Besluit van 25 november 2017, houdende regels met betrekking tot de diergezondheidsheffing (Besluit diergezondheidsheffing)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 29 september 2017, nr. WJZ 17147938;
Gelet op de artikelen 91c, derde lid, 91d, derde lid, 91f, derde lid, 91k, derde lid, en 91m, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 oktober 2017 nr. W15.17.0328/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 november 2017, nr. WJZ 17168572;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 2
De aan te wijzen diersoorten en het voor die diersoorten te bepalen aantal, bedoeld in:
Artikel 3
Artikel 4
De omvang van de in artikel 91k, eerste lid, onderdeel b, van de wet bedoelde reserve bedraagt voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2019 20% van de in artikel 91n van de wet genoemde bedragen.
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van schapen of geiten bedraagt € 1,2275 per schaap of geit.
Artikel 11
Het tarief voor de diergezondheidsheffing ter zake van het houden van varkens bedraagt € 0,1967 per varken.
Artikel 12
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, met uitzondering van artikel 9, dat in werking treedt met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 13
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit diergezondheidsheffing.