Besluit van 14 november 2017, houdende verhoging met ingang van het berekeningsjaar 2018 van enige bedragen, genoemd in artikel 2, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget en verlaging van het bedrag, genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Besluit inkomensondersteuning AOW-ers
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 september 2017, nr. 2017-0000155425;
Gelet op de artikelen 3, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 33a, vijfde lid, van de Algemene Ouderdomswet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 oktober 2017, No. W12.17.0334/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 november 2017, nr. 2017-0000161215;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I. WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET
Artikel 2, tweede lid, van de Wet op het kindgebonden budget wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL II. BESLUIT INKOMENSONDERSTEUNING AOW-ERS
Artikel 2 van het Besluit inkomensondersteuning AOW-ers wordt als volgt gewijzigd:
4.
Aan het tweede en derde lid wordt voor het berekeningsjaar 2018 geen toepassing gegeven.5.
Het vierde en dit lid vervallen met ingang van 1 januari 2019.ARTIKEL III. INWERKINGTREDING
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.