Besluit van 13 september 2017, houdende wijziging van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk in verband met de wijziging van de Werkloosheidswet met ingang van 1 juli 2015
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 16 juni 2017, nr. 2017-0000283931;
Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 12 juli 2017, nr. No.W04.17.0175/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 7 september 2017, nr. 2017-0000426690;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
- de ambtenaar in vaste dienst, die op basis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Ambtenarenreglement Staten-Generaal of het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in burgerlijke rijksdienst werkzaam is of is geweest en die ten gevolge van een ontslag, met uitzondering van een ontslag op grond van de artikelen 81, eerste lid, onder l, 94b, tweede en vierde lid, 94c, tweede lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, 130d, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement zoals deze luidde op 31 maart 2015, de artikelen 1 en 2 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal j° artikel 81, eerste lid, onder l, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of artikel 87, eerste lid, onder l, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, werkloos is geworden in de zin van de Werkloosheidswet;.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
C
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:
1.
De aanvulling op de werkloosheidsuitkering bedraagt de uitkomst van de formule: 0,7 * (A – B) – C,in welke formule voorstelt:A: het bedrag van het bovenwettelijk maandloon;B: het bedrag van het inkomen in een kalendermaand;C: het bedrag van de werkloosheidsuitkering.D
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
E
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10. Hoogte van de aansluitende uitkering
De aansluitende uitkering bedraagt de uitkomst van de formule 0,7 * (A – B).in welke formule voorstelt:A: het bedrag van het bovenwettelijk maandloon;B: het bedrag van het inkomen in een kalendermaand.F
Artikel 12 vervalt.
G
In artikel 14, eerste lid, vervalt de zinsnede: of gedeeltelijk.
H
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15. Loonaanvulling
1.
De betrokkene die een nieuwe dienstbetrekking aanvaardt, kan op zijn aanvraag gedurende de op basis van artikel 2 voor hem vastgestelde uitkeringsduur een loonaanvulling krijgen, indien het dagloon in de nieuwe dienstbetrekking minder bedraagt dan het dagloon uit de betrekking waaruit hij werkloos werd.2.
Het bedrag van de loonaanvulling bedraagt de uitkomst van de formule (C – 1) * (B – (D/E)*A)in welke formule voorstelt:A: het bedrag van het bovenwettelijk maandloon;B: het bedrag van inkomen in een kalendermaand;C: het voor betrokkene geldende uitkeringspercentage van de bovenwettelijke uitkering;D: het aantal uren van de nieuwe dienstbetrekking, waarbij geldt dat indien D groter is dan E, D wordt gemaximeerd op E;E: het aantal arbeidsuren dat betrokkene gemiddeld per week in de dienstbetrekking waaruit hij werkloos werd werkzaam was in de 26 weken voorafgaand aan de kalenderweek waarin de eerste werkloosheidsdag is gelegen.Bij een uitkomst kleiner dan nul is de loonaanvulling nihil.3.
De loonaanvulling eindigt:- zodra de nieuwe dienstbetrekking eindigt;
- zodra het totaal aan werkloosheidsuitkering, aanvullende of aansluitende uitkering en inkomen uit de nieuwe dienstbetrekking per maand gelijk is aan of hoger is dan het maandloon, of
- zodra de voor betrokkene op basis van artikel 2 vastgestelde uitkeringsduur is verstreken.
4.
De aanvraag om loonaanvulling wordt binnen drie maanden na het aanvaarden van de nieuwe betrekking ingediend. De loonaanvulling wordt door middel van een beschikbaar gesteld formulier aangevraagd. Bij overschrijding van deze termijn wordt de loonaanvulling toegekend vanaf het moment dat de aanvraag werd ingediend.I
De artikelen 20b tot en met 20d vervallen.
J
Artikel 20e, eerste lid, komt te luiden:
1.
Ten aanzien van de betrokkene die op 31 december 2011 recht had op een bovenwettelijke uitkering op basis van dit besluit, blijft dit besluit van toepassing zoals het op die dag luidde, met dien verstande dat:- voor de ambtenaar bedoeld in artikel 2, derde lid, van het besluit zoals dit gold op 31 december 2011, de uitkeringsduur wordt verlengd tot de dag waarop betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt;
- voor de ambtenaar bedoeld in artikel 8, vierde lid, van het besluit zoals dit gold op 31 december 2011, het recht op aansluitende uitkering eindigt na ommekomst van de duur van de aansluitende uitkering, dan wel op de dag waarop betrokkene de pensioengerechtigde leeftijd bereikt indien dat eerder is.
K
In artikel 20f, onderdelen a en b, wordt «Besluit van [...]»vervangen door «Besluit van 11 september 2014» en «(Stb. 2014, nr. 000)» vervangen door: (Stb. 2014, nr 345).
L
Na artikel 20f wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 20g
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 20e en 20f van dit besluit, blijft op uitkeringen op grond van dit besluit, ingegaan vóór 1 juli 2015, dit besluit van toepassing, zoals dat luidde op 30 juni 2015.Artikel 10. Hoogte van de aansluitende uitkering
De aansluitende uitkering bedraagt de uitkomst van de formule 0,7 * (A – B).
in welke formule voorstelt:
A: het bedrag van het bovenwettelijk maandloon;
B: het bedrag van het inkomen in een kalendermaand.
Artikel 15. Loonaanvulling
Artikel 20g
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 20e en 20f van dit besluit, blijft op uitkeringen op grond van dit besluit, ingegaan vóór 1 juli 2015, dit besluit van toepassing, zoals dat luidde op 30 juni 2015.