Besluit tot wijziging van de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en het Besluit OM-afdoening in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven
De bedragen van de tarieven vermeld in de bijlage bij de Wahv en de bijlagen bij het Besluit OM-afdoening worden jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. Daarnaast wordt een aantal technische wijzigingen doorgevoerd in de Bahv die voortvloeien uit de directe verantwoordelijkheid van de minister voor de inning van administratiefrechtelijke sancties op grond van de artikel II van de Wet USB.
Besluit van 4 december 2017 tot wijziging van de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, het Besluit buitengebruikstelling voertuigen, het Besluit OM-afdoening en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met onder meer de jaarlijkse indexering van de tarieven
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, gedaan mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 9 november 2017, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2149195;
Gelet op de artikelen 2, vijfde lid, 29, vierde lid, en 35 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, artikel 2, tweede lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en de artikelen 257b en 257ba van het Wetboek van Strafvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 22 november 2017, nr. W16.17.0367/II;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie en Veiligheid, uitgebracht mede namens Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 28 november 2017, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2160643;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, komt te luiden:
ARTIKEL II
Het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 wordt als volgt gewijzigd:
A
Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt vervalt onderdeel f in artikel 1, eerste lid.
B
Het opschrift van paragraaf 3 komt te luiden: § 3. De betaling.
C
In artikel 4 wordt «het Centraal Justitieel Incassobureau» telkens vervangen door: Onze Minister.
D
Artikel 5 vervalt.
E
In artikel 6 wordt «uitgereikt» vervangen door «ter beschikking gesteld».
F
Artikel 8 komt te luiden:
Artikel 8
1.
Onze Minister draagt zorg voor de opening van een of meer afzonderlijke bankrekeningen welke uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van gelden, voortvloeiend uit het gebruik van de bevoegdheid tot het opleggen van de administratieve sancties.2.
Onze Minister is belast met het beheer van de in het eerste lid bedoelde bankrekeningen en de in verband daarmee te voeren administratie.G
In artikel 9, derde lid, wordt «het Centraal Justitieel Incassobureau» vervangen door: Onze Minister.
H
In artikel 10 wordt «de directeur van het Centraal Justitieel Incassobureau» vervangen door: Onze Minister.
I
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.Artikel 8
Artikel 14
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.
ARTIKEL III
Het Besluit OM-afdoening wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage I, bedoeld in artikel 3.3 van het Besluit OM-afdoening, komt te luiden:
B
Bijlage II, bedoeld in artikel 4.3 van het Besluit OM-afdoening, komt te luiden:
ARTIKEL IV
In artikel 4, eerste lid, van het Besluit buitengebruikstelling voertuigen wordt «de officier van justitie» vervangen door: Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
ARTIKEL V
Artikel 4, tweede lid, van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, wordt als volgt gewijzigd:
- de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;.
ARTIKEL VI
Artikel I heeft geen gevolgen voor gedragingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit hebben plaatsgevonden.
ARTIKEL VII
Wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming ter vereenvoudiging van stemmen vanuit het buitenland en verlenging van de mogelijkheid tot experimenteren
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Kieswet en de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming te wijzigingen in verband met enkele maatregelen om het stemmen voor kiezers in het buitenland te vereenvoudigen en tot verlenging van de periode om te kunnen experimenteren met stembiljetten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel M 6 wordt gewijzigd als volgt:
2.
De stukken, bedoeld in het eerste lid, worden aan de personen, bedoeld in artikel M 1, eerste lid, uiterlijk twaalf weken voor de dag van de stemming en aan de personen, bedoeld in artikel M 1, tweede lid, zo spoedig mogelijk toegezonden, behoudens het stembiljet, dat aan alle personen, bedoeld in artikel M 1, zo spoedig mogelijk wordt toegezonden».B
Artikel M 7 wordt als volgt gewijzigd:
- In de eerste volzin wordt «de bijbehorende retourenveloppe» vervangen door: «de toegestuurde retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe;
- In de tweede volzin wordt «de retourenveloppe» vervangen door «de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe» en wordt «voldoende is gefrankeerd» vervangen door:, indien deze per post wordt geretourneerd, is gefrankeerd.
- Er wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe persoonlijk wordt afgegeven, houdt degene die ten behoeve van het briefstembureau de enveloppe in ontvangst neemt, daarvan aantekening op de enveloppe door daarop de datum en het tijdstip van ontvangst en een handtekening te plaatsen.
6.
Indien de retourenveloppe, bedoeld in artikel M 6, eerste lid, onderdeel b, of een andere retourenveloppe is geadresseerd aan de burgemeester van ’s-Gravenhage, kan de kiezer de enveloppe doen toekomen aan het hoofd van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland. Het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging draagt er zorg voor dat de enveloppe na ontvangst terstond wordt doorgezonden naar de burgemeester van ’s-Gravenhage.C
Artikel M 8 wordt als volgt gewijzigd:
- In de tweede volzin wordt «niet voldoende zijn gefrankeerd» vervangen door «, als die per post is geretourneerd , niet zijn gefrankeerd».
- De derde volzin vervalt.
D
Artikel M 9 wordt als volgt gewijzigd:
6.
Artikel J 17, eerste lid, is niet van toepassing.E
Onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid vervalt artikel M 10, tweede lid.
F
Het opschrift van § 3. van hoofdstuk M van Afdeling II komt te luiden:
G
Artikel M 13 wordt als volgt gewijzigd:
5.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, in overeenstemming met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente, een gemeente aanwijzen waar een briefstembureau wordt ingesteld. De burgemeester van de aangewezen gemeente draagt zorg voor de inrichting van het briefstembureau en wijst zo nodig personen aan die het briefstembureau ten dienste worden gesteld.H
Artikel M 14 vervalt.
I
Artikel M 16 wordt gewijzigd als volgt:
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de werkwijze van briefstembureaus in het buitenland.J
Artikel M 17 wordt gewijzigd als volgt:
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel J 35, zijn de kiezers bevoegd in het briefstembureau te vertoeven, tenzij dit als gevolg van bepaalde omstandigheden in het betreffende land naar het oordeel van Onze Minister van Buitenlandse Zaken dan wel Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties danwel Onze Minister van Defensie onmogelijk is. Van deze onmogelijkheid en de omstandigheden die daartoe hebben geleid, wordt melding gemaakt in het proces-verbaal.K
Artikel N 16, eerste lid, komt te luiden:
1.
Bij het briefstembureau wordt, nadat aan artikel N 1, tweede lid, toepassing is gegeven, de retourenveloppen, bedoeld in artikel M 11, alsmede de ingeleverde briefstembewijzen, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld.L
Artikel N 18 wordt als volgt gewijzigd:
1.
De leden van een briefstembureau als bedoeld in artikel M 9 of M 13, vijfde lid, kunnen zich, voor wat betreft de briefstembureaus als bedoeld in artikel M 9 in afwijking van artikel N 5, doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door personen, daartoe aangewezen door de burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage respectievelijk de burgemeester en wethouders van de aangewezen gemeente.M
In de artikelen N 19 en N 21 wordt «briefstembureaus buiten Nederland» telkens vervangen door «briefstembureaus als bedoeld in artikel M 13».
N
Artikel N 20 wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL II
De Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.