Part of Smart Yellow Suite

WGK008235
Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsel en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen

Updates ontvangen over deze regeling? Log in

Overheid.nl - XML - JSON

Type Wet
Fase Bekendmaking
Ministerie Justitie en Veiligheid
Datum uitgave 3 juli 2017
Datum inwerkingtreding -
Per KB Nee

Samenvatting

Uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels en de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen. Het wetsvoorstel voorziet in procedures voor de 1. erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen en authentieke akten uit andere lidstaten inzake de vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijk en geregistreerd partnerschap, en 2. tenuitvoerlegging van gerechtelijke schikkingen op dit terrein. De uitvoeringswet moet uiterlijk op 29 januari 2019 in werking treden.

Documenten

stb-2018-332 (PDF)

Wet van 11 juli 2018 tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183) en de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen (PbEU 2016, L 183) (Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat wetgeving nodig is ter uitvoering van de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183) en de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen (PbEU 2016, L 183);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Op de verklaring van uitvoerbaarheid van een gerechtelijke schikking als bedoeld in artikel 60 van de verordening zijn de artikelen 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In Titel 3, Afdeling 2, wordt vóór artikel 35 het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 34a
In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).
B

In artikel 35, eerste lid, wordt na «de echtgenoten onderling» ingevoegd: die niet worden begrepen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1103,.

C

In artikel 36 wordt na «de echtgenoten onderling» ingevoegd: die niet worden begrepen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1103.

D

De artikel 39, 40 en 41 vervallen.

E

Titel 3, Afdeling 3 komt te luiden:

F

Artikel 42 komt te luiden:

Artikel 42
1.
In deze afdeling wordt onder de Verordening (EU) nr. 2016/1103 verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels
2.
In aanvulling op de Verordening (EU) nr. 2016/1103 zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing.
G

De artikelen 43, 44, 46, 48, 50 en 52 vervallen.

H

In artikel 47 wordt «dit boek» vervangen door: de Verordening (EU) nr. 2016/1103.

I

Artikel 51 komt te luiden:

Artikel 51
1.
Of een echtgenoot bij echtscheiding of scheiding van tafel en bed recht heeft op een gedeelte van de door de andere echtgenoot opgebouwde pensioenrechten, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten, behoudens artikel 1 lid 7 van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
2.
Het voorgaande lid is van toepassing op de verevening van pensioenrechten van echtgenoten die na 1 maart 2001 van tafel en bed zijn gescheiden of wier huwelijk na 1 maart 2001 is ontbonden.
J

In Titel 4, Afdeling 3, wordt vóór artikel 64 het volgende artikel ingevoegd:

Artikel 63a
In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1104» verstaan de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen.
K

In artikel 64, eerste lid, wordt na «de partners onderling» ingevoegd: die niet worden begrepen onder de Verordening (EU) nr. 2016/1104,.

L

Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

M

De artikel 67, 68 en 69 vervallen.

N

Titel 4, Afdeling 4 komt te luiden:

O

Artikel 70 komt te luiden:

Artikel 70
1.
In deze afdeling wordt onder de Verordening (EU) nr. 2016/1104 verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen.
2.
In aanvulling op de Verordening (EU) nr. 2016/1104 zijn de bepalingen van deze afdeling van toepassing.
P

De artikelen 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 80, 82, 84 vervallen.

Q

In artikel 81 wordt «deze wet» vervangen door: de Verordening (EU) nr. 2016/1104.

Artikel 34a

In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1103» verstaan: de Verordening (EU) nr. 2016/1103 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van huwelijksvermogensstelsels (PbEU 2016, L 183).

Artikel 42

Artikel 51

Artikel 63a

In deze afdeling wordt onder «de Verordening (EU) nr. 2016/1104» verstaan de Verordening (EU) nr. 2016/1104 van de Raad van 24 juni 2016 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen.

Artikel 70

Artikel 6a

Aan artikel 88 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid toegevoegd, luidende:

7.
Dit artikel is van toepassing ongeacht het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel van de echtgenoten, indien de andere echtgenoot zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland ten tijde van het verrichten van een rechtshandeling, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6b

Na artikel 270 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 271
1.
De artikelen 35, 36, 39, 40 en 41 van Boek 10, zoals die luidden voor inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen, blijven van toepassing op rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten die op of na 1 september 1992 maar voor 29 januari 2019 in het huwelijk zijn getreden, tenzij deze echtgenoten op of na 29 januari 2019 het op hun huwelijksvermogensstelsel toepasselijke recht bepalen.
2.
Het opschrift van Titel 3, Afdeling 3, en de artikelen 42, 43, 44, 46, 47, 48, 50, 51, 52 van Boek 10, zoals die luidden voor inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen, blijven van toepassing op het huwelijksvermogensregime van echtgenoten, die op of na 1 september 1992 maar voor 29 januari 2019 in het huwelijk zijn getreden, tenzij deze echtgenoten op of na 29 januari 2019 het op hun huwelijksvermogensstelsel toepasselijke recht bepalen.
3.
De artikelen 64, 65, 67, 68 en 69 van Boek 10, zoals die luidden voor inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen, blijven van toepassing op rechtsbetrekkingen tussen de partners die voor 29 januari 2019 een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, tenzij deze partners op of na 29 januari 2019 het op de vermogensrechtelijke gevolgen van hun geregistreerd partnerschap toepasselijke recht bepalen.
4.
Het opschrift van Titel 4, Afdeling 4, en de artikelen 70 tot met 78, 80, 81, 82, 84 van Boek 10, zoals die luidden voor inwerkingtreding van de Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen, blijven van toepassing op het vermogensregime van partners die voor 29 januari 2019 een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, tenzij deze partners op of na 29 januari 2019 het op de vermogensrechtelijke gevolgen van hun geregistreerd partnerschap toepasselijke recht bepalen.

Artikel 271

Artikel 7

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 8

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet Verordening huwelijksvermogensstelsels en Verordening vermogensrechtelijke gevolgen geregistreerde partnerschappen.

stb-2019-333 (PDF)

Besluit van 11 september 2019, tot toekenning van het vaandelopschrift «Uruzgan 2006–2007 & Helmand, Kandahar en Uruzgan 2009–2010» aan het Korps Commandotroepen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 4 september 2019, nr. BS2019016435, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de opschriften in het vaandel van het Korps Commandotroepen wordt toegevoegd het opschrift «Uruzgan 2006–2007 & Helmand, Kandahar en Uruzgan 2009–2010» in verband met het uitvoeren van speciale operaties.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

Wetswijzigingen integreren met je processen? Probeer Way 3 weken gratis.