Besluit van 17 mei 2019, houdende vaststelling van de rechtspositie van de leden van de Autoriteit persoonsgegevens (Besluit rechtspositie leden Autoriteit persoonsgegevens)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 10 april 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2562872;
Gelet op artikel 9 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 april 2019, nr. W16.19.0097/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 14 mei 2019, nr. 2590857;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Ten aanzien van de voorzitter en de andere leden zijn de hoofdstukken V (Vakantie en verlof) en VI (Bedrijfsgeneeskundige begeleiding, rechten en verplichtingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid) van het Algemeen Rijksambtenarenreglement van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7
Indien de voorzitter wegens ziekte of om andere redenen verwacht dat sprake is van dreigend langdurig verzuim, geeft hij daarvan binnen zes weken na de eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid, kennis aan Onze Minister. Indien een ander lid wegens ziekte of om andere redenen verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten, geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan de voorzitter.
Artikel 8
Artikel 9
Ten aanzien van de voorzitter en de andere leden is het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor rechterlijke ambtenaren van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder «betrokkene» wordt verstaan: het lid van de Autoriteit, dat ten gevolge van ontslag, niet zijnde ontslag op eigen verzoek, of ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, werkloos is geworden in de zin van de Werkloosheidswet.
Artikel 10
Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de voorzitter of een ander lid wordt een overlijdensuitkering uitbetaald aan de nabestaande of nabestaanden met overeenkomstige toepassing van de regels die gelden voor de ambtenaren in de sector Rijk in vaste dienst.
Artikel 11
Artikel 12
Het Besluit rechtspositie leden College bescherming persoonsgegevens wordt ingetrokken.
Artikel 13
Het Vaststellingsbesluit enkele algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet bescherming persoonsgegevens (Stb. 2001, 382) wordt ingetrokken.
Artikel 14
Artikel 15
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit rechtspositie leden Autoriteit persoonsgegevens.