Besluit van 4 december 2017 tot wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur op de terreinen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in verband met het herstel van technische gebreken en leemten alsmede het aanbrengen van andere wijzigingen van ondergeschikte aard
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 21 september 2017, nr. WJZ / 17143279;
Gelet op de artikelen 1:4, eerste lid, en 3:1 van de Algemene douanewet, 1.3, vijfde lid, 3.3, vijfde lid, onderdeel a, 3.20, vierde lid, 3.24, vierde lid, en 3.38, eerste lid, van de Wet natuurbescherming, 2b, eerste lid, onderdelen a en b, van de Prijzenwet, 3 van de Kaderwet EZ-subsidies, 15, zevende lid, van de Postwet 2009, en 327, eerste lid, van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 oktober 2017, nr. W15.17.0319/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 30 november 2017, nr. WJZ / 17167059;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Algemeen douanebesluit wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3:1 vervallen de onderdelen h en i, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel g door een punt.
B
Het opschrift van hoofdstuk 3 komt te luiden: Hoofdstuk 3. Landbouwproducten.
C
Artikel 3:5 vervalt.
D
In artikel 7:3 vervalt de zinsnede «of 3:5, eerste lid,».
ARTIKEL II
Het Besluit natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.4 wordt als volgt gewijzigd:
- het onder zich hebben van een geprepareerd uit het wild afkomstig dier.
B
Artikel 2.13, onderdeel a, komt te luiden:
- het project of de andere handeling ten aanzien van de stikstofdepositie voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 1°, in samenhang met artikel 2.12, tweede, vierde, zesde en zevende lid, of.
C
Artikel 3.3, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
- is voorzien van de namen, voornamen en geboortedata van degenen aan wie de toestemming wordt verleend, en.
D
Artikel 3.9 wordt als volgt gewijzigd:
E
In artikel 3.15, eerste lid, onderdeel b, wordt na «kogelpatronen» ingevoegd: van een kaliber van ten minste 6,5 millimeter.
F
Artikel 3.24, vierde lid, komt te luiden:
4.
Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing op:- dieren en planten van de soorten, genoemd in bijlage IV bij de Habitatrichtlijn;
- dieren en planten van de soorten, genoemd in bijlage I of II bij het Verdrag van Bern of bijlage I bij het Verdrag van Bonn, niet zijnde soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, en
- uit het wild afkomstige vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn.
G
Artikel 3.27 wordt als volgt gewijzigd:
4.
Het eerste, tweede en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op degene die een uit het wild afkomstig levend dier van een soort, genoemd in bijlage B bij de CITES-basisverordening, onder zich heeft.H
In artikel 3.29 wordt na «genoemd in» ingevoegd: bijlage IV bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern, bijlage I bij het Verdrag van Bonn of.
ARTIKEL III
Het Besluit prijsaanduiding producten wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, tweede lid, vervalt «of artikel 21, eerste lid, van het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet)».
B
In artikel 5, tweede lid, wordt de zinsnede «een koop op afstand, op de wijze, bedoeld in artikel 46a, onder b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: een consumentenkoop als bedoeld in artikel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek die tevens een overeenkomst op afstand is als bedoeld in artikel 230g, eerste lid, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
ARTIKEL IV
Het Besluit registratie vissersvaartuigen 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel b, onder 1°, wordt «vaartuig als bedoeld in artikel 3, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PbEG L 358)» vervangen door: vissersvaartuig als bedoeld in artikel 4, eerste lid, punt 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L 354).
B
In artikel 4 wordt «de overige gegevens, bedoeld in bijlage II van Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot (PbEU L 5)» vervangen door «de overige gegevens, bedoeld in artikel 24 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L 354)» en wordt «communautaire verplichtingen» vervangen door «verplichtingen van de Europese Unie».
ARTIKEL V
Het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
B
Artikel 1a komt te luiden:
Artikel 1a
1.
Indien de op grond van dit besluit bij ministeriële regeling gestelde regels bepalen dat een subsidie kan worden verstrekt in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba, is dit besluit voor die subsidie aldaar van toepassing.2.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, wordt in artikel 3, eerste lid, onder «de Nederlandse economie of andere Nederlandse belangen» verstaan de economie en andere belangen van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, en wordt in de artikelen 31, onderdeel b, en 39a onder «Nederland» verstaan Bonaire, Sint Eustatius of Saba.C
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
D
Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3.
De subsidie bedraagt niet meer dan is aangevraagd.E
In artikel 16 wordt na «op grond van dit besluit» ingevoegd: , tenzij Onze Minister van Financiën heeft ingestemd met het achterwege laten daarvan.
F
Artikel 25 komt te luiden:
Artikel 25
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen 22 tot en met 24, en andere afwijzingsgronden worden opgenomen.G
In artikel 26, eerste lid, wordt na «termijn» een zinsnede ingevoegd, luidende: of, indien geen subsidieplafond is vastgesteld, een bij ministeriële regeling bepaalde termijn.
H
In artikel 27, derde lid, wordt «de onderlinge rangschikking» vervangen door: de volgorde.
I
In artikel 28a vervalt «van rangschikking».
J
Aan hoofdstuk 11, paragraaf 1, wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 41
De subsidieontvanger verleent gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.K
Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:
3.
Voor zover dit is toegestaan op grond van de toepasselijke Europese steunkaders en indien eerder een ontheffing is verleend voor het vertragen of essentieel wijzigen van de activiteiten in verband met onoverkomelijke problemen of het verloren gaan van het marktperspectief kan Onze Minister op verzoek van de subsidieontvanger voorafgaand aan de vaststelling van de subsidie ontheffing verlenen van de verplichting de verstrekte subsidie, inclusief eventuele rente of opslag, terug te betalen. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat ontheffing ook na het tijdstip van vaststelling van de subsidie kan worden verleend.L
Artikel 48, derde lid, komt te luiden:
3.
Bij ministeriële regeling kunnen van artikelen 45 tot en met 47 afwijkende bepalingen over voorschotten worden opgenomen indien bij de verstrekking van een subsidie nauw wordt aangesloten bij:- subsidies die worden verstrekt op basis van of in nauwe samenhang met een bindend besluit van de Raad, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Unie, of
- subsidies die worden verstrekt met het oog op cofinanciering van een door de Raad of de Commissie van de Europese Unie goedgekeurd programma.
Artikel 1a
Artikel 25
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld over de afwijzingsgronden, bedoeld in de artikelen 22 tot en met 24, en andere afwijzingsgronden worden opgenomen.
Artikel 41
De subsidieontvanger verleent gedurende vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.
ARTIKEL VI
In artikel 18, tweede lid, onderdeel b, van het Postbesluit 2009 vervalt de zinsnede «en of er in de eerste vijf jaar van de aanwijzing sprake is van nettokosten».
ARTIKEL VII
In de bijlage behorende bij artikel 1 van het Pachtprijzenbesluit 2007 worden onder tabel 1 de volgende zinnen ingevoegd:
Als grondgebied van de burgerlijke gemeenten vermeld in tabel 1 wordt aangemerkt het grondgebied, zoals begrensd op 1 september 2009, met uitzondering van de burgerlijke gemeente Hollands Kroon. Als grondgebied van de burgerlijke gemeente Hollands Kroon wordt aangemerkt het grondgebied van die gemeente zoals begrensd door de Wet van 15 september 2011 tot samenvoeging van de gemeenten Anna Paulowna, Niedorp, Wieringen en Wieringermeer (Stb. 2011, 415).ARTIKEL VIII
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.