Besluit van 6 februari 2019, houdende regels in verband met de vereenvoudiging van de beslagvrije voet (Besluit beslagvrije voet)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 oktober 2018, nr. 2018001874;
Gelet op de artikelen 475d, eerste lid, 475da, zevende lid, 475db, tweede lid, 475e, derde lid, en 475i, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2018, nr. W12.18.0326/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 februari 2019, nr. 2019-0000017812,
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1 Begripsbepalingen
Artikel 2 Indicatieperiode
Artikel 3 Belastbaar inkomen uit loon LB/PH
Artikel 4 Belastbaar inkomen echtgenoot van de schuldenaar
Als de schuldenaar is gehuwd, zijn de artikelen 2 en 3 van overeenkomstige toepassing op het berekenen van het belastbaar inkomen van de echtgenoot van de schuldenaar.
Artikel 5 Eigen woning
Artikel 6 Bedrag vermindering beslagvrije voet
Artikel 7 Woonlandfactor
Artikel 8 Model beslagvrije voet
Artikel 9 Wijziging Besluit SUWI
Het derde lid van artikel 5.9 van het Besluit SUWI vervalt onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot derde en vierde lid.
Artikel 10 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 11 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beslagvrije voet.