Wet van 6 november 2019 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en de Wet giraal effectenverkeer ter uitvoering van Richtlijn 2017/828/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft (PbEU 2017, L 132)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van Richtlijn 2017/828/EU van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn 2007/36/EG wat het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders betreft (PbEU 2017, L 132) noodzakelijk is enige wijzigingen aan te brengen in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de Wet op het financieel toezicht en de Wet giraal effectenverkeer;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 117b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 117c
De vennootschap zendt een elektronische ontvangstbevestiging van een op elektronische wijze uitgebrachte stem aan degene die de stem heeft uitgebracht.B
Aan artikel 120 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6.
De vennootschap waarvan aandelen of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, verstrekt op verzoek van de aandeelhouder of een door die aandeelhouder aangewezen derde na afloop van de algemene vergadering een bevestiging van de geldige registratie en telling van de door die aandeelhouder uitgebrachte stemmen op deze vergadering. De bevestiging wordt verschaft door de vennootschap aan de aandeelhouder of een door die aandeelhouder aangewezen derde die daarom heeft verzocht, tenzij deze informatie hem reeds ter beschikking staat. Het verzoek voor een dergelijke bevestiging wordt uiterlijk drie maanden na afloop van de vergadering bij de vennootschap gedaan.C
Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:
9.
Indien het beleid bedoeld in lid 1 niet wordt vastgesteld door de algemene vergadering, bezoldigt de vennootschap bestuurders overeenkomstig het bestaande beleid of de bestaande praktijk en legt zij aan de volgende algemene vergadering een herzien beleid voor ter vaststelling.D
Na artikel 135 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 135a
1.
Dit artikel is van toepassing op het bezoldigingsbeleid van de vennootschap waarvan aandelen of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.2.
Het bezoldigingsbeleid wordt ten minste iedere vier jaar na vaststelling, opnieuw aan de algemene vergadering voorgelegd ter vaststelling. Voor een besluit tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid is een meerderheid van ten minste drie vierden van de uitgebrachte stemmen vereist, tenzij in de statuten een lagere meerderheid is voorgeschreven.3.
Indien de vennootschap krachtens wettelijke bepalingen een ondernemingsraad heeft ingesteld, wordt het voorstel tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid als bedoeld in lid 2 niet als onderwerp vermeld bij de oproeping, bedoeld in artikel 114 lid 1, dan nadat de ondernemingsraad in de gelegenheid is gesteld hierover advies uit te brengen aan het orgaan belast met het doen van een voorstel. Het advies van de ondernemingsraad wordt gelijktijdig met het voorstel tot vaststelling van het bezoldigingsbeleid aan de algemene vergadering aangeboden. Indien het advies niet of niet geheel is gevolgd door het orgaan belast met het doen van een voorstel, wordt tevens een schriftelijke onderbouwing voor het afwijken van het advies aangeboden aan de algemene vergadering. De voorzitter van de ondernemingsraad of een door hem aangewezen lid van de ondernemingsraad kan het advies van de ondernemingsraad in de algemene vergadering toelichten. Artikel 135 lid 2 is niet van toepassing. Artikel 135 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.4.
De vennootschap kan onder uitzonderlijke omstandigheden tijdelijk en uiterlijk totdat een nieuw bezoldigingsbeleid is vastgesteld, afwijken van het bezoldigingsbeleid. Het bezoldigingsbeleid bepaalt onder welke procedurele voorwaarden de afwijking mogelijk is en van welke onderdelen van het beleid kan worden afgeweken.5.
Onder uitzonderlijke omstandigheden worden uitsluitend omstandigheden verstaan waarin de afwijking van het bezoldigingsbeleid noodzakelijk is om de langetermijnbelangen en duurzaamheid van de vennootschap als geheel te dienen of haar levensvatbaarheid te garanderen.6.
Het bezoldigingsbeleid is duidelijk en begrijpelijk en bevat ten minste de volgende onderwerpen:- een toelichting op de wijze waarop het bezoldigingsbeleid bijdraagt aan de bedrijfsstrategie, de langetermijnbelangen en de duurzaamheid van de vennootschap;
- een beschrijving van de verschillende onderdelen van de vaste en variabele bezoldigingen met vermelding van het relatieve aandeel daarvan;
- een toelichting op de wijze waarop in het bezoldigingsbeleid rekening is gehouden met de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers van de vennootschap;
- een toelichting op de wijze waarop in het bezoldigingsbeleid rekening is gehouden met:
- de identiteit, missie en waarden van de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming;
- de bezoldigingsverhoudingen binnen de vennootschap en de daarmee verbonden onderneming;
- het maatschappelijk draagvlak;
- indien de vennootschap variabele bezoldiging toekent:
- de door of vanwege de vennootschap gestelde financiële en niet-financiële doelen waarvan de toekenning van de variabele bezoldiging afhankelijk is en een toelichting op de wijze waarop deze doelen bijdragen aan de doelstellingen, bedoeld onder a;
- de te gebruiken methoden om te bepalen in hoeverre de door of vanwege de vennootschap gestelde financiële en niet-financiële doelen zijn bereikt,
- de eventuele termijn waarop de bezoldiging betaalbaar is; en
- een beschrijving van de mogelijkheid om de bezoldiging terug te vorderen bedoeld in artikel 135 lid 8;
- indien de vennootschap op aandelen gebaseerde bezoldiging toekent:
- een beschrijving van de resterende looptijd van de nog niet uitgeoefende rechten;
- een beschrijving van de periode waarin de bestuurder de verkregen aandelen nog niet mag overdragen voor zover van toepassing; en
- een toelichting op de wijze waarop de op aandelen gebaseerde bezoldiging bijdraagt aan de doelstelling, bedoeld onder a;
- een beschrijving van de looptijd van de overeenkomsten met bestuurders en de toepasselijke opzegtermijnen, de voornaamste kenmerken van aanvullende pensioenregelingen en vervroegde uittredingsregelingen, de voorwaarden voor beëindiging, alsmede de betalingen met betrekking tot de beëindiging;
- een omschrijving van het besluitvormingsproces dat voor de vaststelling, herziening en uitvoering van het bezoldigingsbeleid wordt gevolgd;
- indien het beleid wordt herzien:
- een beschrijving en toelichting van de belangrijke wijzigingen; en
- een beschrijving en toelichting van de wijze waarop rekening is gehouden met de stemmingen en de standpunten van de aandeelhouders over het bezoldigingsbeleid en de bezoldigingsverslagen sinds de vorige stemming over het bezoldigingsbeleid op de algemene vergadering.
7.
Het bezoldigingsbeleid alsmede de datum en de uitkomst van de stemming omtrent dat beleid, worden onverwijld na de algemene vergadering openbaar gemaakt op de website van de vennootschap. De overeenkomstig de vorige zin openbaar gemaakte informatie is toegankelijk ten minste gedurende de periode dat het bezoldigingsbeleid van toepassing is.Artikel 135b
1.
De vennootschap waarvan de aandelen of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, stelt jaarlijks een duidelijk en begrijpelijk bezoldigingsverslag op met een overzicht van alle bezoldigingen die in het voorgaande boekjaar aan individuele bestuurders zijn toegekend of verschuldigd zijn.2.
Het bezoldigingsverslag wordt aan de jaarlijkse algemene vergadering voorgelegd ter adviserende stemming. In het bezoldigingsverslag licht de vennootschap toe hoe met de vorige stemming van de algemene vergadering rekening is gehouden.3.
Ten aanzien van de bezoldiging van iedere individuele bestuurder van de vennootschap komen in het bezoldigingsverslag ten minste de volgende onderwerpen aan de orde:- het totale bedrag aan bezoldigingen uitgesplitst naar onderdeel;
- het relatieve aandeel van de vaste en variabele bezoldigingen;
- de wijze waarop het totale bedrag van de bezoldiging strookt met het bezoldigingsbeleid en bijdraagt aan de langetermijnprestaties van de vennootschap;
- de wijze waarop de door of vanwege de vennootschap gestelde financiële en niet-financiële doelen zijn toegepast;
- de jaarlijkse verandering in de bezoldiging over ten minste vijf boekjaren, de ontwikkeling van de prestaties van de vennootschap en de gemiddelde bezoldiging, uitgaande van een volledige werkweek, van de werknemers van de vennootschap die geen bestuurder zijn gedurende deze periode, gezamenlijk gepresenteerd op een wijze die vergelijking mogelijk maakt;
- indien de vennootschap dochtermaatschappijen heeft of de financiële gegevens van andere maatschappijen consolideert, de bezoldiging die in het boekjaar ten laste van die dochtermaatschappijen of andere maatschappijen is gekomen;
- het aantal toegekende en aangeboden aandelen en aandelenopties en de belangrijkste voorwaarden voor uitoefening van de rechten;
- de gehele of gedeeltelijke terugvordering van een bonus als bedoeld in artikel 135 lid 8;
- eventuele afwijking van het besluitvormingsproces voor de uitvoering van het bezoldigingsbeleid, bedoeld in artikel 135a lid 6 onder h;
- eventuele afwijking van het bezoldigingsbeleid, bedoeld in artikel 135a lid 4, met een toelichting van de aard van de uitzonderlijke omstandigheden, bedoeld in artikel 135a lid 5, en met vermelding van de specifieke onderdelen waarvan wordt afgeweken; en
- de in artikel 383c tot en met e genoemde informatie voor zover die informatie niet reeds vereist is op grond van dit lid.
4.
De persoonsgegevens van bestuurders worden slechts verwerkt in het bezoldigingsverslag met als doel de transparantie van vennootschappen met betrekking tot de bezoldiging van bestuurders te vergroten ten behoeve van het afleggen van verantwoording aan de algemene vergadering.5.
Het bezoldigingsverslag bevat geen persoonsgegevens die verwijzen naar de gezinssituatie van individuele bestuurders.6.
Het bezoldigingsverslag wordt na de algemene vergadering openbaar gemaakt op de website van de vennootschap. De overeenkomstig dit lid openbaar gemaakte informatie is daarop toegankelijk gedurende tien jaar. Indien de overeenkomstig dit lid openbaar gemaakte informatie openbaar blijft na het verstrijken van tien jaar, bevat het na die termijn niet langer persoonsgegevens van bestuurders.7.
Een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1, controleert of het bezoldigingsverslag de in dit artikel vereiste informatie bevat.E
Artikel 145 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien aandelen van de vennootschap of met medewerking van de vennootschap uitgegeven certificaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, zijn de artikelen 135a en 135b van overeenkomstige toepassing.Ea
Na artikel 160 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 160a
Indien in de statuten is bepaald dat de raad van commissarissen de bezoldiging van bestuurders vaststelt als bedoeld in artikel 135 lid 4 en de raad uit zijn midden een commissie heeft ingesteld om de besluitvorming daaromtrent voor te bereiden, maakt een persoon die door de ondernemingsraad wordt aanbevolen als bedoeld in artikel 158 lid 6, deel uit van die commissie.F
Na afdeling 7 wordt een afdeling ingevoegd luidende:
G
Na artikel 186 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 187
Indien aandelen van de vennootschap of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, zijn de artikelen 113 lid 6, 114 leden 1 en 3, 114a lid 1, 115 lid 2, 117 leden 6, tweede volzin, en 7, 117a leden 3 en 5, tweede volzin, 117b leden 1 tot en met 4, 117c, 119 leden 1, derde volzin, 2 en 3, 120 leden 5 en 6, 135 leden 1, eerste en tweede volzin, 4 en 9, 135a, 135b, 145 lid 2 en 167 tot en met 170 van toepassing in plaats van de artikelen 223 lid 1, 224 leden 1 en 3, 224a lid 1, 225, 227 lid 5, eerste volzin, 227a lid 3 en 227b. Voor de toepassing van artikelen 168 en 169 lid 3, wordt in plaats van artikel 129a gelezen artikel 239a. Voor de toepassing van artikel 169 lid 4, wordt in plaats van artikelen 129 lid 6, tweede en derde volzin, en 140 lid 5, tweede volzin, gelezen artikelen 239 lid 6, tweede en derde volzin, en 250 lid 5, tweede volzin.H
Artikel 383b wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 117c
De vennootschap zendt een elektronische ontvangstbevestiging van een op elektronische wijze uitgebrachte stem aan degene die de stem heeft uitgebracht.
Artikel 135a
Artikel 135b
Artikel 160a
Indien in de statuten is bepaald dat de raad van commissarissen de bezoldiging van bestuurders vaststelt als bedoeld in artikel 135 lid 4 en de raad uit zijn midden een commissie heeft ingesteld om de besluitvorming daaromtrent voor te bereiden, maakt een persoon die door de ondernemingsraad wordt aanbevolen als bedoeld in artikel 158 lid 6, deel uit van die commissie.
Artikel 167
Artikel 168
Voor transacties die in het kader van de normale bedrijfsvoering en onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan, stelt de raad van commissarissen of het bestuur indien toepassing is gegeven aan artikel 129a, een interne procedure vast om periodiek te beoordelen of aan die voorwaarden is voldaan.
Artikel 169
Artikel 170
Artikelen 168 en 169 leden 1, 2 en 5 zijn ook van toepassing indien een materiële transactie wordt aangegaan door een dochtermaatschappij van de vennootschap met een aan de vennootschap verbonden partij.
Artikel 187
Indien aandelen van de vennootschap of certificaten van aandelen zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, zijn de artikelen 113 lid 6, 114 leden 1 en 3, 114a lid 1, 115 lid 2, 117 leden 6, tweede volzin, en 7, 117a leden 3 en 5, tweede volzin, 117b leden 1 tot en met 4, 117c, 119 leden 1, derde volzin, 2 en 3, 120 leden 5 en 6, 135 leden 1, eerste en tweede volzin, 4 en 9, 135a, 135b, 145 lid 2 en 167 tot en met 170 van toepassing in plaats van de artikelen 223 lid 1, 224 leden 1 en 3, 224a lid 1, 225, 227 lid 5, eerste volzin, 227a lid 3 en 227b. Voor de toepassing van artikelen 168 en 169 lid 3, wordt in plaats van artikel 129a gelezen artikel 239a. Voor de toepassing van artikel 169 lid 4, wordt in plaats van artikelen 129 lid 6, tweede en derde volzin, en 140 lid 5, tweede volzin, gelezen artikelen 239 lid 6, tweede en derde volzin, en 250 lid 5, tweede volzin.
ARTIKEL II
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In de alfabetische opsomming van artikel 1:1 wordt een definitie ingevoegd, luidende:
B
Na hoofdstuk 5.6 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Artikel 5:87a
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt, voor zover nodig in afwijking van artikel 1:1, verstaan onder:
Artikel 5:87b
Artikel 1:25 is niet van toepassing op dit hoofdstuk.
Artikel 5:87c
Artikel 5.87d
Artikel 5:87e
Artikel 5:87f
ARTIKEL III
De Wet giraal effectenverkeer wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 32 wordt «artikelen 15, 26 en 27» vervangen door «artikelen 15, 26, 27 en 49db».
B
Het opschrift van hoofdstuk 3a komt te luiden:
C
Artikel 49a wordt gewijzigd als volgt:
D
Artikel 49b wordt gewijzigd als volgt:
2.
Een uitgevende instelling kan een partij in de bewaarketen verzoeken tot verstrekking van de naam, het adres, in voorkomend geval de unieke identificatiecode voor rechtspersonen, en, indien aanwezig, het e-mailadres van iedere aandeelhouder die door de uitgevende instelling of met haar medewerking uitgegeven effecten met een aandelenkarakter aanhoudt, alsmede het tegoed in zodanige effecten, de categorieën of klassen van de effecten en de datum sinds welke de effecten worden aangehouden.3.
In afwijking van het eerste en het tweede lid kan een uitgevende instelling met zetel in Nederland de verzoeken, bedoeld in het eerste en tweede lid, slechts doen ten aanzien van aandeelhouders die ten minste een tweehonderdste deel van het geplaatste kapitaal van de uitgevende instelling vertegenwoordigen.4.
De partij in de bewaarketen met zetel in Nederland tot wie het verzoek, bedoeld in het eerste of het tweede lid, is gericht verstrekt de verzochte gegevens onverwijld aan de uitgevende instelling, of een door haar aangewezen derde.5.
In afwijking van het vierde lid geleidt de partij in de bewaarketen met zetel in Nederland tot wie het verzoek, bedoeld in het tweede lid, is gericht en die niet of niet volledig over de gevraagde gegevens beschikt, het verzoek telkens onverwijld door aan de partijen in de bewaarketen voor wie zij de effecten met een aandelenkarakter bewaren. Wanneer het verzoek de partijen bereikt die over de verzochte gegevens, of een deel daarvan, beschikken verstrekken die vervolgens de verzochte gegevens onverwijld aan de uitgevende instelling of een door haar aangewezen derde.E
Artikel 49d wordt gewijzigd als volgt:
5.
Partijen in de bewaarketen, de uitgevende instelling of, indien van toepassing, de derde aan wie de uitgevende instelling een volmacht heeft verleend, bewaren de persoonsgegevens, bedoeld in artikel 49b, eerste en tweede lid, niet langer dan twaalf maanden nadat zij ervan op de hoogte zijn geraakt dat de betrokkene niet langer ten minste twee honderdste van het geplaatste kapitaal van de uitgevende instelling vertegenwoordigt.6.
Rechtspersonen hebben het recht om gegevens betreffende hun identiteit die door de uitgevende instelling met zetel in Nederland verkregen zijn naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 49b, eerste en tweede lid, te corrigeren wanneer deze onvolledig of onjuist zijn gebleken.7.
Een partij in de bewaarketen die een verzoek als bedoeld in artikel 49b, eerste of tweede lid, beantwoordt kan niet worden aangesproken voor overtreding van een civielrechtelijk of bestuursrechtelijk beding op grond waarvan geheimhouding van deze gegevens verplicht is.F
Na artikel 49d worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 49da
1.
Een uitgevende instelling met zetel in Nederland verstrekt tijdig en op gestandaardiseerde wijze aan een partij in de bewaarketen de informatie die benodigd is om de aandeelhouders in staat te stellen de rechten uit te oefenen die uit hun effecten met aandelenkarakter voortvloeien en die aan alle houders van de effecten met aandelenkarakter van die soort is gericht, of wanneer die informatie reeds voor de aandeelhouders beschikbaar is op de website van de uitgevende instelling, het bericht met daarin de plaats op de website waar die informatie beschikbaar is.2.
De partij in de bewaarketen met zetel in Nederland die de informatie of het bericht, bedoeld in het eerste lid, heeft ontvangen verstrekt die onverwijld aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde.3.
In afwijking van het tweede lid verstrekt de partij in de bewaarketen met zetel in Nederland die de informatie of het bericht, bedoeld in het eerste lid, niet rechtstreeks aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde kan verstrekken omdat die partij de effecten met aandelenkarakter niet rechtstreeks namens de aandeelhouder bewaart, die informatie of dat bericht onverwijld aan de partijen in die bewaarketen voor wie hij de effecten met een aandelenkarakter bewaart. Wanneer het bericht de partij bereikt die de effecten met een aandelenkarakter bewaart voor de aandeelhouder verstrekt die vervolgens de informatie of het bericht onverwijld aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde.4.
Het eerste tot en met het derde lid zijn niet van toepassing indien de uitgevende instelling met zetel in Nederland de in het eerste lid bedoelde informatie of het bericht rechtstreeks aan alle aandeelhouders of aan door de aandeelhouders aangewezen derden verstrekt.5.
Partijen in de bewaarketen met zetel in Nederland die informatie hebben ontvangen afkomstig van de aandeelhouder met betrekking tot de uitoefening van rechten die voortvloeien uit zijn effecten met aandelenkarakter verstrekken die informatie onverwijld overeenkomstig de aanwijzingen van de aandeelhouder aan de uitgevende instelling.6.
In afwijking van het vijfde lid verstrekt de partij in de bewaarketen met zetel in Nederland die de informatie, bedoeld in het vijfde lid, niet rechtstreeks aan de uitgevende instelling kan verstrekken omdat zij de effecten met aandelenkarakter niet rechtstreeks voor de uitgevende instelling bewaart, de informatie aan de partij in die bewaarketen die voor haar de effecten met aandelenkarakter bewaart. Wanneer de informatie de partij bereikt die de effecten met aandelenkarakter voor de uitgevende instelling bewaart, verstrekt die de informatie vervolgens onverwijld aan de uitgevende instelling.Artikel 49db
1.
Partijen in de bewaarketen met zetel in Nederland faciliteren de uitoefening van de rechten door de aandeelhouder door ten minste:- regelingen te treffen die noodzakelijk zijn om te zorgen dat de aandeelhouder of een door hem aangewezen derde in staat is om deze rechten zelf uit te oefenen; of
- ten behoeve van de aandeelhouder de rechten voortvloeiend uit de effecten met aandelenkarakter uit te oefenen met de uitdrukkelijke machtiging en instructie van de aandeelhouder.
2.
Indien de uitgevende instelling de bevestiging van de geldige registratie en telling van de uitgebrachte stemmen, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, niet rechtstreeks aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde kan verstrekken verstrekt hij die bevestiging aan een partij in de bewaarketen die de bevestiging vervolgens onverwijld aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde verstrekt.3.
Indien een partij in de bewaarketen met zetel in Nederland de bevestiging, bedoeld in het tweede lid, niet rechtstreeks aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde kan verstrekken, geeft hij de bevestiging onverwijld door aan de volgende partijen in die bewaarketen voor wie hij de effecten met een aandelenkarakter bewaart. Wanneer de bevestiging de partij bereikt die de effecten met een aandelenkarakter bewaart voor de aandeelhouder verstrekt die vervolgens de informatie of het bericht onverwijld aan de aandeelhouder of een door de aandeelhouder aangewezen derde.Artikel 49dc
1.
Partijen in de bewaarketen met zetel in Nederland maken voor elke dienst die overeenkomstig dit hoofdstuk wordt aangeboden afzonderlijk de kosten openbaar die in rekening kunnen worden gebracht bij aandeelhouders, vennootschappen of andere partijen in de bewaarketen.2.
De kosten, bedoeld in het eerste lid, zijn niet-discriminatoir en evenredig met de daadwerkelijk gemaakte kosten.G
Artikel 49e wordt gewijzigd als volgt:
1.
Indien een verzoek als bedoeld in artikel 49b, eerste lid, onderdeel a, b of d, of tweede lid en artikel 49da, tweede of derde lid, geheel of gedeeltelijk niet wordt beantwoord, kan de rechtbank binnen wiens arrondissement de partij in de bewaarketen tot wie het verzoek is gericht is gevestigd, op vordering van de uitgevende instelling of een derde aan wie de uitgevende instelling een volmacht heeft verleend degene tot wie het verzoek is gericht bevelen het gedane verzoek na te komen.2.
Indien een verzoek als bedoeld in artikel 49da, vijfde lid en artikel 49db, eerste lid, niet wordt beantwoord, kan de rechtbank binnen wiens arrondissement de partij in de bewaarketen tot wie het verzoek is gericht is gevestigd, op vordering van de aandeelhouder of een derde aan wie de aandeelhouder een volmacht heeft verleend degene tot wie het verzoek is gericht bevelen het gedane verzoek na te komen.Artikel 49da
Artikel 49db
Artikel 49dc
ARTIKEL IV
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd «de Wet giraal effectenverkeer, de artikelen 49b, vierde en vijfde lid, artikel 49da, eerste, tweede, derde en vijfde lid, artikel 49db, eerste, tweede en derde lid en artikel 49dc;».
ARTIKEL V
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.