Part of Smart Yellow Suite

WGK008643
Wijziging van het Mediabesluit 2008 i.v.m. wijziging van de verdeling van het totaalbudget voor de regionale publieke media-instellingen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Algemene Maatregel van Bestuur
Fase Bekendmaking
Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum uitgave 13 september 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Opschrift

Besluit van 17 november 2017, houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met wijziging van de verdeling van het totaalbudget voor de regionale publieke media-instellingen, alsmede een verduidelijking ten aanzien van toegestane vermijdbare uitingen

Documenten

stb-2017-443 (PDF)

Besluit van 17 november 2017, houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met wijziging van de verdeling van het totaalbudget voor de regionale publieke media-instellingen, alsmede een verduidelijking ten aanzien van toegestane vermijdbare uitingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 9 oktober 2017, nr. WJZ/1261492(8643), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.89, tweede lid, en 2.170, vijfde lid, van de Mediawet 2008;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 oktober 2017, nr. W05.17.0341/I);

Gezien het nader rapport van onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 15 november 2017, nr. WJZ/1268183(8643), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Mediabesluit 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4a komt de tabel te luiden:

B

In artikel 14a wordt «de vermelding» telkens vervangen door: de vertoning of vermelding.

ARTIKEL II

stb-2018-443 (PDF)

Wet van 7 november 2018, houdende regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren te herzien, door een uitbreiding van de normen inzake de integere en beheerste bedrijfsvoering van trustkantoren, een aanscherping van de verplichtingen inzake het verrichten van cliëntenonderzoek en het uitbreiden van het instrumentarium voor toezicht en handhaving, en daartoe de Wet toezicht trustkantoren te vervangen, ten einde de integriteit van het financiële stelsel in Nederland te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Artikel 2. Overdraagbaarheid van vergunningen

Vergunningen en ontheffingen, verleend ingevolge deze wet, zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.

Artikel 3. Verbod op trustdienstverlening zonder vergunning

Artikel 4. Trustkantoor in aangewezen staat

Artikel 5. Vrijstelling en ontheffing

Artikel 6. Vergunning

Artikel 7. Intrekken of wijzigen van een vergunning

Artikel 8. Wijzigingen in de gegevens van een trustkantoor

Artikel 9. Het register

Artikel 10. Betrouwbaarheid en geschiktheid

Artikel 11. Twee dagelijks beleidsbepalers

Artikel 12. Feitelijke zeggenschapsstructuur

Artikel 13. Rechtsvorm trustkantoor

Artikel 14. Integere en beheerste bedrijfsvoering

Artikel 15. Compliance- en auditfunctie

Artikel 16. Uitbesteding van werkzaamheden

Artikel 17. Verbod op combinatie trustdiensten en belastingadvies

Het is een trustkantoor met zetel in Nederland verboden om trustdiensten te verlenen aan een cliënt die uitvoering geven aan belastingadvies dat aan deze cliënt is verstrekt door het trustkantoor of door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep als het trustkantoor.

Artikel 18. Periodieke rapportage

Artikel 19. Zorgplicht derdengelden

Artikel 20. Incidenten

Artikel 21. Buitenlandse trustkantoren en bijkantoren

Artikel 22. Cliëntenonderzoek bij trustdienstverlening

Een trustkantoor verricht ter beheersing van integriteitrisico’s onderzoek zoals voorgeschreven in dit hoofdstuk indien:

Artikel 23. Verbod op vroegtijdige dienstverlening

Artikel 24. Verificatie van de identiteit

Artikel 25. Onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende

Het op grond van dit hoofdstuk vaststellen van een uiteindelijk belanghebbende houdt in ieder geval in dat een trustkantoor:

Artikel 26. Onderzoek naar integriteitrisico’s bij dienstverlening

Artikel 27. Cliëntenonderzoek bij trustdienst a en b

Artikel 28. Cliëntenonderzoek bij trustdienst c

Artikel 29. Cliëntenonderzoek bij trustdienst d

Artikel 30. Cliëntenonderzoek bij trustdienst e

Artikel 30a. Cliëntenonderzoek bij andere trustdiensten

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het cliëntenonderzoek voor het verrichten van een andere dienst als bedoeld in onderdeel f van de begripsomschrijving van trustdienst.

Artikel 31. Bijzondere voorschriften bij trusts en andere juridische constructies

Artikel 32. Cliënt is een vennoot

Indien een cliënt optreedt als vennoot van een personenvennootschap strekt het cliëntenonderzoek zich tevens uit tot de personenvennootschap, waarbij overeenkomstige toepassing wordt gegeven aan de artikelen 27, derde lid, 28, derde lid, 29, tweede lid, 30, tweede lid, en 34. Het cliëntenonderzoek stelt het trustkantoor in dat geval eveneens in staat om vast te stellen of de natuurlijke persoon die de vennoten in de personenvennootschap vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en, in voorkomend geval, om die persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren.

Artikel 33. Verscherpt cliëntenonderzoek

Artikel 34. Politiek prominente personen

Artikel 35. Complexe en ongebruikelijke transacties

Een trustkantoor neemt redelijke maatregelen om alle complexe en ongebruikelijk grote transacties en alle ongebruikelijke transactiepatronen die geen duidelijk economisch of rechtmatig doel hebben te onderzoeken en onderwerpt de gehele zakelijke relatie met de cliënt in dat geval aan een verscherpte controle.

Artikel 36. Hoogrisico derde landen

Artikel 37. Vastlegging cliëntenonderzoek

Artikel 38. Vastlegging gegevens trustkantoor

Een trustkantoor houdt de volgende gegevens met betrekking tot de eigen organisatie actueel en op een overzichtelijke wijze te allen tijde beschikbaar:

Artikel 39. Dienstverleningsdossier

Artikel 40. Verwerking persoonsgegevens

Artikel 41. Handhaving

Artikel 42. Toezicht op de naleving

Artikel 43. Inlichtingenbevoegdheid de Nederlandsche Bank

Artikel 44. Inlichten Financiële inlichtingen eenheid

Indien de personen, bedoeld in artikel 42, eerste lid, bij de uitoefening van hun taak feiten ontdekken die kunnen duiden op witwassen of financieren van terrorisme, licht de Nederlandsche Bank de Financiële inlichtingen eenheid in, voor zover de gegevens of inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van de wettelijke taken van de Financiële inlichtingen eenheid.

Artikel 45. Inlichtingenbevoegdheid internationaal

Artikel 46. Samenwerking met Europese toezichthouders

De Nederlandsche Bank werkt samen met de toezichthoudende instanties van andere lidstaten, voor zover dat voor de vervulling van haar taak op grond van deze wet of de vervulling van de taken van die instanties nodig is.

Artikel 47. Aanwijzing

De Nederlandsche Bank kan een ieder die niet voldoet aan een ingevolge deze wet op hem rustende verplichting een aanwijzing geven om binnen een door de Nederlandsche Bank gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven onderwerpen een bepaalde gedragslijn te volgen.

Artikel 48. Last onder dwangsom en bestuurlijke boete

De Nederlandsche Bank kan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen ter zake van:

Artikel 49. Hoogte bestuurlijke boete

Artikel 50. Omzetgerelateerde boete

Artikel 51. Voordeelgerelateerde boete

De Nederlandsche Bank kan in afwijking van artikel 49 een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.

Artikel 52. Schorsende werking betalingsverplichting

Artikel 53. Verbod beleidsbepalende functie

Artikel 54. Curator

Artikel 55. Geheimhouding

Artikel 56. Informatieuitwisseling

Artikel 57. Informatieuitwisseling Sanctiewet 1977

Artikel 58. Informatieuitwisseling AFM

Artikel 59. Openbaarmaking overtreding

Artikel 60. Belangenafweging openbaarmaking

De Nederlandsche Bank maakt op grond van artikel 59 geen gegevens openbaar, voor zover:

Artikel 61. Publicatie formele maatregel

Artikel 62. Uitzonderingen publicatieplicht

Artikel 63. Besluit tot openbaarmaking

Artikel 64. Regels omtrent openbaarmaking

Artikel 65. Vroegtijdige openbaarmaking

Artikel 66. Voorlopige voorziening

Artikel 67. Opleiding

Artikel 68. Informatie uitwisseling trustkantoren

Artikel 69. Evaluatie

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel 70. Vergunningen

Artikel 71. Ontheffingen

Artikel 72. Toetsingen

Artikel 73. Omzetting rechtsvorm

Trustkantoren met zetel in Nederland, die over een vergunning als bedoeld in artikel 70, eerste lid, beschikken, voldoen binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan artikel 13.

Artikel 74. Cliëntenonderzoek

Ten aanzien van cliënten waarnaar reeds cliëntenonderzoek is verricht op grond van de Wet toezicht trustkantoren, verricht een trustkantoor het cliëntenonderzoek, bedoeld in hoofdstuk 4, op het eerste moment dat door de cliënt contact wordt opgenomen met het trustkantoor of zoveel eerder als het trustkantoor, met inachtneming van de aan het type cliënt, doelvennootschap, zakelijke relatie, of trustdienst verbonden integriteitrisico, aanleiding vindt om het cliëntenonderzoek te doen plaatsvinden.

Artikel 75. Overtredingen

Op overtredingen die hebben plaatsgevonden en zijn beëindigd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven de hoofdstukken 7, 7a en 8 van de Wet toezicht trustkantoren van toepassing zoals die luidden onmiddellijk voor het in werking treden van deze wet. Paragraaf 7.2 van deze wet is niet van toepassing op die overtredingen.

Artikel 76. Wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn

Een wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij besluit van Onze Minister van Financiën, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel 77. Wijziging Algemene wet bestuursrecht

In bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt «Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: Wet toezicht trustkantoren 2018.

Artikel 78. Wijziging Sanctiewet 1977

In artikel 10, tweede lid, onderdeel h, van de Sanctiewet 1977 wordt «bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

Artikel 79. Wijziging Wet bekostiging financieel toezicht

De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel c, onder 19°, wordt «Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: Wet toezicht trustkantoren 2018.

B

Bijlage I, onderdeel «Toezichthouder: DNB», wordt als volgt gewijzigd:

C

Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: de Nederlandsche Bank», wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 80. Wijziging Wet op de economische delicten

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt «de Wet toezicht trustkantoren, de artikelen 2, eerste, tweede en derde lid, 2a, 3, derde lid, 5, 9, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 10, 11, 14, tweede lid, en 16, tweede lid;» vervangen door: de Wet toezicht trustkantoren 2018, 3, 4, 5, 6, derde lid, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 30a, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 67 en 68 van deze wet en artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;.

Artikel 81. Wijziging Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1a, vierde lid, onderdelen f en g, wordt «artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht trustkantoren» telkens vervangen door: artikel 1, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

B

Artikel 3, vijftiende lid, wordt als volgt gewijzigd:

C

In artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt «artikel 2, eerste of tweede lid, van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: artikel 3, eerste en tweede lid, of artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

D

In artikel 22, zesde lid, onderdeel c, wordt «de toezichthouder, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: de Nederlandsche Bank, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht trustkantoren 2018.

Artikel 82. Intrekking Wet toezicht trustkantoren

De Wet toezicht trustkantoren wordt ingetrokken.

Artikel 83. Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 84. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht trustkantoren 2018.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.