Wet van 15 juni 2022 tot wijziging van de Kieswet in verband met de aanpassing van de procedure voor de vaststelling van verkiezingsuitslagen alsmede regeling van enkele andere onderwerpen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES (Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de procedure voor de vaststelling van de uitslag van verkiezingen van vertegenwoordigende organen in de Kieswet te wijzigen ter bevordering van de transparantie van die procedure en correctie van onjuistheden in de stemopneming of de vaststelling van de verkiezingsuitslag, alsmede diverse andere wijzigingen en technische verbeteringen aan te brengen in die wet, de Waterschapswet, de Mediawet 2008 en de Mediawet BES;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel A 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
De Kiesraad is tevens belast met het verzamelen van de uitslagen van de op basis van deze wet gehouden verkiezingen en het op een algemeen toegankelijke wijze ontsluiten daarvan, alsmede met de overige in deze wet aan hem opgedragen taken.B
In artikel B 5, tweede lid, wordt «Onze Minister van Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
C
In artikel C 1, tweede lid, wordt «op de donderdag» vervangen door «op de woensdag» en wordt «de periode van 23 tot en met 29 maart» vervangen door «de periode van 29 maart tot en met 4 april».
D
Artikel C 2 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel C 3 wordt als volgt gewijzigd:
F
In artikel C 4, tweede lid, wordt «de donderdag in de periode van 23 tot en met 29 maart» vervangen door «de woensdag in de periode van 29 maart tot en met 4 april».
G
Het opschrift van paragraaf 2 van hoofdstuk E komt te luiden:
H
Aan artikel E 3, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: «Ieder stembureau heeft een nummer.»
I
Artikel E 4, tweede lid, komt te luiden:
2.
Als lid of plaatsvervangend lid van het stembureau kan worden benoemd degene die op de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en, na het volgen van een training, naar het oordeel van burgemeester en wethouders over voldoende kennis en vaardigheden beschikt op het terrein van het verkiezingsproces, met uitzondering van degene:- die op de dag van de kandidaatstelling bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak van het kiesrecht is ontzet;
- die lid of plaatsvervangend lid is van het gemeentelijk stembureau, hoofdstembureau of centraal stembureau voor de desbetreffende verkiezing;
- die als lid van een stembureau bij een vorige verkiezing heeft gehandeld of een handeling heeft nagelaten in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde;
- die kandidaat is voor de verkiezing in de betreffende kieskring;
- die gekozen lid is van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden.
J
In hoofdstuk E, paragraaf 2, wordt na artikel E 4 een tweetal artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel E 5
1.
Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage stellen voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een briefstembureau in de gemeente in.2.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt bij de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een briefstembureau in.3.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan, in overeenstemming met burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente, voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer een gemeente aanwijzen waar door burgemeester en wethouders ook een briefstembureau wordt ingesteld.4.
Een briefstembureau bestaat uit een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen aantal leden, van wie er één voorzitter is.Artikel E 6
1.
Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage respectievelijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties respectievelijk burgemeester en wethouders van de aangewezen gemeente benoemen tijdig voor elke verkiezing van de leden van de Tweede Kamer de leden van het briefstembureau en een voldoend aantal plaatsvervangende leden.2.
Artikel E 4, tweede tot en met vierde lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:- in het tweede lid in plaats van onderdeel b wordt gelezen: die lid of plaatsvervangend lid is van het nationaal briefstembureau of centraal stembureau voor de desbetreffende verkiezing.
- de bevoegdheden van burgemeester en wethouders ten aanzien van een briefstembureau als bedoeld in artikel E 5, tweede lid, toekomen aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
K
De paragrafen 3 en 4 van hoofdstuk E komen te luiden:
Ka
Aan hoofdstuk E wordt een paragraaf toegevoegd, luidende:
L
In artikel F 1, derde lid, wordt «wordt bekend gemaakt» vervangen door «wordt bekendgemaakt».
M
Artikel G 1 wordt als volgt gewijzigd:
Ma
In artikel G 1a, zesde lid, wordt «Bij ministeriële regeling» vervangen door «Bij algemene maatregel van bestuur».
N
Artikel G 2 wordt als volgt gewijzigd:
O
Artikel G 2a wordt als volgt gewijzigd:
P
Artikel G 3 wordt als volgt gewijzigd:
Q
In artikel G 6, tweede lid, wordt «de registers waarin de aanduidingen voor politieke groeperingen worden vermeld» vervangen door «het verzoek om registratie van een aanduiding».
R
In artikel H 7, tweede lid, wordt «eenzelfde kandidaat» vervangen door «een kandidaat» en wordt «welke voor eenzelfde kieskring» vervangen door «die voor eenzelfde kieskring».
S en T
[vervallen]
U
In de artikelen H 12, derde lid, en H 13, derde lid, vervalt in de eerste volzin telkens «voor elke kieskring» en wordt in de tweede volzin «een bewijs» telkens vervangen door «het bewijs».
V
Artikel I 1 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Indien zich bij het onderzoek van een kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten een geval voordoet, bedoeld in artikel H 7, derde lid, meldt het centraal stembureau dit onverwijld aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de provinciale staten van de provincie waarvan de betrokkene ingezetene is. Ontvangt laatstbedoeld centraal stembureau betreffende één persoon twee of meer meldingen als vorenbedoeld, dan stelt het de centraal stembureaus waarvan het deze meldingen heeft ontvangen daarvan in kennis.3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de leden van het algemeen bestuur en van de gemeenteraad.W
Artikel I 2 wordt als volgt gewijzigd:
X
Artikel I 3 wordt als volgt gewijzigd:
Y
In artikel I 4 wordt «Op de laatste dag van» vervangen door «Op de dag na» en wordt «zestien uur» vervangen door «zeventien uur».
Z
In artikel I 8, eerste lid, wordt na «deze» ingevoegd «persoon, dan wel een persoon als bedoeld in artikel H 5,».
AA
In artikel I 14, tweede lid, wordt in de eerste volzin «voor de gevallen, bedoeld in artikel H 4, achtste lid, onderdelen a en b» vervangen door «voor de gevallen, bedoeld in artikel H 4, achtste lid, onderdelen a, b en c» en wordt in de tweede volzin «In het geval» vervangen door «In de gevallen, bedoeld in artikel H 4, achtste lid, onderdelen a en b,».
BB
In artikel I 15 vervalt het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
CC
Artikel I 18 wordt als volgt gewijzigd:
DD
Artikel J 1 wordt als volgt gewijzigd:
EE
Artikel J 4a wordt als volgt gewijzigd:
EEa
Artikel J 7 komt te luiden:
Artikel J 7
1.
Daags na de dag van de kandidaatstelling stelt de burgemeester ten behoeve van het personaliseren van de stempassen de gegevens vast van de personen die op de dag van de kandidaatstelling in de gemeente als kiezer zijn geregistreerd en bevoegd zijn om aan de stemming deel te nemen.2.
Ten minste veertien dagen voor de dag van de stemming ontvangt elke kiezer, bedoeld in het eerste lid, van de burgemeester van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd een stempas. Op de stempas wordt een volgnummer vermeld.3.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt bij ministeriële regeling een model vast voor de stempas.4.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan de gemeente de informatie nodig voor het produceren van de stempas.5.
Artikel 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming is niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens de eerste volzin van dit artikel.FF
In artikel J 12, vijfde lid, wordt «aanwezige kiezers» vervangen door «aanwezige personen».
GG
In artikel J 16, vierde lid, wordt «de kiezers» vervangen door «de in het stemlokaal aanwezige personen».
HH
Artikel J 35 wordt als volgt gewijzigd:
II
In artikel K 3 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:
2.
De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.JJ
Aan artikel K 4, vierde lid, wordt een zin toegevoegd: «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan de gemeente de informatie nodig voor het produceren van de kiezerspas.»
JJa
Artikel K 6, derde lid, vervalt.
KK
In artikel K 11, tweede lid, wordt «Artikel J 25, tweede tot en met tiende lid» vervangen door «Artikel J 25, tweede tot en met vierde lid, en zesde tot en met tiende lid».
LL
Aan artikel L 8, vierde lid, wordt een zin toegevoegd: «Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt tijdig voor de verkiezing aan de gemeente de informatie nodig voor het produceren van de verklaring.»
MM
[vervallen]
NN
Artikel M 1 wordt als volgt gewijzigd:
OO
(vervallen)
PP
In artikel M 3 wordt onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid een lid ingevoegd, luidende:
2.
De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.In artikel M 4, vierde lid, wordt «de persoon» vervangen door «de verzoeker».
QQa
In artikel M 6, eerste lid, onder b, wordt «kandidatenlijsten» vervangen door «kandidaten, geordend per lijst».
QQb
In artikel M 6b, derde lid, komt de tweede zin te luiden: De kiezer legt bij zijn verzoek een kopie over van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen identiteitsdocument.
RR t/m TT
[vervallen]
UU
Artikel M 7 wordt als volgt gewijzigd:
5.
Vervolgens doet hij het briefstembewijs, de kopie van het identiteitsdocument, indien van toepassing de verklaring vanwege de Nederlandse openbare dienst, en de enveloppe met het stembiljet in de toegestuurde retourenveloppe of een andere retourenveloppe en retourneert hij deze gesloten.6.
Een kiezer kan de retourenveloppe per post of in persoon doen toekomen aan de burgemeester van ‘s-Gravenhage, onverminderd het zevende lid.- Indien deze per post wordt geretourneerd, draagt de kiezer er zorg voor dat de retourenveloppe, is gefrankeerd.
- Indien de retourenveloppe persoonlijk wordt afgegeven, houdt degene die de retourenveloppe ten behoeve van de burgemeester in ontvangst neemt, daarvan aantekening door in ieder geval op de retourenveloppe de datum en het tijdstip van ontvangst en zijn handtekening te plaatsen.
7.
De kiezer kan de toegestuurde retourenveloppe of een andere retourenveloppe ook per post of in persoon doen toekomen aan het hoofd van een diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van Nederland in het buitenland. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing. Het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging draagt er zorg voor dat de retourenveloppe na ontvangst onverwijld wordt doorgezonden naar de burgemeester van ’s-Gravenhage. Daarbij draagt hij er zorg voor dat de retourenveloppen die uiterlijk op de vijfde dag voor de dag van de stemming om tien uur lokale tijd in zijn bezit zijn, tijdig in het bezit zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.VV
[vervallen]
WW
Het opschrift van paragraaf 2 van hoofdstuk M komt te luiden:
XX
Artikel M 8 wordt als volgt gewijzigd:
2.
De burgemeester draagt er zorg voor dat de tijdig binnengekomen retourenveloppen, die, als die per post zijn geretourneerd, zijn gefrankeerd, uiterlijk op de dag van de stemming om eenentwintig uur ongeopend overhandigd worden aan de voorzitter van het briefstembureau, bedoeld in artikel E 5, eerste lid.YY
Artikel M 9 komt te luiden:
Artikel M 9
1.
De retourenveloppe, bedoeld in artikel M 7, zevende lid, dient uiterlijk op de vijfde dag na de dag van de stemming om zeventien uur Nederlandse tijd in het bezit te zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.2.
De burgemeester draagt er zorg voor dat de tijdig binnengekomen retourenveloppen, zo spoedig mogelijk maar uiterlijk op de vijfde dag na de dag van de stemming om eenentwintig uur ongeopend overhandigd worden aan de voorzitter van het briefstembureau, bedoeld in artikel E 5, eerste lid.3.
Artikel M 8, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.ZZ
De artikelen M 10, M 11, M 13, M 16 en M 17 vervallen.
AAA
Paragraaf 3 van hoofdstuk M komt te luiden:
BBB
De opschriften van hoofdstuk N en de eerste paragraaf van hoofdstuk N komen te luiden:
BBBa
In hoofdstuk N wordt onder vernummering van artikel N 1 tot artikel N 1a een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel N 1
1.
Burgemeester en wethouders kunnen voor een verkiezing besluiten dat de vaststelling van het aantal stemmen dat op iedere kandidaat van een lijst is uitgebracht geschiedt door het gemeentelijk stembureau.2.
Het in het eerste lid bedoelde besluit tot het houden van een centrale stemopneming wordt uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling voor een verkiezing bekendgemaakt.CCC
Artikel N 1a, tweede lid, (nieuw) komt te luiden:
2.
De voorzitter deelt de aantallen mee aan de aanwezige personen.DDD
In artikel N 2, tweede lid, wordt «en het nummer van het stembureau» vervangen door «, het nummer van het stembureau alsook een beschrijving van de inhoud».
EEE
In artikel N 5 wordt «bij deze werkzaamheden» vervangen door «bij hun werkzaamheden».
EEEa
Aan artikel N 6 worden twee leden toegevoegd, luidende:
4.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing als er een centrale stemopneming plaatsvindt.5.
De aantallen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, worden in het proces-verbaal vermeld.FFF
Artikel N 8 wordt als volgt gewijzigd:
GGG
Artikel N 8a wordt als volgt gewijzigd:
2.
Onmiddellijk nadat de stemmen zijn opgenomen, stelt de voorzitter de aanwezige personen in kennis van die aantallen en de aantallen bedoeld in artikel N 6.3.
Door de aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht. De bezwaren, alsmede de reactie van het stembureau daarop, worden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau vermeld.HHH
Artikel N 9 komt te luiden:
Artikel N 9
1.
Het stembureau doet in pakken:- de stembiljetten met een blanco stem;
- de stembiljetten met een ongeldige stem.
2.
Elk pak wordt verzegeld en voorzien van:- de naam van de gemeente;
- het nummer van het stembureau; en
- een beschrijving van de inhoud.
3.
Daarna worden de stembiljetten met een geldige stem op een kandidaat, lijstgewijs gerangschikt, in een of meer pakken gedaan. Het tweede lid is van toepassing.III
In artikel N 10, eerste lid, vervalt «, in artikel N 9 vermeld,» alsmede de tweede en derde zin.
JJJ
De artikelen N 11 en N 12 komen te luiden:
Artikel N 11
1.
Na zich ervan overtuigd te hebben dat de transportbox leeg is, doet het stembureau de pakken, bedoeld in de artikelen N 2 en N 9, in de transportbox. De transportbox wordt voorzien van de naam van de gemeente, het nummer van het stembureau en een aanduiding van de verkiezing. Daarna wordt de transportbox op slot gedaan en verzegeld.2.
Het stembureau bewaart de sleutel van de transportbox en zijn proces-verbaal in een enveloppe, die het eveneens verzegelt. Op deze enveloppe wordt de naam van de gemeente, het nummer van het stembureau en een aanduiding van de verkiezing vermeld.3.
Het stembureau draagt de transportbox en de enveloppe zo spoedig mogelijk over aan de burgemeester. Tot aan die overdracht draagt het stembureau er zorg voor dat de zegels op de transportbox en de enveloppe niet worden verbroken.Artikel N 12
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de transportbox, het vervoer en de opslag van de stembescheiden, het proces-verbaal van het stembureau alsmede over de overdracht van de transportbox en enveloppe.KKK
Artikel N 13 vervalt.
LLL
Paragraaf 2 van hoofdstuk N vervalt.
MMM
Paragraaf 2 van hoofdstuk N komt te luiden:
NNN
Er wordt een tweetal paragrafen toegevoegd, luidende:
NNNa
Na hoofdstuk N wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
OOO
Hoofdstuk O komt te luiden:
PPP
Artikel P 1 komt te luiden:
Artikel P 1
Onverwijld nadat het centraal stembureau het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau dan wel een hoofdstembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitslag van de verkiezing.QQQ
Na artikel P 1a worden negen artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel P 1b
1.
Eenieder kan schriftelijk bij het centraal stembureau een onderbouwde melding maken van een vermeende fout in het proces-verbaal van een stembureau of gemeentelijk stembureau.2.
Indien een gemeentelijk stembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming kan een melding, bedoeld in het eerste lid, ook betrekking hebben op een vermeende fout in het daarmee gegenereerde digitale bestand.3.
De melding dient uiterlijk achtenveertig uur voorafgaand aan de zitting, bedoeld in artikel P 20, tweede lid, door het centraal stembureau te zijn ontvangen.Artikel P 1c
1.
Indien een gemeentelijk stembureau gebruik heeft gemaakt van programmatuur ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming, controleert het centraal stembureau of het digitale bestand, bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, overeenkomstig de daaraan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen is verstrekt.2.
Indien het centraal stembureau constateert dat het bestand, bedoeld in het eerste lid, niet overeenkomstig de gestelde eisen is verstrekt, verzoekt het de burgemeester die het betreft daarvoor alsnog onverwijld zorg te dragen.Artikel P 1d
1.
Het centraal stembureau controleert de uitkomsten in de processen-verbaal van de gemeentelijk stembureaus.2.
Indien burgemeester en wethouders niet hebben besloten dat bij de verkiezing een centrale stemopneming plaatsvindt als bedoeld in artikel N 1, controleert het centraal stembureau tevens de uitkomsten in de processen-verbaal van de binnen die gemeente gelegen stembureaus.3.
Indien het centraal stembureau een digitaal bestand als bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, heeft ontvangen, controleert het of de in dit bestand vermelde uitkomsten overeenkomen met de uitkomsten zoals vastgesteld in de bijbehorende papieren processen-verbaal.4.
Het centraal stembureau maakt voor de controles, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, gebruik van een door de Kiesraad op te stellen protocol. De Kiesraad maakt dit protocol voor een verkiezing uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.5.
Het centraal stembureau controleert voorts de juistheid van de uitkomsten in de processen-verbaal en, indien van toepassing, het digitale bestand, bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, naar aanleiding van meldingen, bedoeld in artikel P 1b.Artikel P 1e
1.
Indien het centraal stembureau naar aanleiding van de controle, bedoeld in artikel P 1d, het vermoeden heeft dat een gemeentelijk stembureau een of meer fouten heeft gemaakt bij de stemopneming of de vaststelling van de uitkomst van de stemming, draagt het centraal stembureau het gemeentelijk stembureau op de vermeende fouten nader te onderzoeken en daartoe, zo nodig, over te gaan tot een nieuwe opneming van de stembescheiden, dan wel een deel daarvan, ten aanzien van een of meer stembureaus.2.
Het gemeentelijk stembureau verricht zijn werkzaamheden in een openbare zitting. Dag en uur van de zitting alsmede de locatie worden door de burgemeester vastgesteld en tijdig bekendgemaakt.3.
Een nieuwe opneming van stembescheiden vindt plaats met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald ten aanzien van het gemeentelijk stembureau, met dien verstande dat artikel Na 14 van overeenkomstige toepassing is op het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau.4.
Indien het gemeentelijk stembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming in een gemeente brengt het de inhoud van het daarmee gegenereerde digitale bestand in overeenstemming met zijn proces-verbaal en, indien van toepassing, de processen-verbaal van de stembureaus met inachtneming van de correcties zoals deze in de corrigenda zijn opgenomen.5.
Indien er een gecombineerde stemming als bedoeld in artikel J 6 of J 6a van de Kieswet heeft plaatsgevonden, stelt het centraal stembureau het centraal stembureau voor de andere verkiezing onverwijld in kennis van een beslissing als bedoeld in het eerste lid.6.
Omtrent het nader onderzoek door het gemeentelijk stembureau kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld.7.
Bij ministeriële regeling wordt voor het corrigendum bij het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau een model vastgesteld.Artikel P 1f
1.
Tenzij het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, het algemeen bestuur of provinciale staten van een provincie die één kieskring vormt, stelt het centraal stembureau een corrigendum vast bij het proces-verbaal van een hoofdstembureau indien het nader onderzoek door een gemeentelijk stembureau, bedoeld in artikel P 1e, leidt tot een corrigendum bij het proces-verbaal van dat gemeentelijk stembureau.2.
De in het corrigendum vastgelegde aantallen treden in de plaats van de aantallen zoals deze eerder door het hoofdstembureau in zijn proces-verbaal zijn opgenomen.3.
Het corrigendum wordt ondertekend door de voorzitter van het centraal stembureau.4.
Op het proces-verbaal van het hoofdstembureau wordt op een bij algemene maatregel van bestuur te regelen wijze aantekening gemaakt van het bestaan van het corrigendum.5.
Indien het hoofdstembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de uitkomst van de stemming in een kieskring brengt het centraal stembureau de inhoud van het daarmee gegenereerde digitale bestand in overeenstemming met de processen-verbaal van het gemeentelijk stembureau en het hoofdstembureau met inachtneming van de correcties zoals deze in de corrigenda zijn opgenomen. Artikel O 6 is van overeenkomstige toepassing.6.
Bij ministeriële regeling wordt voor het corrigendum bij het proces-verbaal van het hoofdstembureau een model vastgesteld.Artikel P 1g
1.
Van een proces-verbaal met een in artikel P 1ea, vierde lid, bedoelde aantekening wordt zo spoedig mogelijk een afschrift verstrekt aan het hoofdstembureau.2.
Indien het centraal stembureau gebruik heeft gemaakt van de in artikel P 1ea, vijfde lid, bedoelde bevoegdheid wordt tevens het gecorrigeerde digitale bestand verstrekt aan het hoofdstembureau.3.
De artikelen O 8 en O 9 zijn van toepassing.Artikel P 1h
1.
De artikelen P 1b tot en met P 1d, eerste, derde tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het proces-verbaal van een hoofdstembureau en een digitaal bestand als bedoeld in artikel O 10, tweede lid.2.
Indien het centraal stembureau naar aanleiding van de controle, bedoeld in artikel P 1d, een vermoeden heeft dat een hoofdstembureau een of meer fouten heeft gemaakt bij de vaststelling van de uitkomst van de stemming, zijn de artikelen P 1f en P 1g van overeenkomstige toepassing.Artikel P 1i
1.
De artikelen P 1b, P 1d en P 1e, eerste, tweede, zesde en zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing op de processen-verbaal van briefstembureaus, met dien verstande dat ten aanzien van de briefstembureaus in Aruba, Curaçao en Sint Maarten de aan de burgemeester opgedragen taken worden verricht door de vertegenwoordiger van Nederland in het betreffende land.2.
Een nieuwe opneming van stembescheiden vindt plaats met inachtneming van hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald ten aanzien van het briefstembureau, met dien verstande dat artikel Na 14 van overeenkomstige toepassing is.3.
De artikelen P 1f en P 1g zijn van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing in die bepaling wordt gelezen in plaats van:- «gemeentelijk stembureau»: briefstembureau;
- «hoofdstembureau»: nationaal briefstembureau;
- «artikelen O 4 en O 5»: artikelen O 22 en O 23;
- «artikel O 5»: artikel O23.
Artikel P 1j
1.
De artikelen P 1b tot en met P 1d, eerste, derde tot en met vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op het proces-verbaal van het nationaal briefstembureau en het digitale bestand, bedoeld in artikel O 22, derde lid.2.
Indien het centraal stembureau naar aanleiding van de controle, bedoeld in artikel P 1d, het vermoeden heeft dat het nationaal briefstembureau een of meer fouten heeft gemaakt bij de vaststelling van de uitkomst van de stemming, is artikel P 1i, vierde lid, van overeenkomstige toepassing.RRR
Artikel P 20 wordt als volgt gewijzigd:
1.
Het centraal stembureau stelt de uitslag van de verkiezing zo spoedig mogelijk vast doch niet eerder dan de achtste dag nadat de stemming heeft plaatsgevonden. Het centraal stembureau stelt tevens vast:- het aantal blanco stemmen;
- het aantal ongeldige stemmen;
- het aantal geldige stempassen;
- het aantal geldige kiezerspassen;
- het aantal geldige volmachtbewijzen;
- het aantal geldige briefstembewijzen;
- de som van de aantallen bedoeld onder c, d, e en f;
- het aantal kiesgerechtigden; en
- het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld. Voor zover mogelijk geeft het centraal stembureau hiervoor een verklaring.
RRRa
Na artikel P 20 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel P 20a
1.
Indien het centraal stembureau programmatuur gebruikt ten behoeve van de vaststelling van de aantallen, bedoeld in artikel P 20, eerste lid, controleert het de met deze programmatuur vastgestelde uitslag van de verkiezing aan de hand van een door de Kiesraad op te stellen protocol.2.
De Kiesraad maakt het protocol, bedoeld in het eerste lid, uiterlijk op de dag van de kandidaatstelling in de Staatscourant bekend.SSS
Artikel P 21 komt te luiden:
Artikel P 21
1.
Indien een ernstig vermoeden bestaat dat een of meer gemeentelijk stembureaus of briefstembureaus bij de stemopneming zodanige fouten hebben gemaakt dat die van invloed kunnen zijn op de zetelverdeling, kan het centraal stembureau op de in artikel P 20 bedoelde zitting, voordat de uitslag van de verkiezing bekend wordt gemaakt, hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een onderbouwd verzoek van een of meer personen, besluiten over te gaan tot een nieuwe opneming van stembiljetten, zowel uit alle als uit een of meer stembureaus of briefstembureaus.2.
Een nieuwe stemopneming als bedoeld in het eerste lid, wordt onder mandaat en machtiging van het centraal stembureau in het openbaar uitgevoerd door het gemeentelijk stembureau of het briefstembureau dat de stemmen eerder heeft opgenomen.3.
De burgemeester dan wel de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Sint Maarten of Curaçao wijst een of meer geschikte locaties aan voor de nieuwe stemopneming en de vaststelling en bekendmaking van de uitkomsten van deze stemopneming. Voorts wordt vastgesteld op welke dag en op welk tijdstip de nieuwe stemopneming aanvangt. Het besluit hieromtrent wordt onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt.4.
Indien de nieuwe stemopneming wordt uitgevoerd door een gemeentelijk stembureau zijn de artikelen P 1e, derde tot en met zevende lid, P 1f en P 1g van overeenkomstige toepassing.5.
Indien de nieuwe stemopneming wordt uitgevoerd door een briefstembureau, is artikel P 1i, tweede tot en met vierde lid, van overeenkomstige toepassing.6.
Indien bij een gecombineerde stemming als bedoeld in artikel J 6 of J 6a van de Kieswet een nieuwe stemopneming plaatsvindt, geschiedt deze mede in aanwezigheid van het centraal stembureau voor de andere verkiezing. Het centraal stembureau dat mede aanwezig is bij de nieuwe stemopneming doet daarvan verslag aan het vertegenwoordigend orgaan waarvoor het de verkiezingsuitslag vaststelt of heeft vastgesteld.7.
Omtrent de nieuwe stemopneming kunnen bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld.TTT
Artikel P 22, eerste lid, tweede zin, komt te luiden:
In dit proces-verbaal wordt vermeld:- de uitslag van de verkiezing, die voor iedere kieskring herleidbaar is;
- het aantal stemmen dat op elke kandidaat is uitgebracht en het stemcijfer van elke lijst;
- de ontvangen meldingen als bedoeld in artikel P 1b, eerste lid, en hoe daarmee is omgegaan; en
- de mondeling ingebrachte bezwaren alsmede de reactie van het centraal stembureau daarop.
UUU
Artikel P 23 komt te luiden:
Artikel P 23
1.
Het centraal stembureau maakt zijn proces-verbaal, met weglating van de ondertekening, onverwijld op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.2.
Het centraal stembureau legt voorts onverwijld een afschrift van zijn proces-verbaal voor eenieder ter inzage totdat over de toelating van de gekozenen is beslist.3.
Indien het centraal stembureau programmatuur heeft gebruikt ten behoeve van de berekening van de uitslag van de verkiezing, maakt het tevens het digitale bestand op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar.4.
Indien het betreft de verkiezing van de leden van de gemeenteraad, de provinciale staten of het algemeen bestuur, verstrekt het centraal stembureau zo spoedig mogelijk de digitale bestanden dan wel, indien het centraal stembureau geen gebruik heeft gemaakt van programmatuur ten behoeve van de berekening van de uitslag van de verkiezing, een afschrift van zijn proces-verbaal aan de Kiesraad.5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de elektronische openbaarmaking van het proces-verbaal en de digitale bestanden.VVV
Artikel P 24 komt te luiden:
Artikel P 24
1.
Het centraal stembureau doet aan het vertegenwoordigend orgaan toekomen:- een afschrift van zijn proces-verbaal; en
- de processen-verbaal van de gemeentelijk stembureaus.
2.
Indien het centraal stembureau over de navolgende bescheiden beschikt, doet het deze eveneens toekomen aan het vertegenwoordigend orgaan:- het proces-verbaal van het nationaal briefstembureau;
- de processen-verbaal van de briefstembureaus;
- de processen-verbaal van de hoofdstembureaus;
- de processen-verbaal van de stembureaus; en
- de corrigenda bij de bovengenoemde processen-verbaal.
WWW
De artikelen P 25 en P 26 vervallen.
XXX
(vervallen)
YYY
Artikel Q 6 wordt als volgt gewijzigd:
ZZZ
Artikel R 5 wordt als volgt gewijzigd:
1.
De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat tijdens de zittingsperiode van de Eerste Kamer waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken.AAAA
Artikel R 7 wordt als volgt gewijzigd:
BBBB
In artikel R 9, eerste lid, wordt «V 3, eerste en derde lid,» vervangen door «V 3» en wordt aan het slot een volzin toegevoegd, luidende: Indien de kandidaat woonachtig is in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is de gemachtigde met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste lid, en W 2, eerste lid, onder f.
CCCC
[vervallen]
DDDD
Na artikel S 1 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende
Artikel S 1a
Onmiddellijk nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze voor een ieder ter inzage gelegd bij het centraal stembureau.EEEE
In artikel S 2 wordt «kondigt vooraf dag en uur van de zitting in de Staatscourant aan» vervangen door «doet van de dag, het uur en de plaats van de openbare zitting tijdig mededeling in de Staatscourant».
FFFF
In artikel S 4, eerste lid, wordt onder vernummering van de onderdelen d tot en met f in e tot en met g een onderdeel ingevoegd:
GGGG
In artikel S 6, eerste lid, wordt na «deze» ingevoegd «persoon, dan wel een persoon als bedoeld in artikel R 3,».
HHHH
Artikel S 7 wordt als volgt gewijzigd:
IIII
In artikel T 11, vierde lid, wordt «voor een ieder» vervangen door «voor eenieder».
JJJJ
Artikel U 2 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Als het inwonertal van een provincie geldt het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt.3.
Indien, in geval van ontbinding van de Eerste Kamer, de inwonertallen van de provincies per 1 januari van het jaar waarin de verkiezing plaatsvindt drie weken voor de dag van de kandidaatstelling nog niet openbaar zijn gemaakt, geldt als inwonertal van een provincie het inwonertal volgens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per de eerste dag van de vierde maand voorafgaande aan de maand waarin de kandidaatstelling plaatsvindt.KKKK
In artikel V 3, tweede lid, wordt na «datum en plaats van de geboorte,» ingevoegd «kiesgerechtigdheid, ».
LLLL
Artikel V 4, vierde en vijfde lid, vervalt.
MMMM
Na artikel V 4 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel V 4a
1.
Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, de provinciale staten, het algemeen bestuur en de gemeenteraad kan het vertegenwoordigend orgaan ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in artikel V 4, eerste lid, besluiten tot een nieuwe opneming van de stembiljetten, zowel uit alle als uit een of meer stembureaus of briefstembureaus.2.
Een nieuwe stemopneming als bedoeld in het eerste lid, wordt onder verantwoordelijkheid van het vertegenwoordigend orgaan in het openbaar uitgevoerd door de gemeentelijk stembureaus of briefstembureaus die de stemmen eerder hebben opgenomen.3.
Voor zover bij een gecombineerde stemming als bedoeld in artikel J 6a van de Kieswet een vertegenwoordigend orgaan tot een nieuwe stemopneming besluit, geschiedt deze mede in aanwezigheid van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de andere stemming is gehouden.4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de nieuwe stemopneming.Artikel V 4b
1.
Voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer kan het vertegenwoordigend orgaan ten behoeve van het onderzoek, bedoeld in artikel V 4, eerste lid, besluiten tot een nieuwe stemopneming in een of meer provincies.2.
De voorzitter van het centraal stembureau brengt de pakken, bedoeld in artikel T 10, onverwijld over naar het vertegenwoordigend orgaan. Na ontvangst van de pakken gaat het vertegenwoordigend orgaan onmiddellijk tot de stemopneming over. Het is bevoegd daartoe de verzegelde pakken te openen en de inhoud te vergelijken met de processen-verbaal van de stembureaus. De artikelen T 6 tot en met T 10 zijn van overeenkomstige toepassing.3.
Na beëindiging van het onderzoek worden de bescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in artikel T 10 voorgeschreven wijze.MMMMa
In artikel V 5 wordt «één of meer stembureaus of provincies» vervangen door «een of meer stembureaus, briefstembureaus of provincies».
NNNN
Artikel V 6 wordt als volgt gewijzigd:
OOOO
[vervallen]
PPPP
Artikel V 8 vervalt.
QQQQ
Artikel V 9, eerste lid, komt te luiden:
1.
Indien het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de benoeming is geschied, toepassing heeft gegeven aan artikel V 4a of V 4b, stelt het centraal stembureau uiterlijk op de veertiende dag na de dag van de stemming de uitslag van de verkiezing voor zover nodig opnieuw vast, en maakt deze op zitting bekend.RRRR
In artikel V 10 wordt na «het bepaalde in hoofdstuk W» een komma ingevoegd.
SSSS
In paragraaf 1 van hoofdstuk V wordt na artikel V 11 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel V 11a
1.
Het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing plaatsvindt, bewaart de op grond van artikel P 24 aan hem overgedragen stukken drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna vernietigt het deze stukken onmiddellijk, met uitzondering van het afschrift van het proces-verbaal van het centraal stembureau. Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.2.
Op de in artikel V 4b bedoelde pakken is het eerste lid van toepassing.TTTT
In artikel W 1, tweede lid, wordt «artikel P16, tweede lid ,» vervangen door «artikel P 16, tweede lid,».
UUUU
Artikel Y 22a wordt als volgt gewijzigd:
2.
De stembiljetten zijn voorzien van de handtekening van de voorzitter van het centraal stembureau alsmede van de naam van het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing geldt.VVVV
Artikel Y 22b komt te luiden:
Artikel Y 22b
1.
Het gemeentelijk stembureau geeft niet eerder uitvoering aan het bepaalde in artikel O 14 dan nadat de stembussen in de lidstaat waar de kiezers het laatst hun stem uitbrengen tijdens de in de Akte bedoelde stemmingsperiode zijn gesloten. Tot die tijd wordt de zitting geschorst.2.
De openbare zitting van het nationaal briefstembureau als bedoeld in artikel O 38, eerste lid, vindt niet eerder plaats dan nadat de stembussen in de lidstaat waar de kiezers het laatst hun stem uitbrengen tijdens de in de Akte bedoelde stemmingsperiode zijn gesloten.VVVVa
Na artikel Y 22b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel Y 22c
Artikel M 7, zevende lid, laatste volzin, wordt gelezen: «Daarbij draagt hij er zorg voor dat de retourenveloppen die uiterlijk op de zesde dag voor de dag van de stemming om tien uur lokale tijd in zijn bezit zijn, tijdig in het bezit zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.»WWWW
Artikel Y 23 komt te luiden:
Artikel Y 23
Waar in de artikelen P 24 en V 11a sprake is van het orgaan waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden, treedt daarvoor de Tweede Kamer in de plaats.XXXX
In artikel Y 25, tweede lid, wordt «De artikelen V 1 tot en met V 10» vervangen door «De artikelen V 1 tot en met V 4a en V 5 tot en met V 10».
YYYY
In artikel Y 38 wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» telkens vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid».
ZZZZ
Artikel Ya 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
AAAAA
In artikel Ya 10, tweede lid, wordt «voor een ieder» vervangen door «voor eenieder» en wordt aan het slot een volzin toegevoegd, luidende: De stukken liggen ter inzage totdat onherroepelijk over de geldigheid van de ingeleverde lijsten is beslist.
BBBBB
Artikel Ya 11 komt te luiden:
Artikel Ya 11
1.
De gezaghebber draagt er zorg voor dat de processen-verbaal en, indien van toepassing, de digitale bestanden met de uitkomsten van de stemopneming, onverwijld langs elektronische weg ter kennis worden gebracht van het centraal stembureau.2.
Op verzoek van het centraal stembureau of de Tweede Kamer worden de processen-verbaal van de stembureaus terstond langs elektronische weg ter kennis gebracht van het centraal stembureau onderscheidenlijk de Tweede Kamer.CCCCC
Artikel Ya 12 vervalt.
DDDDD
In artikel Ya 15 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:
2.
In aanvulling op het bepaalde in artikel G 3, derde lid, wordt bij het verzoek tevens overgelegd een gewaarmerkt bewijs van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES.EEEEE
In artikel Ya 24 wordt «het hoofdstembureau» telkens vervangen door «het stembureau van het openbaar lichaam».
FFFFF
In artikel Ya 25 wordt onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:
3.
In aanvulling op het bepaalde in artikel G 2, derde lid, wordt bij het verzoek tevens overgelegd een gewaarmerkt bewijs van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007 dan wel artikel 2 van de Handelsregisterwet 2009 BES.GGGGG
Artikel Ya 26 komt te luiden:
Artikel Ya 26
1.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, geldt een geregistreerde aanduiding waarvan overeenkomstig het bepaalde in artikel G 1, achtste lid, dan wel artikel Ya 15, derde lid, mededeling is gedaan, tevens voor de verkiezing van de leden van het kiescollege.2.
Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van het kiescollege bepaalt dat de in het eerste lid bedoelde doorwerking van de registratie voor die verkiezing niet plaatsvindt, indien de geregistreerde aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een reeds op de voet van artikel G 2 in samenhang met artikel Ya 25 geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, en daardoor verwarring te duchten is.3.
Een beschikking als bedoeld in het tweede lid wordt genomen uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de mededeling, bedoeld in artikel G 1, achtste lid, is gedaan of uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de mededeling, bedoeld in artikel Ya 15, derde lid. De beschikking wordt terstond aan de gemachtigde van de desbetreffende groepering bekendgemaakt.HHHHH
Artikel Ya 29 vervalt.
IIIII
In artikel Ya 32 wordt «De artikelen Ya 4 tot en met Ya 12» vervangen door «De artikelen Ya 4 tot en met Ya 11».
JJJJJ
Artikel Ya 44, eerste lid, komt te luiden:
1.
Tegen een beschikking op grond van de artikelen I 4, S 2 en Y 2 in samenhang met artikel I 4 van deze wet kan, in afwijking van artikel 7 van de Wet administratieve rechtspraak BES, door een belanghebbende en iedere kiezer uitsluitend beroep worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof. De eerste zin is alleen van toepassing voor zover het betreft:- een kandidatenlijst waarboven bij de inlevering van de lijst een aanduiding is geplaatst van een politieke groepering die blijkens de statuten haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba; en
- een kandidatenlijst waarboven geen aanduiding is geplaatst maar waarvan de eerstgenoemde kandidaat ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
KKKKK
[vervallen]
LLLLL
In de tabel, bedoeld in artikel E 1, eerste lid, wordt in de rij bij kieskringnummer 12 na «De gemeente ’s-Gravenhage» ingevoegd «en het gebied buiten Nederland.»
Artikel E 5
Artikel E 6
Artikel E 7
Artikel E 8
Artikel E 9
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van het gemeentelijk stembureau.
Artikel E 10
Artikel E 11
Artikel E 12
Artikel E 13
Artikel E 14
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van het hoofdstembureau en het nationaal briefstembureau.
Artikel E 15
Er is voor de verkiezing van elk vertegenwoordigend orgaan een centraal stembureau.
Artikel E 16
Voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal treedt de Kiesraad als centraal stembureau op.
Artikel E 17
Artikel E 18
Artikel E 19
Artikel E 20
Artikel E 21
Artikel E 22
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de samenstelling en werkwijze van centraal stembureaus, niet zijnde de Kiesraad.
Artikel J 7
Artikel M 9
Artikel M 10
De artikelen M 7, zesde lid, M 7a, aanhef en onderdeel b, en M 8, zijn van overeenkomstige toepassing op briefstembureaus, bedoeld in artikel E 5, tweede en derde lid, met dien verstande dat:
Artikel N 1
Artikel N 9
Artikel N 11
Artikel N 12
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de transportbox, het vervoer en de opslag van de stembescheiden, het proces-verbaal van het stembureau alsmede over de overdracht van de transportbox en enveloppe.
Artikel N 15
Artikel N 16
Artikel N 17
Artikel N 18
Artikel N 20
Artikel N 21
Artikel N 22
Artikel N 23
Artikel N 24
De leden van het briefstembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijs bijeen. Zij kunnen zich bij hun werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.
Artikel N 25
Artikel N 26
Artikel N 27
Artikel N 28
Artikel N 29
Artikel N 30
Artikel N 31
Artikel N 32
Artikel N 33
Artikel N 34
Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd de pakken alsmede de afschriften over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.
Artikel N 35
Artikel N 12 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel N 36
Paragraaf 3 is van overeenkomstige toepassing op de briefstembureaus die gevestigd zijn in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met uitzondering van de artikelen N 24, tweede volzin, en N 31, en met dien verstande dat:
Artikel N 37
Artikel N 38
De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.
Artikel Na 1
Artikel Na 2
Artikel Na 3
De burgemeester draagt zorg voor de inrichting van de locatie waar het gemeentelijk stembureau zijn werkzaamheden uitvoert.
Artikel Na 4
Artikel Na 5
Artikel Na 6
Artikel Na 7
De voorzitter van het gemeentelijk stembureau is belast met de handhaving van de orde tijdens de zitting. Hij kan daartoe de burgemeester om bijstand verzoeken.
Artikel Na 8
Artikel Na 9
De burgemeester draagt er zorg voor dat van elk stembureau de transportbox, bedoeld in artikel N 11, eerste lid, en de enveloppe, bedoeld in artikel N 11, tweede lid, tijdig worden overgedragen aan het gemeentelijk stembureau.
Artikel Na 10
Deze paragraaf is van toepassing als bij de verkiezing geen centrale stemopneming plaatsvindt als bedoeld in artikel N 1.
Artikel Na 11
Het gemeentelijk stembureau controleert de juistheid van de uitkomst van de stemming zoals vastgesteld door elk stembureau. Het is bevoegd daartoe de enveloppen, bedoeld in artikel N 11, tweede lid, te openen.
Artikel Na 12
Het gemeentelijk stembureau gaat over tot een nieuwe opneming van de stembescheiden, dan wel een deel daarvan, indien:
Artikel Na 13
Artikel Na 14
Artikel Na 15
Artikel Na 16
Deze paragraaf is van toepassing als bij de verkiezing een centrale stemopneming plaatsvindt als bedoeld in artikel N 1.
Artikel Na 17
Artikel Na 18
Artikel Na 19
Artikel Na 20
Artikel Na 21
Nadat de stemopneming van een stembureau is afgerond worden de stembescheiden uit de geopende pakken opnieuw ingepakt en verzegeld op de in de artikelen N 2 en N 9 beschreven wijze. Vervolgens worden de pakken teruggelegd in de transportbox. Daarna wordt de transportbox op slot gedaan en verzegeld.
Artikel Na 22
Artikel Na 23
Het gemeentelijk stembureau stelt de aanwezige personen in kennis van de aantallen, bedoeld in de artikelen N 1a, eerste lid, Na 18, eerste tot en met derde lid, Na 20, eerste en tweede lid, en Na 22, eerste en tweede lid.
Artikel Na 24
Artikel Na 25
Artikel Na 26
Artikel Na 27
Artikel Na 28
Burgemeester en wethouders informeren het gemeentelijk stembureau op basis van de registratie, bedoeld in artikel D 1, over het aantal kiesgerechtigden voor de stemming. Dit aantal wordt door het gemeentelijk stembureau in het proces-verbaal overgenomen.
Artikel Na 29
Het gemeentelijk stembureau stelt de aanwezige personen in kennis van de aantallen, bedoeld in de artikelen Na 26 en Na 28.
Artikel Na 30
De aanwezige personen kunnen mondeling bezwaren inbrengen. De bezwaren, alsmede de reactie van het gemeentelijk stembureau daarop, worden in het proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau vermeld.
Artikel Na 31
Artikel Na 32
Artikel Na 33
Artikel Na 34
Artikel Na 35
Artikel Na 36
Artikel Na 37
Artikel Na 38
Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd de pakken, bedoeld in de artikelen N 2 en N 9, alsmede de afschriften, bedoeld in artikel Na 34, eerste lid, over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.
Artikel Na 39
Artikel N 12 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel Na 40
De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.
Artikel O 1
Onverwijld nadat het hoofdstembureau het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitkomst van de stemming bij de stembureaus op kieskringniveau.
Artikel O 2
Artikel O 3
Indien het hoofdstembureau een digitaal bestand als bedoeld in artikel Na 35, tweede lid, heeft ontvangen, en de in dit bestand vermelde uitkomst op gemeentelijk niveau niet overeenkomt met de uitkomst zoals vastgesteld in het bijbehorende proces-verbaal van het gemeentelijk stembureau, gaat het hoofdstembureau uit van de juistheid van de laatste en maakt het hiervan melding in zijn proces-verbaal.
Artikel O 4
Op de vijfde dag na de dag van de stemming houdt het hoofdstembureau om tien uur een zitting om de uitkomst van de stemming bij de stembureaus op kieskringniveau vast te stellen.
Artikel O 5
Artikel O 6
Artikel O 7
Artikel O 8
Artikel O 9
Artikel O 10
Artikel O 11
Artikel O 12
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de taak van het hoofdstembureau inzake de vaststelling van de verkiezingsuitslag.
Artikel O 13
Onverwijld nadat het nationaal briefstembureau de processen-verbaal van een briefstembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in deze paragraaf.
Artikel O 14
Het nationaal briefstembureau controleert de juistheid van de uitkomst van de stemming zoals vastgesteld door het briefstembureau.
Artikel O 15
Artikel O 16
Artikel O 17
Artikel O 18
Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage informeren het nationaal briefstembureau op basis van de registratie, bedoeld in artikel D 2, over het aantal kiesgerechtigden voor de stemming. Dit aantal wordt door het nationaal briefstembureau in het proces-verbaal overgenomen.
Artikel O 19
Artikel O 20
Artikel O 21
Artikel O 22
Artikel O 23
Artikel O 24
De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens bij of krachtens dit hoofdstuk.
Artikel P 1
Onverwijld nadat het centraal stembureau het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau dan wel een hoofdstembureau heeft ontvangen, gaat het over tot het verrichten van de werkzaamheden ter vaststelling en bekendmaking van de uitslag van de verkiezing.
Artikel P 1b
Artikel P 1c
Artikel P 1d
Artikel P 1e
Artikel P 1f
Artikel P 1g
Artikel P 1h
Artikel P 1i
Artikel P 1j
Artikel P 20a
Artikel P 21
Artikel P 23
Artikel P 24
Artikel S 1a
Onmiddellijk nadat de lijsten door het centraal stembureau zijn onderzocht, worden deze voor een ieder ter inzage gelegd bij het centraal stembureau.
Artikel V 4a
Artikel V 4b
Artikel V 11a
Artikel Y 22b
Artikel Y 22c
Artikel M 7, zevende lid, laatste volzin, wordt gelezen: «Daarbij draagt hij er zorg voor dat de retourenveloppen die uiterlijk op de zesde dag voor de dag van de stemming om tien uur lokale tijd in zijn bezit zijn, tijdig in het bezit zijn van de burgemeester van ’s-Gravenhage.»
Artikel Y 23
Waar in de artikelen P 24 en V 11a sprake is van het orgaan waarvoor de verkiezing heeft plaatsgevonden, treedt daarvoor de Tweede Kamer in de plaats.
Artikel Ya 11
Artikel Ya 26
ARTIKEL II
[vervallen]
ARTIKEL III
Artikel 55, zesde lid, van de Wet algemene regels herindeling wordt als volgt gewijzigd:
ARTIKEL IV
De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
2.
Voor zover bij reglement nog niet is voorzien in de aanwijzing van een organisatie die de vertegenwoordigers van de categorie van belanghebbenden, bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, benoemt, geschiedt de benoeming door een door Onze Minister aangewezen organisatie. Indien meer dan één organisatie wordt aangewezen, wordt bij de aanwijzing bepaald op welke wijze de aangewezen organisaties tot een benoeming komen.B
In artikel 15, tweede lid, wordt «: «organisatie»» vervangen door «organisatie» en wordt «artikel 14, eerste en tweede lid» vervangen door «artikel 14, eerste lid».
C
In artikel 16, tweede lid, wordt «de donderdag in de periode van 23 tot en met 29 maart» vervangen door «de dinsdag in de periode van 28 maart tot en met 3 april».
D
In artikel 28, tweede lid, wordt «artikel E 6a, eerste en derde lid, van de Kieswet» vervangen door «artikel E 13, eerste en derde lid, van de Kieswet» en wordt «de in artikel V 4, eerste lid, van de Kieswet» vervangen door «de in de artikelen V 4, eerste lid, en V 4a, eerste lid, van de Kieswet».
E
In artikel 29, tweede lid, vervalt «en lijstencombinaties».
F
Na artikel 173 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 174
Met ingang van 1 januari 2023 vervalt in artikel 14 het tweede lid onder vernummering van het derde lid tot tweede lid en wordt in het tweede lid (nieuw) «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste lid».Artikel 174
Met ingang van 1 januari 2023 vervalt in artikel 14 het tweede lid onder vernummering van het derde lid tot tweede lid en wordt in het tweede lid (nieuw) «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste lid».
ARTIKEL IVA
Indien het bij geleidende brief van 19 oktober 2020 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Bromet tot wijziging van de Waterschapswet en de Kieswet in verband met het volledig democratiseren van de waterschapsbesturen (35 608) tot wet is of wordt verheven en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel IV van deze wet, vervallen de onderdelen A, B, C en F van artikel IV van deze wet onder verlettering van de onderdelen D en F tot de onderdelen A en B.
ARTIKEL V
In artikel 6.1, tweede lid, onderdeel a, van de Mediawet 2008 wordt «in alle kieskringen» vervangen door «in ten minste negentien kieskringen».
ARTIKEL VI
In artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de Mediawet BES wordt «in alle kieskringen» vervangen door «in ten minste negentien kieskringen».
ARTIKEL VII
[vervallen]
ARTIKEL VIIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 9 december 2020 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35 670) tot wet is of wordt verheven en artikel I van die wet:
Artikel N 19
1.
Het briefstembureau houdt in het uittreksel van geldige briefstembewijzen, bedoeld in artikel M 5, derde lid, aantekening van de kiezers die tot de stemming zijn toegelaten op basis van een vervangend briefstembewijs.2.
Indien het nummer van een briefstembewijs dan wel vervangend briefstembewijs niet voorkomt in het uittreksel, bedoeld in het eerste lid, neemt het briefstembureau contact op met de burgemeester van 's-Gravenhage.3.
Indien de burgemeester blijkt dat een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer eerder is ontvangen door een ander briefstembureau, is artikel N 18, tweede lid, van toepassing. Heeft niet eerder een ander briefstembureau een briefstembewijs of vervangend briefstembewijs met dat nummer ontvangen, dan voegt het briefstembureau dat het briefstembewijs of vervangend briefstembewijs heeft ontvangen het nummer toe aan zijn uittreksel van geldige briefstembewijzen en tekent het briefstembureau in wiens uittreksel van geldige briefstembewijzen het nummer voorkomt daarin aan dat het ontvangen is.- de ontvangen briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen;
1.
Het briefstembureau beslist over de geldigheid van de stem.2.
Een stem is geldig die op een kandidaat of blanco is uitgebracht, met een stembiljet dat bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt en waarop geen bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.3.
Een stem is op een kandidaat uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze kenbaar is gemaakt door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van zowel het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, als het stemvakje, geplaatst vóór het nummer van een kandidaat op die lijst.4.
Onverminderd het derde lid is een stem op de eerste kandidaat van een lijst uitgebracht indien:- de kiezer op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat de kandidaat van zijn keuze op die lijst staat door het geheel of gedeeltelijk inkleuren van het stemvakje, geplaatst vóór een lijst, en er geen stemvakje geplaatst vóór een kandidaatsnummer, geheel of gedeeltelijk is ingekleurd;
- ondubbelzinnig blijkt dat de kiezer niet met bijschrijvingen op een andere kandidaat heeft willen stemmen.
5.
Een stem is blanco uitgebracht indien dat op ondubbelzinnige wijze is kenbaar gemaakt doordat op het stembiljet geen stemvakje is ingekleurd.- het aantal geldige briefstembewijzen en vervangend briefstembewijzen;
Artikel N 19
Artikel N 19
ARTIKEL VIII
Indien het bij koninklijke boodschap van 11 mei 2020 ingediende voorstel van wet Tijdelijke regels voor experimenten met nieuwe stembiljetten (Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten) (35 455) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
- de artikelen Na 4, Na 11 tot en met Na 25, Na 27, tweede lid, O 3, tweede lid, O 6, tweede lid, P 1d, vierde lid, P 1e en V 4a, vierde lid, van de Kieswet, met betrekking tot de taken en werkwijze van het gemeentelijk stembureau, het hoofdstembureau en het centraal stembureau tijdens de stemopneming en een nieuwe opneming van stembiljetten;
B
In artikel 9, eerste lid, wordt «na de drieënveertigste dag voor de kandidaatstelling» vervangen door «na de negenentwintigste dag voor de kandidaatstelling».
C
In artikel 12, tweede lid, wordt «artikel Ya 15, tweede lid» vervangen door «artikel Ya 15, derde lid».
ARTIKEL VIIIA
Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad stelt Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de nummering van de paragrafen en artikelen in de hoofdstukken E, paragrafen 3, 4 en 5, N, paragrafen 3 en 4, Na en O, alsmede van de artikelen P 1b tot P 2 van de Kieswet, opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van deze artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.
ARTIKEL IX
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
ARTIKEL X
Deze wet wordt aangehaald als: Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen.