Besluit van 17 november 2017, houdende wijziging van het Mediabesluit 2008 in verband met wijziging van de verdeling van het totaalbudget voor de regionale publieke media-instellingen, alsmede een verduidelijking ten aanzien van toegestane vermijdbare uitingen
Wet van 7 november 2018, houdende regels met betrekking tot het verlenen van trustdiensten en het toezicht daarop (Wet toezicht trustkantoren 2018)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels met betrekking tot het toezicht op trustkantoren te herzien, door een uitbreiding van de normen inzake de integere en beheerste bedrijfsvoering van trustkantoren, een aanscherping van de verplichtingen inzake het verrichten van cliëntenonderzoek en het uitbreiden van het instrumentarium voor toezicht en handhaving, en daartoe de Wet toezicht trustkantoren te vervangen, ten einde de integriteit van het financiële stelsel in Nederland te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1. Begripsbepalingen
Artikel 2. Overdraagbaarheid van vergunningen
Vergunningen en ontheffingen, verleend ingevolge deze wet, zijn persoonlijk en niet overdraagbaar.
Artikel 3. Verbod op trustdienstverlening zonder vergunning
Artikel 4. Trustkantoor in aangewezen staat
Artikel 5. Vrijstelling en ontheffing
Artikel 6. Vergunning
Artikel 7. Intrekken of wijzigen van een vergunning
Artikel 8. Wijzigingen in de gegevens van een trustkantoor
Artikel 9. Het register
Artikel 10. Betrouwbaarheid en geschiktheid
Artikel 11. Twee dagelijks beleidsbepalers
Artikel 12. Feitelijke zeggenschapsstructuur
Artikel 13. Rechtsvorm trustkantoor
Artikel 14. Integere en beheerste bedrijfsvoering
Artikel 15. Compliance- en auditfunctie
Artikel 16. Uitbesteding van werkzaamheden
Artikel 17. Verbod op combinatie trustdiensten en belastingadvies
Het is een trustkantoor met zetel in Nederland verboden om trustdiensten te verlenen aan een cliënt die uitvoering geven aan belastingadvies dat aan deze cliënt is verstrekt door het trustkantoor of door een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die deel uitmaakt van dezelfde groep als het trustkantoor.
Artikel 18. Periodieke rapportage
Artikel 19. Zorgplicht derdengelden
Artikel 20. Incidenten
Artikel 21. Buitenlandse trustkantoren en bijkantoren
Artikel 22. Cliëntenonderzoek bij trustdienstverlening
Een trustkantoor verricht ter beheersing van integriteitrisico’s onderzoek zoals voorgeschreven in dit hoofdstuk indien:
Artikel 23. Verbod op vroegtijdige dienstverlening
Artikel 24. Verificatie van de identiteit
Artikel 25. Onderzoek naar de uiteindelijk belanghebbende
Het op grond van dit hoofdstuk vaststellen van een uiteindelijk belanghebbende houdt in ieder geval in dat een trustkantoor:
Artikel 26. Onderzoek naar integriteitrisico’s bij dienstverlening
Artikel 27. Cliëntenonderzoek bij trustdienst a en b
Artikel 28. Cliëntenonderzoek bij trustdienst c
Artikel 29. Cliëntenonderzoek bij trustdienst d
Artikel 30. Cliëntenonderzoek bij trustdienst e
Artikel 30a. Cliëntenonderzoek bij andere trustdiensten
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het cliëntenonderzoek voor het verrichten van een andere dienst als bedoeld in onderdeel f van de begripsomschrijving van trustdienst.
Artikel 31. Bijzondere voorschriften bij trusts en andere juridische constructies
Artikel 32. Cliënt is een vennoot
Indien een cliënt optreedt als vennoot van een personenvennootschap strekt het cliëntenonderzoek zich tevens uit tot de personenvennootschap, waarbij overeenkomstige toepassing wordt gegeven aan de artikelen 27, derde lid, 28, derde lid, 29, tweede lid, 30, tweede lid, en 34. Het cliëntenonderzoek stelt het trustkantoor in dat geval eveneens in staat om vast te stellen of de natuurlijke persoon die de vennoten in de personenvennootschap vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en, in voorkomend geval, om die persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren.
Artikel 33. Verscherpt cliëntenonderzoek
Artikel 34. Politiek prominente personen
Artikel 35. Complexe en ongebruikelijke transacties
Een trustkantoor neemt redelijke maatregelen om alle complexe en ongebruikelijk grote transacties en alle ongebruikelijke transactiepatronen die geen duidelijk economisch of rechtmatig doel hebben te onderzoeken en onderwerpt de gehele zakelijke relatie met de cliënt in dat geval aan een verscherpte controle.
Artikel 36. Hoogrisico derde landen
Artikel 37. Vastlegging cliëntenonderzoek
Artikel 38. Vastlegging gegevens trustkantoor
Een trustkantoor houdt de volgende gegevens met betrekking tot de eigen organisatie actueel en op een overzichtelijke wijze te allen tijde beschikbaar:
Artikel 39. Dienstverleningsdossier
Artikel 40. Verwerking persoonsgegevens
Artikel 41. Handhaving
Artikel 42. Toezicht op de naleving
Artikel 43. Inlichtingenbevoegdheid de Nederlandsche Bank
Artikel 44. Inlichten Financiële inlichtingen eenheid
Indien de personen, bedoeld in artikel 42, eerste lid, bij de uitoefening van hun taak feiten ontdekken die kunnen duiden op witwassen of financieren van terrorisme, licht de Nederlandsche Bank de Financiële inlichtingen eenheid in, voor zover de gegevens of inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van de wettelijke taken van de Financiële inlichtingen eenheid.
Artikel 45. Inlichtingenbevoegdheid internationaal
Artikel 46. Samenwerking met Europese toezichthouders
De Nederlandsche Bank werkt samen met de toezichthoudende instanties van andere lidstaten, voor zover dat voor de vervulling van haar taak op grond van deze wet of de vervulling van de taken van die instanties nodig is.
Artikel 47. Aanwijzing
De Nederlandsche Bank kan een ieder die niet voldoet aan een ingevolge deze wet op hem rustende verplichting een aanwijzing geven om binnen een door de Nederlandsche Bank gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven onderwerpen een bepaalde gedragslijn te volgen.
Artikel 48. Last onder dwangsom en bestuurlijke boete
De Nederlandsche Bank kan een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete opleggen ter zake van:
Artikel 49. Hoogte bestuurlijke boete
Artikel 50. Omzetgerelateerde boete
Artikel 51. Voordeelgerelateerde boete
De Nederlandsche Bank kan in afwijking van artikel 49 een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.
Artikel 52. Schorsende werking betalingsverplichting
Artikel 53. Verbod beleidsbepalende functie
Artikel 54. Curator
Artikel 55. Geheimhouding
Artikel 56. Informatieuitwisseling
Artikel 57. Informatieuitwisseling Sanctiewet 1977
Artikel 58. Informatieuitwisseling AFM
Artikel 59. Openbaarmaking overtreding
Artikel 60. Belangenafweging openbaarmaking
De Nederlandsche Bank maakt op grond van artikel 59 geen gegevens openbaar, voor zover:
Artikel 61. Publicatie formele maatregel
Artikel 62. Uitzonderingen publicatieplicht
Artikel 63. Besluit tot openbaarmaking
Artikel 64. Regels omtrent openbaarmaking
Artikel 65. Vroegtijdige openbaarmaking
Artikel 66. Voorlopige voorziening
Artikel 67. Opleiding
Artikel 68. Informatie uitwisseling trustkantoren
Artikel 69. Evaluatie
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel 70. Vergunningen
Artikel 71. Ontheffingen
Artikel 72. Toetsingen
Artikel 73. Omzetting rechtsvorm
Trustkantoren met zetel in Nederland, die over een vergunning als bedoeld in artikel 70, eerste lid, beschikken, voldoen binnen zes maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aan artikel 13.
Artikel 74. Cliëntenonderzoek
Ten aanzien van cliënten waarnaar reeds cliëntenonderzoek is verricht op grond van de Wet toezicht trustkantoren, verricht een trustkantoor het cliëntenonderzoek, bedoeld in hoofdstuk 4, op het eerste moment dat door de cliënt contact wordt opgenomen met het trustkantoor of zoveel eerder als het trustkantoor, met inachtneming van de aan het type cliënt, doelvennootschap, zakelijke relatie, of trustdienst verbonden integriteitrisico, aanleiding vindt om het cliëntenonderzoek te doen plaatsvinden.
Artikel 75. Overtredingen
Op overtredingen die hebben plaatsgevonden en zijn beëindigd voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven de hoofdstukken 7, 7a en 8 van de Wet toezicht trustkantoren van toepassing zoals die luidden onmiddellijk voor het in werking treden van deze wet. Paragraaf 7.2 van deze wet is niet van toepassing op die overtredingen.
Artikel 76. Wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn
Een wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij besluit van Onze Minister van Financiën, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.
Artikel 77. Wijziging Algemene wet bestuursrecht
In bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt «Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: Wet toezicht trustkantoren 2018.
Artikel 78. Wijziging Sanctiewet 1977
In artikel 10, tweede lid, onderdeel h, van de Sanctiewet 1977 wordt «bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
Artikel 79. Wijziging Wet bekostiging financieel toezicht
De Wet bekostiging financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel c, onder 19°, wordt «Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: Wet toezicht trustkantoren 2018.
B
Bijlage I, onderdeel «Toezichthouder: DNB», wordt als volgt gewijzigd:
C
Bijlage II, onderdeel «Toezichthouder: de Nederlandsche Bank», wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 80. Wijziging Wet op de economische delicten
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt «de Wet toezicht trustkantoren, de artikelen 2, eerste, tweede en derde lid, 2a, 3, derde lid, 5, 9, tweede en derde lid, voor zover het betreft het voorschrift van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en het voorschrift inzage te verlenen in zakelijke gegevens en bescheiden, 10, 11, 14, tweede lid, en 16, tweede lid;» vervangen door: de Wet toezicht trustkantoren 2018, 3, 4, 5, 6, derde lid, 8, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 30a, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 67 en 68 van deze wet en artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht;.
Artikel 81. Wijziging Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme
De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1a, vierde lid, onderdelen f en g, wordt «artikel 1, onderdeel a, van de Wet toezicht trustkantoren» telkens vervangen door: artikel 1, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
B
Artikel 3, vijftiende lid, wordt als volgt gewijzigd:
C
In artikel 5, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt «artikel 2, eerste of tweede lid, van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: artikel 3, eerste en tweede lid, of artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
D
In artikel 22, zesde lid, onderdeel c, wordt «de toezichthouder, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht trustkantoren» vervangen door: de Nederlandsche Bank, bedoeld in artikel 1 van de Wet toezicht trustkantoren 2018.
Artikel 82. Intrekking Wet toezicht trustkantoren
De Wet toezicht trustkantoren wordt ingetrokken.
Artikel 83. Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 84. Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht trustkantoren 2018.