:(A – B + C) / Dwaarbij:A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij alle werkgevers;B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die in de referteperiode als loon zijn uitbetaald ten laste van een opgebouwd bedrag en de bedragen die in die periode als loon zijn uitbetaald ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag;C staat voor de in de referteperiode opgebouwde bedragen ten behoeve van vakantiebijslag dan wel ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag; enD staat voor 261.E
Artikel 18, tweede lid, komt te luiden:
2.
Het dagloon van de werknemer die in de referteperiode geen loon als bedoeld in artikel 14 of 15 heeft genoten is de uitkomst van de volgende berekening:(A – B + C) / Dwaarbij:A staat voor het loon dat de werknemer voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid heeft genoten in het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden, bij alle werkgevers;B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid als loon zijn uitbetaald ten laste van een opgebouwd bedrag en de bedragen die voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid als loon zijn uitbetaald ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag in het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden;C staat voor de in de referteperiode opgebouwde bedragen ten behoeve van vakantiebijslag dan wel ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden; enD staat voor het in dat aangiftetijdvak gelegen aantal dagloondagen vanaf en met inbegrip van de dag waarop de dienstbetrekking is aangevangen tot de dag van intreden van de arbeidsongeschiktheid.F
Na artikel 27d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 27e Overgangsbepaling in verband met het beperken van het toepassingsbereik van de wijzigingen vanwege het arbeidsvoorwaardenbedrag
1.
De artikelen 5, 12e, 16 en 18, zoals deze luidden op 31 december 2021, blijven van toepassing op uitkeringen waarvan de eerste rechtdag is gelegen voor 1 januari 2022.2.
Onder eerste rechtdag, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de WW de eerste dag van werkloosheid verstaan, voor de Wet WIA en WAO de dag dat recht op uitkering is ontstaan en voor de ZW de eerste dag waarover het ziekengeld wordt uitgekeerd.Artikel 27e Overgangsbepaling in verband met het beperken van het toepassingsbereik van de wijzigingen vanwege het arbeidsvoorwaardenbedrag
ARTIKEL III
Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1.1, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel dd door een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:
B
In artikel 5.12, eerste lid, onderdeel d, wordt «(opgebouwde recht) extra periode salaris» vervangen door «(opbouw of opname) arbeidsvoorwaardenbedrag».
C
In bijlage I wordt «Extra periode salaris» vervangen door «Opname arbeidsvoorwaardenbedrag» en wordt «Opgebouwde recht extra periode salaris» vervangen door «Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag».
ARTIKEL IV
Artikel 11a van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten komt te luiden:
Artikel 11a. Correcties voor vakantiebijslag en componenten arbeidsvoorwaardenbedrag
1.
Bij de vaststelling van het maatmaninkomen, bedoeld in artikel 7a, en van de feitelijke inkomsten uit arbeid, bedoeld in artikel 10, zesde lid, wordt het in de relevante aangiftetijdvakken opgebouwde bedrag aan vakantiebijslag en de opgebouwde looncomponenten ten behoeve van een arbeidsvoorwaardenbedrag in aanmerking genomen in plaats van het in relevante aangiftetijdvakken uitbetaalde bedrag aan vakantiebijslag en de looncomponenten ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag.2.
Onder een arbeidsvoorwaardenbedrag als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan het aan de werknemer toegekende en in geld uitgedrukte toekomstige loonbestanddeel, niet zijnde een afzonderlijke opbouw van vakantiebijslag, dat is opgebouwd ingevolge afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover dit toekomstige loonbestanddeel kan leiden tot loon als bedoeld in artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen.Artikel 11a. Correcties voor vakantiebijslag en componenten arbeidsvoorwaardenbedrag
ARTIKEL V
Het Besluit beslagvrije voet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste lid, wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:
B
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 5, tweede lid, wordt «extra periode salaris» vervangen door «een uitbetaald bedrag ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag».
D
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a Overgangsbepaling
1.
Indien bij de berekening van het belastbaar inkomen in de indicatieperiode aangiftetijdvakken zijn gelegen van voor 1 januari 2022, is op die aangiftetijdvakken de tekst van dit besluit van toepassing, zoals dit luidde op de dag voor die datum.2.
Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2027.E
In de Bijlage bij artikel 2, eerste lid, wordt onder Stap 1, Stap 3 en Stap 5 «het extra periode salaris» vervangen door «het uitbetaalde bedrag ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag».
Artikel 10a Overgangsbepaling
ARTIKEL VI
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022, met uitzondering van artikel I, onderdeel E, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2021.