Part of Smart Yellow Suite

WGK008849
Wijziging van de Jeugdwet ivm het aanpassen van het woonplaatsbeginsel

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Datum uitgave 25 april 2018
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

De Jeugdwet wordt gewijzigd in verband met de wijziging van het woonplaatsbeginsel. In het nieuwe woonplaatsbeginsel hoeft de gezaghebber van het kind niet meer te worden bepaald voor de vraag welke gemeente verantwoordelijk is voor jeugdhulp. Voor het woonadres wordt aangesloten bij de Basisregistratie Personen van de jeugdige. Met deze aanpassing wordt de toepassing van het woonplaatsbeginsel vereenvoudigd en wordt tot een vermindering van de uitvoeringslasten gekomen.

Documenten

stb-2020-78 (PDF)

Wet van 12 februari 2020 tot wijziging van de Jeugdwet in verband met de verduidelijking van het woonplaatsbeginsel (Wet wijziging woonplaatsbeginsel)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Jeugdwet te wijzigen teneinde het woonplaatsbeginsel te verduidelijken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 komt de begripsomschrijving van «woonplaats» te luiden:

B

Na artikel 2.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.7a
1.
Indien de woonplaats van een jeugdige tijdens het ontvangen van niet met verblijf gepaard gaande jeugdhulp wijzigt, heeft die jeugdige jegens het college van de gemeente waar zijn nieuwe woonplaats is op verzoek recht op voortzetting van deze hulp met dezelfde voorwaarden en tarieven bij dezelfde jeugdhulpaanbieder tot ten hoogste een jaar, te rekenen vanaf de datum van wijziging van zijn woonplaats.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing indien de jeugdhulp, bedoeld in het eerste lid, nog niet is aangevangen op het moment waarop de woonplaats wijzigt.
3.
Indien geen verzoek als bedoeld in het eerste lid is gedaan, treft het college van de gemeente waar de jeugdige zijn nieuwe woonplaats heeft ten behoeve van die jeugdige voorzieningen voor jeugdhulp die gelijkwaardig zijn aan de voorzieningen die het college van de gemeente waar zijn vorige woonplaats was, had getroffen tot ten hoogste een jaar, te rekenen vanaf de datum van wijziging van zijn woonplaats.
C

Na artikel 8.1.8 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

D

Artikel 10.1 komt te luiden:

Artikel 10.1
1.
Indien de woonplaats van een jeugdige is bepaald met toepassing van artikel 1.1, onder «woonplaats», zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel, en deze ten gevolge van de inwerkingtreding van deze wet wijzigt, heeft die jeugdige recht op voortzetting van de voor de inwerkingtreding van deze wet aangevangen jeugdhulp met dezelfde voorwaarden en tarieven bij dezelfde jeugdhulpaanbieder tot ten hoogste een jaar na de inwerkingtreding van deze wet, met dien verstande dat het college van de gemeente waar de jeugdige zijn woonplaats, bedoeld in artikel 1.1, heeft verantwoordelijk wordt voor die jeugdhulp.
2.
De periode van een jaar, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op pleegzorg. Indien de jeugdhulp pleegzorg betreft, draagt het college dat ingevolge het eerste lid voor de pleegzorg verantwoordelijk wordt ervoor zorg dat de pleegzorg wordt voortgezet bij dezelfde pleegouders, tenzij dat niet tot verantwoorde hulp zou leiden.
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing indien het in het eerste lid eerstgenoemde college had ingestemd met het verlenen van pleegzorg die nog niet was aangevangen voor of op de datum van inwerkingtreding van de Wet wijziging woonplaatsbeginsel.
4.
Het college dat ingevolge het eerste lid verantwoordelijk wordt voor de voortzetting van de jeugdhulp draagt er, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is, zorg voor dat de jeugdhulp kan worden voortgezet bij dezelfde jeugdhulpaanbieder.
E

De artikelen 10.2 tot en met 10.12 vervallen.

Artikel 2.7a

Artikel 8.2.1

Artikel 10.1

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet wijziging woonplaatsbeginsel.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.