Part of Smart Yellow Suite

WGK008383
Innovatiewet strafvordering

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 18 juli 2019
Datum inwerkingtreding -
Per KB Ja

Opschrift

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering)

Samenvatting

Dit wetsvoorstel strekt tot aanpassing van een enkele onderdelen van het Wetboek van Strafvordering met het oog op bevordering van innovatie binnen het strafprocesrecht. Die innovatie is gericht op de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Kamerstukken II 2017/18, 29279, nrs. 395, 402). Het regelt de volgende onderwerpen: • een voorziening te introduceren voor de rechter in eerste aanleg of hoger beroep om de Hoge Raad prejudiciële vragen te kunnen stellen in strafzaken; • in het kader van de opsporing netwerkzoeking na inbeslagneming mogelijk te maken; • te voorzien in een regeling dat na inbeslagneming van een geautomatiseerd werk later binnenkomende berichten voor een bepaalde periode kunnen worden onderzocht in het kader van de opsporing; • een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid aan te merken als een wettig bewijsmiddel; • de mogelijkheid te bieden dat een aantal lichtere opsporingsbevoegdheden door de hulpofficier van justitie kunnen worden uitgeoefend; • te regelen op welke wijze de rechter kan reageren als blijkt dat na het uitroepen van de zaak sprake is van geslaagde herstelbemiddeling en een vaststellingsovereenkomst, en • de mogelijkheid te creëren dat de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding wordt afgesplitst van het hoofdgeding, teneinde afzonderlijk te worden behandeld.

Documenten

stb-2022-276 (PDF)

Wet van 22 juni 2022 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering (Innovatiewet Strafvordering)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het huidige Wetboek van Strafvordering te wijzigen ter bevordering van innovatie van verschillende onderwerpen in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Titel X van het vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering komt te luiden:

Artikel 553

Artikel 554

Artikel 555

Artikel 556

Artikel 557

Artikel 558

In geval een inbeslaggenomen geautomatiseerd werk biometrisch is beveiligd of de gegevens biometrisch zijn versleuteld in de vorm van een vingerafdruk of een opname van de iris of het gezicht, kan de officier van justitie bevelen dat de opsporingsambtenaar deze beveiliging of versleuteling ongedaan maakt. De opsporingsambtenaar kan ter uitvoering van dat bevel tegen de wil van wie redelijkerwijs kan worden vermoed dat hij deze beveiliging of versleuteling ongedaan kan maken, de maatregelen treffen die daartoe redelijkerwijs noodzakelijk zijn.

Artikel 559

Artikel 138c is niet van toepassing op een verkort proces-verbaal van de terechtzitting als bedoeld in deze afdeling.

Artikel 560

Artikel 561

In aanvulling op artikel 258, tweede lid, kan de voorzitter van de rechtbank ter voorbereiding van de terechtzitting bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 562

De rechtbank kan bepalen dat van het onderzoek op de terechtzitting een opname van geluid of beeld en geluid wordt gemaakt. De voorzitter doet daarvan mededeling.

Artikel 563

Na aanvang van het onderzoek op de terechtzitting kan de rechtbank bevelen dat van hetgeen met toepassing van artikel 560 op een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid is vastgelegd alsnog volledig proces-verbaal wordt opgemaakt.

Artikel 564

In geval van schorsing van het onderzoek op de terechtzitting overeenkomstig artikel 281, eerste lid, kan, in afwijking van het vierde lid van dat artikel, bij instemming van de officier van justitie en de verdachte artikel 566 worden toegepast. In dat geval wordt de opname van geluid of beeld en geluid voorafgaand aan de hervatting van het onderzoek bij de processtukken gevoegd.

Artikel 565

Artikel 566

Artikel 567

In aanvulling op artikel 339, eerste lid, wordt een opname van beeld, geluid, of beeld en geluid als wettig bewijsmiddel erkend.

Artikel 568

Indien in eerste aanleg een verkort proces-verbaal van de terechtzitting overeenkomstig artikel 566 is opgemaakt kan de voorzitter van het gerechtshof ter voorbereiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep aan de voorzitter van de rechtbank schriftelijk kennis geven dat alsnog een volledig proces-verbaal van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg moet worden opgemaakt dat aan de eisen van artikel 326 voldoet. De voorzitter van de rechtbank zorgt ervoor dat zo spoedig mogelijk aan dit verzoek wordt voldaan.

Artikel 569

Artikel 570

Artikel 571

Onder mediation in een strafzaak wordt verstaan de bemiddeling tussen verdachte en slachtoffer onder begeleiding van een mediator, waarmee herstel wordt beoogd en waarbij afspraken voor herstel kunnen worden vastgelegd in een overeenkomst. Indien afspraken voor herstel zijn gemaakt houden de officier van justitie en de rechter hiermee rekening bij de behandeling van de strafzaak.

Artikel 572

Artikel 573

Artikel 574

In aanvulling op artikel 359, vijfde lid, geeft het vonnis in het bijzonder rekenschap van de wijze waarop en de mate waarin bij het bepalen van een straf of maatregel rekening is gehouden met in het kader van mediation tot stand gekomen afspraken voor herstel.

Artikel 575

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een of meerdere artikelen van deze titel slechts worden toegepast in een of meerdere arrondissementen en ressorten.

ARTIKEL II

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister voor Rechtsbescherming zenden binnen twee jaar nadat een eerste onderdeel van deze wet in werking is getreden aan beide Kamers van de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL IV

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Innovatiewet Strafvordering.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.